et Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) heeft de voorbije weken in samenwerking met enkele van zijn sectorfederaties bedrijven bevraagd over de impact van het toenemende aantal besmettingen met de omikronvariant van het SARS-CoV-2-virus op de bedrijfsactiviteiten. Na twee weken van bevragen blijkt uit de eerste resultaten dat het uitvalpercentage als gevolg van COVID-besmettingen of quarantaines oploopt.
De enquête die het VBO telkens in het midden van de week afneemt, met een eerste bevraging op 12 januari en een tweede op 19 januari, volgt via 8 federaties (Agoria, Fevia, essenscia, Confederatie Bouw, Assuralia, Febelfin, Energia en Fedustria) en in 120 kleine en grote bedrijven uit diverse sectoren van onze economie het uitvalpercentage als gevolg van COVID op.
Percentage uitval als gevolg van COVID-besmetting of -quarantaine
Tijdens de bevraging in de eerste week na de kerstvakantie lagen de uitvalpercentages als gevolg van COVID-besmettingen en -quarantaines in de meeste sectoren nog relatief laag. Niettegenstaande er in de technologische industrie en in de voedingsnijverheid al een aantal bedrijven waren met relatief hoge uitvalpercentages, die hun sectorgemiddelde boven de 5% stuwden en in de voedingsnijverheid zelfs al op 7,5% brachten. Het gemiddelde uitvalpercentage voor alle geënquêteerde bedrijven kwam in de week van 12 januari uit op 4,1%. Van de ongeveer 85.000 werknemers in die bedrijven, waren er iets meer dan 3.500 tijdelijk ‘out’ door een COVID-besmetting of -quarantaine.
Uit de meest recente bevraging op 19 januari blijkt dat het uitvalpercentage als gevolg van COVID-besmettingen of -quarantaines in de tweede week na de kerstvakantie al oploopt tot 4,8%. Vooral in de bouwsector (2,3%) en technologiesector (6,4%) is er een duidelijke stijging waarneembaar. Verder blijft de voedingsnijverheid het zeer moeilijk hebben met een personeelsuitval van 7,2%. En ook in de textiel-, hout- en meubelindustrie (die pas vorige week een eerste bevraging deed) is de situatie erg moeilijk. Gemiddeld is er een uitvalpercentage van meer dan 10% en in sommige bedrijven is meer dan een kwart van het personeel uitgevallen.
Impact van uitval als gevolg van COVID op de productie of dienstenactiviteit
Verder werd er ook gevraagd naar de impact van uitval bij bedrijven als gevolg van COVID op de productie of dienstenactiviteit. Daaruit blijkt dat in de week van 12 januari twee derde van de bedrijven toen al impact ondervond en ongeveer 19% (zeer) sterke impact.
Een week later is dat cijfer nog verder toegenomen. Bijna 3 op de 4 bedrijven zegt nu een negatieve impact te ondervinden op hun activiteit. Een belangrijke vaststelling is ook dat we een stijging zien in het aantal bedrijven dat een sterke of zeer sterke impact (27%) ondervindt van de COVID-gerelateerde uitval op de productie of activiteit.
“We zien zeer duidelijk een toenemende druk bij bedrijven door personeelsuitval gelinkt aan omikron. Dit doet zich dus niet enkel voor in het onderwijs, maar ook in de private sector. Nu de piek nog niet in zicht is, moeten we alles op alles zetten om de impact voor bedrijven te beperken. Het akkoord tussen de sociale partners rond extra flexibiliteit op de werkvloer van eind vorige week waardoor soepeler een beroep kan gedaan worden op jobstudenten, (brug)gepensioneerden, asielzoekers of collega’s met tijdskrediet of in landingsbaan, komt dan ook niets te vroeg. De regering moet die maatregelen nu snel in uitvoering brengen, anders komen ze onherroepelijk te laat”, aldus Pieter Timmermans, CEO van het VBO.