Het nieuwe koninklijke besluit van minister van Werk Kris Peeters stelt dat een werkloze die voor een ziek familielid of een gehandicapt kind zorgt, tot vier jaar lang niet op zoek hoeft naar werk. De wetgeving is daarmee iets versoepeld.
De kwestie van de werkloze mantelzorgers veroorzaakte in februari voor heel wat problemen, toen bleek dat de federale regering de vrijstelling en de bijhorende uitkering voor werkloze mantelzorgers sinds 1 januari had afgeschaft.
Tot eind vorig jaar moesten werklozen die aan mantelzorg deden tijdelijk niet op zoek naar een baan, om zo ten volle voor hun familielid te kunnen zorgen. Ze kregen daarbij ook een uitkering. De afschaffing van de vrijstelling en de premie lokte heel wat kritiek uit. Uiteindelijk maakte de regering bekend dat ze aan een oplossing werkte om de financiële situatie van de mantelzorgers te verbeteren.
Met het nieuwe koninklijke besluit is dat nu ook gebeurd. Concreet worden de rechten van de werkloze mantelzorgers nu gelijkgesteld met de rechten van de mantelzorgers die daarnaast nog werken. Dat betekent dat werkloze mantelzorgers nu vier jaar lang niet naar werk moeten zoeken en al die tijd een premie kunnen ontvangen. Tot eind vorig jaar was dat drie jaar. In die zin is de regeling voor de werkloze mantelzorgers nu dus versoepeld ten opzichte van vroeger.
Het koninklijk besluit geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2015.