De ministerraad keurt op voorstel van minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders in tweede lezing een voorontwerp van wet goed houdende instemming met het verdrag nr. 175 betreffende de deeltijdse arbeid (Genève, 24 juni 1994). Het voorontwerp van wet werd aangepast aan het advies van de Raad van State.
Door dit verdrag nr. 175 biedt de Internationale Arbeidsorganisatie een kader waarbinnen deeltijdse arbeid zich kan ontwikkelen door aan de werknemer een toereikend statuut te geven en hem rechten toe te kennen die gelijkwaardig of proportioneel zijn aan deze van de voltijdse werknemers, zowel op het vlak van het arbeidsrecht als op het vlak van de sociale zekerheid.
De domeinen waarin de gelijkheid van behandeling van toepassing is, zijn in het bijzonder:
• het recht om zich collectief te organiseren en te onderhandelen en het recht om op te treden in hoedanigheid van werknemersafgevaardigde
• de gezondheid en de veiligheid
• de discriminatie in de tewerkstelling en het beroep
Een gelijkwaardige bescherming moet worden toegekend aan de deeltijdse werknemers inzake:
• de moederschapsbescherming
• de beëindiging van de arbeidsrelatie
• de betaalde jaarlijkse vakantie
• de betaalde feestdagen
• het ziekteverlof
• het recht op sociale zekerheid
Ten slotte moeten de proportionele rechten gewaarborgd worden inzake het loon van de deeltijdse werknemers.
In ons land is de reglementering in overeenstemming met het internationale verdrag.