Een middelmatige kennis van het Nederlands is al voldoende om de tewerkstellingskansen van Franstalige Brusselse werkzoekenden te vergroten. De kans op het vinden van een baan neemt ook toe met het kennisniveau van het Nederlands. Bovendien is het belang van het Nederlands afhankelijk van de activiteitssector waarin men een job zoekt en het geslacht van de werkzoekende. Dit zijn enkele resultaten van een nieuwe studie van het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA) van perspective.brussels en van het Federaal Planbureau (FPB) op basis van gegevens die zijn ingezameld bij Actiris.
De Brusselse minister voor de Promotie van Meertaligheid, Sven Gatz, wil dat alle Brusselaars op de leeftijd van 18 jaar drietalig zijn (met kennis van het Frans, het Nederlands en het Engels). Bovendien heeft de Brusselse Regering aangekondigd dat ze 30 miljoen euro van haar budget voor het herstelplan vrijmaakt om de digitale en taalvaardigheden van de werkzoekenden te verbeteren. In deze context is het dus relevant om te analyseren of de kennis van het Nederlands een belangrijke factor is voor Franstalige werkzoekenden om een baan te vinden in het Brussels gewest.
De kansen variëren afhankelijk van de kennis van het Nederlands
De database van Actiris werd gebruikt om het verband tussen de arbeidsmarktintegratie van werkzoekenden en de beheersing van het Nederlands te analyseren. De beoordeling van het kennisniveau van de taal is gebaseerd op de persoonlijke inschatting van de werkzoekende en de studie beperkt zich tot werkzoekenden met de Belgische nationaliteit. Uit de resultaten blijkt dat de kans om een baan te vinden voor Brusselse werkzoekenden die het Frans al beheersen, sterk toeneemt met de kennis van het Nederlands.
Binnen de geanalyseerde groep hebben twee op de drie werkzoekenden aangegeven dat ze een basis- of middelmatige kennis van het Nederlands hebben. Een werkzoekende met een intermediair kennisniveau van het Nederlands heeft een grotere kans (17%) op het vinden van een baan dan een werkzoekende met een elementaire kennis van het Nederlands. Hoe hoger het kennisniveau van het Nederlands, hoe hoger de kans op het vinden van een baan.
Binnen alle opleidingsniveaus van de werkzoekenden geldt dat hoe beter men het Nederlands beheerst, hoe hoger de kansen op het vinden een job zijn. De kennis van het Nederlands is dus belangrijk voor alle studieniveaus.
Kennis van het Nederlands is belangrijker in bepaalde activiteitssectoren
Uit de resultaten blijkt daarentegen wel dat de kennis van het Nederlands in bepaalde sectoren belangrijker is dan in andere. Brusselaars die werk zoeken in de verkoop, de beveiliging en de overheidsadministratie hebben meer dan anderen baat bij een intermediair of hoog kennisniveau van het Nederlands. De kennis van het Nederlands lijkt dan weer minder belangrijk te zijn in de textiel- en horecasector.
Bovendien hebben vrouwen meer baat bij een hoog kennisniveau van het Nederlands in hun zoektocht naar werk. Dit gendereffect kan gedeeltelijk worden verklaard door het feit dat Brusselse werkzoekende vrouwen vaker werk zoeken in beroepsdomeinen waarin de kennis van het Nederlands hoger gewaardeerd wordt.
Antoine Dewatripont, auteur van de Focus: “Taalkennis is een hefboom om werk te vinden, en dat geldt in nog sterkere mate voor bepaalde doelgroepen. De resultaten van de studie kunnen de politieke autoriteiten in het Brussels Gewest helpen om, indien zij besluiten hun begrotingsmiddelen te concentreren op specifieke groepen, na te gaan wie het meest gebaat is bij kennis van het Nederlands.”
Bron: Federaal Planbureau