Met de inzet van ‘Terug naar Werk’-coördinatoren wil de federale regering de komende jaren mensen die langdurig ziek zijn terug aan een job helpen. De ministerraad keurde dat ‘Terug Naar Werk’-plan van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke goed. “Het aantal langdurig zieken neemt in België jaar na jaar toe. Dat is niet alleen pijnlijk voor wie lang out is, maar het is ook een structureel zware kost voor onze sociale zekerheid. De ‘Terug Naar Werk’-coördinatoren moeten de hoeksteen vormen van een nieuw beleid om langdurig zieken op een zo goed mogelijke manier terug naar de arbeidsmarkt te begeleiden. Ook zetten we in op een goede samenwerking met de regio’s en meer bepaald de regionale ministers van Werk, zodat we elkaar versterken in de ambities die we hebben”, zegt Frank Vandenbroucke.
Werken is zoveel meer dan geld verdienen. Het laat toe om je waardevol te voelen en deel te nemen aan de samenleving. Maar voor wie lange tijd ziek was en zich weer klaar voelt, is een terugkeer naar de arbeidsmarkt allerminst evident. Het aantal mensen met gezondheidsproblemen dat instroomt in het uitkeringsstelsel van de ziekteverzekering in België neemt jaar na jaar toe. Zo zal ons land binnenkort 500.000 langdurig zieken tellen. En hoewel de stijging het grootst is in de oudste leeftijdscategorie, zien we ook een toename bij jongeren.
Een groot deel van deze groep langdurig zieken kan de stap naar werk niet meer zetten omdat ze te ziek zijn, maar volgens internationale schattingen kan en wil ongeveer 10% (om en bij de 50.000 langdurig zieken dus voor ons land) wél weer aan het werk. Van die 50.000 vindt ongeveer 50% op eigen kracht de weg naar werk.
Frank Vandenbroucke: “Maar het andere deel heeft nood aan ondersteuning en begeleiding om die stap te zetten. Die nood aan ondersteuning is niet noodzakelijk gelinkt aan hun ziekte, maar wel aan de impact van hun ziekte op hun dagelijks functioneren, de manier waarop ze zich verplaatsen, de aard en de invulling van de job of de mate waarin je nieuwe zaken kan oppikken. Na een lange ziekte is dat allemaal niet evident. Precies die groep kunnen en willen we ondersteunen met dit ‘Terug Naar Werk’-plan en de ‘Terug naar Werk’-coördinatoren.”
Concreet: dit najaar (november) starten we met de voorbereidingen, zoals het informeren van de stakeholders (patiëntenverenigingen, ziekenfondsen, huisartsenverenigingen, etc.), het ontwikkelen van IT-systemen en het opleiden van de TNW-coördinatoren. Vanaf 2022 rollen we het ‘Terug Naar Werk’-plan volledig uit en zullen de TNW-coördinatoren écht aan de slag gaan, als werknemers van de mutualiteiten. Hun opdracht bestaat erin zoveel mogelijk langdurig zieken terug naar werk te begeleiden, in samenwerking met onder meer de gewestelijke arbeidsbemiddelingsdiensten en hun gespecialiseerde partners. Zo sluit het federaal beleid aan op de regionale actieplannen.
Frank Vandenbroucke: “Veel langdurig zieken zijn spijtig genoeg te ziek om nog te werken, maar er is een groep die dat met de nodige ondersteuning wél kan. De ‘Terug Naar Werk’- coördinatoren zullen door een snelle en proactieve aanpak zoveel mogelijk mensen op het pad naar een job zetten. Ze moeten zo de hoeksteen worden van een nieuw beleid om langdurig zieken op een zo goed mogelijke manier terug naar de arbeidsmarkt te begeleiden. Ook zetten we in op een goede samenwerking met de regio’s en meer bepaald de regionale ministers van Werk, zodat we elkaar versterken in de ambities die we hebben.”
De rol en de opdracht van de ‘Terug Naar Werk’-coördinator
De ‘Terug Naar Werk’-coördinator heeft de opdracht om samen met mensen met gezondheidsproblemen vroeger, sneller en vooral veel gerichter een ‘Terug Naar Werk’-traject op te zetten. De TNW-coördinator zorgt ervoor dat de bestaande (federale en regionale) dienstverlening efficiënter wordt ingezet. Daarbij zijn 5 principes belangrijk:
- Zo snel mogelijk detecteren of een TNW-traject wenselijk én mogelijk is. Anders gezegd: zo snel mogelijk nagaan of mensen – na een periode van afwezigheid door ziekte – de stap naar werk kunnen zetten, liefst terug naar hun job of hun werkgever. Maar als dat niet kan, kijken we ook naar een nieuwe job bij een nieuwe werkgever.
- Nagaan of bij die terugkeer ondersteuning nodig is. Sommige mensen trekken zelf hun plan of krijgen al de nodige ondersteuning (bijvoorbeeld via hun werkgever of vanuit een revalidatiecentrum) zodat een specifiek TNW-traject niet vereist is.
- Indien een TNW-traject wél wenselijk is – bij de terugkeer naar de vroegere werkgever of bij de zoektocht naar een nieuwe – is het zaak zo snel mogelijk vast te stellen welke steun en begeleiding nodig is.
- Eens dat welomlijnd is, brengen we de persoon in kwestie zo snel mogelijk ‘on track’. Dat kan een (nieuwe) opleiding zijn, loopbaanheroriëntering- of begeleiding, een traject bij de VDAB, …
- We voeren een “systematiek” in die ervoor moet zorgen dat elke burger weet dat een ziekte-attest dat binnenkomt bij een ziekenfonds een aantal acties in gang zet. Zoals het verplicht invullen van een vragenlijst. Voor iedereen die nog mogelijkheden heeft om aan het werk te gaan, volgt er een contact met een TNW-coördinator om, vertrekkend van wat nog wél kan, de verdere stappen te bespreken. De TNW- coördinatoren zorgen wel voor een actieve en aanklampende aanpak, dicht bij de noden en verzuchtingen van de betrokkene. De persoon in kwestie heeft wel altijd het laatste woord om te bepalen of hij/zij klaar is om stappen naar werk te zetten.
Het aantal TNW-coördinatoren neemt toe in de tijd (van 40 in 2022 naar 60 vanaf 2023). Dit plan heeft de ambitie om eerst 18.000 mensen per jaar, en later 24.000 mensen per jaar naar een job te begeleiden.
Frank Vandenbroucke: “Het uiteindelijke doel van een TNW-traject is een job die past bij de nieuwe noden en mogelijkheden van de betrokkene. Bij voorkeur gaat het om een betaalde job bij de laatste werkgever, maar evengoed kan het gaan om een job bij een nieuwe werkgever. Als blijkt dat een betaalde job (nog) te hoog gegrepen is, kan ook een job in de sociale economie, maar ook verenigingswerk, vrijwilligerswerk kunnen. Dat kan een tussenstap zijn op weg naar een job.”
Bron : Kabinet van de Minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken, Frank Vandenbroucke