Getuigen van discriminatie spelen een cruciale rol in de verdediging van slachtoffers maar worden onvoldoende beschermd door de Belgische wetgeving. Dat constateert het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen naar aanleiding van een zaak waarin een winkelverantwoordelijke ontslagen werd omdat ze tijdens een selectieprocedure een zwangere vrouw in bescherming nam.
De Arbeidsrechtbank van Antwerpen besloot het Europese Hof van Justitie een prejudiciële vraag te stellen om te bepalen of de Belgische wet op dit vlak in strijd is met het Europese recht. In 2015 wil een filiaalverantwoordelijke van een winkelketen haar team versterken met een vaste werkkracht. Ze kiest voor de meest competente sollicitante. Het hoofdkantoor verzet zich tegen haar keuze omdat de sollicitante in kwestie zwanger is. De winkelverantwoordelijke wijst erop dat de Belgische wet discriminatie van zwangere vrouwen verbiedt en ze pleit er meermaals voor om de vrouw toch aan te werven. Het hoofdkantoor blijft echter weigeren.
Het Instituut ontvangt de klacht van de zwangere vrouw en contacteert het hoofdkantoor van de winkelketen. Het hoofdkantoor beweert echter dat de winkelverantwoordelijke op eigen houtje besliste om de sollicitante niet aan te nemen. In nasleep van de discussies over de zaak wordt de winkelverantwoordelijke ontslagen.
Het Instituut trok met de zwangere sollicitant en de ontslagen winkelverantwoordelijke naar de rechtbank. De arbeidsrechtbank oordeelde op 23 mei 2018 dat de sollicitante wel degelijk gediscrimineerd werd omwille van haar zwangerschap. Voor de winkelverantwoordelijke ligt de zaak ingewikkelder. De Genderwet biedt een bescherming tegen een nadelige behandeling zoals ontslag, aan getuigen van discriminatie maar enkel wanneer er een ondertekende en gedateerde getuigenverklaring werd opgesteld. Omdat er op het ogenblik van haar ontslag geen dergelijk document bestond, zou de winkelverantwoordelijke niet beschermd zijn. De Europese Richtlijn lijkt echter niet zo streng te zijn in vergelijking met de Belgische wetgeving wat de voorwaarden betreft om als getuige beschermd te worden tegen nadelige behandelingen.
“Getuigen kunnen een cruciale rol spelen in het terugdringen van genderdiscriminatie. Ze verhogen de kansen om discriminatie te bewijzen en geven het slachtoffer het gevoel dat zij of hij er niet alleen voor staat. Ze moeten voldoende beschermd worden,” zegt Liesbet Stevens, adjunct-directeur van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.
De arbeidsrechtbank besliste om over deze kwestie een prejudiciële vraag te stellen bij het Europese Hof van Justitie. Dat zal zich nu moeten uitspreken of de Belgische voorwaarden in verband met de bescherming van getuigen in de Genderwet in strijd zijn met het Europese recht. Het Instituut beveelt aan om de regeling inzake de bescherming van getuigen tegen nadelige behandelingen te herzien om ze in overeenstemming te brengen met het Europees recht.
Bron : Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen