Bijna één op tien kmo’s (9,2%) is van plan zijn medewerkers de nieuwe eenmalige koopkrachtpremie te geven. De ministerraad keurde een voorontwerp van wet en ontwerp van KB al goed eind december 2022. Die koopkrachtpremie onder de vorm van een consumptiecheque bedraagt maximaal 500 euro bij goede resultaten en maximaal 750 euro bij uitzonderlijk goede resultaten in 2022. De meerderheid van de kmo’s (57%) geeft aan dit niet van plan te zijn, voornamelijk omdat zij geen financiële ruimte meer hebben door de automatische loonindexatie (67%) of omdat de financiële resultaten het niet toelaten (20%).
Eén op de drie is nog onbeslist (34,4%). Dit zijn de laatste inzichten uit de driemaandelijkse bevraging van SD Worx van maart 2023 bij 731 kmo-bedrijfsleiders.
Bijna één op tien kmo’s geeft zeker de nieuwe koopkrachtpremie
Annelies Rottiers, kmo-adviseur van SD Worx: “Het is duidelijk dat de koopkrachtpremie enkel weggelegd is voor kmo’s met voldoende financiële ruimte. De meerderheid (57%) van de Belgische kmo’s is daarom niet van plan dit te geven. Toch is al één op tien kmo’s overtuigd van het nut van deze fiscaal vriendelijke premie onder de vorm van een consumptiecheque. Eén op drie is nog onbeslist: dat is logisch omdat de sectoronderhandelingen nog starten. Eén op zes kmo’s zou liefst meer geven dan de sector.”
Een op zes kmo’s wil meer geven
De meerderheid (57,0%) van de kmo’s die aangeven een koopkrachtpremie te geven in 2023 zal het maximumbedrag geven. Eén op zes wil graag meer geven dan de sector. Eén op vijf (21,2%) zou liefst ongeveer de helft van dat maximumbedrag geven. Een kleine minderheid (4,5%) geeft liefst een vierde van het maximumbedrag of minder.
“Het valt op dat de meerderheid voor de maximumpremie wil gaan. Kmo’s die het financieel goed doen willen iets extra doen voor hun personeel. In het algemeen geldt: hoe kleiner de kmo, hoe groter de omvang van de koopkrachtpremie zal zijn. Deze premie geldt immers voor het hele bedrijf.” De specialist vervolgt: “In principe moet de koopkrachtpremie toegekend worden via sectorale cao of ondernemings-cao of via individuele overeenkomst1 voor 31 december 2023. De koopkrachtpremie is collectief: dit betekent een toekenning aan alle werknemers, of een specifieke groep van werknemers vastgesteld op basis van objectieve criteria.”
Een paar regionale verschillen springen eruit:
- In Vlaams-Brabant is er de grootste bereidheid om koopkrachtpremies te geven (15,9%). In Limburg is die bereidheid het kleinst (met slechts 1,5% van de kmo’s).
- In de provincie Oost-Vlaanderen verkiezen de kmo’s het vaakst het maximumbedrag (68,8%). West-Vlaamse kmo’s overwegen dit het minst vaak (43,9%).
Praktisch: vanaf wanneer?
Volgens de ontwerpteksten zullen de nieuwe bepalingen pas in werking treden de 1ste dag van de maand volgend op de maand waarin de regelgeving gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad. Vanaf dan zullen sectoren kunnen onderhandelen over de toekenning van de koopkrachtpremie. Ook bedrijven kunnen vanaf dan op ondernemingsniveau beslissen om een koopkrachtpremie toe te kennen aan hun werknemers.
De koopkrachtpremie wordt expliciet uitgesloten van de loonnorm. Ze komt dus niet in aanmerking om na te gaan of de sector of de werkgever de maximale gemiddelde loonkoststijging respecteert.
Bron: in de driemaandelijkse tewerkstellingsprognose van SD Worx zijn voor de 52e keer een voor België representatief aantal kmo’s bevraagd naar hun verwachtingen over tewerkstelling. Hieraan namen 731 bedrijven van 1 – 250 werknemers deel tussen 1 en 15 maart. Het betreft een online bevraging van de kmo’s in België aan de hand van een representatieve steekproef waarbij het onderzoeksbureau CityD-WES de respondenten via e-mail aanspreekt. De studie wordt ieder kwartaal herhaald. Er wordt gewogen volgens regio en organisatiegrootte in functie van de populatie van kmo’s. De resultaten zijn representatief voor alle kmo’s in België. De weging is kleiner dan 3. Voor de volledige steekproef bedraagt de foutenmarge 3.62% (betrouwbaarheidsinterval van 95%).