In 2022 werkten 1,51 miljoen mensen in de sportsector in de EU, wat neerkomt op 0,8% van de totale werkgelegenheid. Dit betekent een toename met 10,9% van het aantal werknemers in de sportsector ten opzichte van 2021 (1,36 miljoen). De sportsector omvat economische activiteiten en beroepen zoals in sportteams en -clubs, trainers, onafhankelijke atleten, fitnesscentra en activiteiten voor de promotie en het beheer van sportevenementen.

Van de EU-lidstaten had Zweden het hoogste aandeel sporters (1,4% van de totale werkgelegenheid), gevolgd door Finland, Denemarken (beide 1,2%), Spanje en Frankrijk (beide 1,1%). In Roemenië (0,2% van de totale werkgelegenheid), Bulgarije (0,3%), Polen en Slowakije (beide 0,4%) en Kroatië en Litouwen (beide 0,5%).

Mannen zijn meer dan vrouwen in dienst in de sport

Voor de werkgelegenheid in de sportsector waren meer mannen vertegenwoordigd dan vrouwen (respectievelijk 55% en 45%), wat leidde tot een iets grotere arbeidsparticipatiekloof tussen mannen en vrouwen in vergelijking met de totale werkgelegenheid (respectievelijk 54% en 46%).

Meer dan een derde in de sport is 15-29 jaar oud.

De werkgelegenheid in de sport verschilt van de totale werkgelegenheid in leeftijdsgroepen. Meer dan een derde (35%) van de mensen die werkzaam waren in de sport was 15-29 jaar oud, meer dan het dubbele van het aandeel dat werd waargenomen in de totale werkgelegenheid (17%) in 2022.

De leeftijdsgroep van 30-64 jaar had het hoogste aandeel van de mensen die werkzaam waren in de sport, goed voor 62% van alle sportwerkers, wat 18 procentpunten (pp) minder is dan het percentage voor de totale werkgelegenheid (80%). Mensen van 65 jaar en ouder waren goed voor 3% zowel in de sportsector als in de totale werkgelegenheid.

Bijna de helft van de mensen die werkzaam zijn in de sport heeft een gemiddeld opleidingsniveau.

Bijna de helft (46%) van de werknemers in de sportsector had een gemiddeld opleidingsniveau (International Standard Classification of Education (ISCED) niveaus 3-4), gevolgd door mensen met een hoger (tertiair) onderwijs (ISCED-niveaus 5-8) met bijna 40%, wat in de sport 2,4 procentpunt hoger is dan in de totale werkgelegenheid. Mensen met een lager onderwijs (ISCED-niveaus 0-2) waren goed voor 14% van de werkgelegenheid in de sport.

Bron: Eurostat – visueel @AdobeStock