De manier waarop kansarmen denken over hun economische situatie en hun overtuigingen over wat anderen denken, draagt ertoe bij dat ze geen actie ondernemen iets aan hun situatie te doen. Dat is de conclusie van socioloog Ondrej Buchel in het proefschrift dat hij op 4 september zal verdedigen aan Tilburg University. Buchel onderzocht waarom economische ongelijkheid niet echt verandert in samenlevingen waar mensen wèl inspraak hebben in maatschappelijke kwesties; een onderwerp dat aan belang heeft gewonnen door de coronacrisis.
Economische ongelijkheid wordt algemeen gezien als een van de fundamentele uitdagingen van deze tijd. Zij heeft ingrijpende persoonlijke en maatschappelijke gevolgen: negatieve effecten op productiviteit, besluitvorming en gezondheid enerzijds en op politieke stabiliteit en economische groei anderzijds. Toch verandert economische ongelijkheid niet fundamenteel in samenlevingen waar mensen recht op inspraak in maatschappelijke kwesties en ook worden aangemoedigd om daar gebruik van te maken. Hoe komt dat?
Socioloog Ondrej Buchel onderzocht op verschillende manieren waarom er niet op grotere schaal geprotesteerd wordt tegen de wijdverbreide verschillen in inkomen en gezondheid. Door het analyseren van gegevens van bijna 50.000 respondenten uit 28 landen vond hij onderbouwing voor de stelling dat mensen die objectief gezien kansarm zijn, soms meer geneigd zijn om de bestaande situatie verdedigen dan hun beter bedeelde landgenoten.
Bovendien lijken twee experimentele onderzoeken van een steekproef onder 201 Nederlandse studenten erop te wijzen dat mensen die kritisch zijn over het economische systeem en aannemen dat hun land er niet goed voor staat, denken dat hun persoonlijke mening verschilt van die van de rest van de bevolking. Bovendien wordt zulk denken vaak versterkt als mensen zien dat iemand anders kritisch is over het economische systeem.
Deze en andere gegevens brachten Buchel tot de conclusie dat, in plaats van in opstand te komen en ervan uit te gaan dat anderen tot het inzicht zullen komen dat dingen anders moeten, kansarmen zich ontmoedigd kunnen voelen, geïsoleerd in hun opvattingen, en zich genoodzaakt zien zich neer te leggen bij de huidige situatie.
Daarom, zegt Buchel, moet er meer aandacht komen en begrip voor overtuigingen van kansarmen met betrekking tot de publieke opinie en gedeelde waarden. De bestaande situatie wordt niet alleen versterkt omdat kansarmen niet genoeg weten over ongelijkheid of omdat ze proberen hun situatie als eerlijk te beschouwen, maar ook omdat ze niet weten dat hun gevoelens door anderen worden gedeeld.
Bron: Tilburg University – Unequal but fair? About the perceived legitimacy of the standing economic order – Ondrej Buchel.