Werknemers die naar het werk fietsen krijgen vandaag iets meer dan 0,31 euro per getrapte kilometer. Dat is zo maar eventjes 30% meer dan vóór de overheid de fietsvergoeding in de privésector verplicht maakte. Die extra koopkracht zorgt ervoor dat op twee jaar tijd 75% meer bedrijven hun werknemers een fiets laten leasen via het werk, en dat 30% meer werknemers een fiets huren via hun werkgever sinds 1 mei 2023.

Fietsvergoeding 30% gestegen sinds de verplichting, naar ondertussen gemiddeld € 0,31/km

Twee jaar geleden, op 1 mei 2023, is voor de privésector de verplichte fietsvergoeding ingevoerd. Elke werkgever moet sindsdien, in het kader van CAO164, werknemers die regelmatig met de fiets naar het werk pendelen verplicht een vergoeding per kilometer toekennen. Die maatregel heeft de fietsvergoeding een fikse boost gegeven. Vandaag krijgt een fietspendelaar gemiddeld 0,3161 euro, wat ondertussen meer is dan de vooropgestelde 0,29 euro. Vóór de vergoeding werd opgelegd, bedroeg de gemiddelde fietsvergoeding zo’n 0,2428 euro/km. Dat is een stijging met 30% op twee jaar tijd.

Charlotte Thijs, experte mobiliteit van Acerta Consult: “De verplichting om een fietsvergoeding toe te kennen per effectief gereden woon-werkkilometer geldt voor alle bedrijven uit de private sector, waarbij de overheid zelf een bedrag vooropstelde van 0,27 euro/km (vandaag is dat bedrag geïndexeerd tot 0,29 euro). Dat bedrag was enkel van toepassing voor de bedrijven die op 1 mei 2023 zelf nog geen afspraak hadden rond de fietsvergoeding. Waar er wel al een bedrag was afgesproken, kon dat bedrag worden behouden. Dat de gemiddelde fietsvergoeding sinds de verplichting is gestegen, heeft uiteraard te maken met de bedrijven die onder de nieuwe 0,27 euro-regel vielen. Dat het bedrag het laatste jaar is blijven doorstijgen, komt wellicht omdat ook bedrijven die al een vergoeding toekenden, maar nog onder de voorziene 0,27 euro/km, een extra inspanning doen, al is het maar om concurrentieel te blijven. Voor werkgevers zijn fietsvergoedingen interessant omdat ze vrijgesteld zijn van sociale zekerheidsbijdragen en tot op een bepaald niveau niet worden belast. Voor de werknemer is een fietsvergoeding interessant omdat die zo meer nettoloon overhoudt.”

30% meer werknemers met fietslease sinds 1 mei 2023

Niet alleen krijgen fietsende pendelaars een steeds hogere vergoeding. Steeds meer mensen kiezen er ook bewust voor om naar het werk te fietsen. Acerta’s jaarlijkse Mobiliteitsbarometer gaf al aan dat de fiets de laatste jaren de grootste vooruitgang heeft geboekt en ondertussen een rol speelt in 41,2% van de woon-werkverplaatsingen, een toename van net geen 35% in 5 jaar tijd. Ook de cijfers over de toepassing van de fietslease bevestigen de groeiende populariteit van de fiets in het woon-werkverkeer. Acerta stelt vast dat ondertussen 1,97% van de werknemers een fiets leaset via de werkgever. Vóór 1 mei 2023 was dat nog maar 1,51%, goed voor 30% meer fietsleasings. En ook steeds meer werkgevers bieden de fietslease aan: 2,5% of 74% meer dan voor 1 mei 2023.

Charlotte Thijs: “Een fietslease wordt gefinancierd met brutoloon en kan, maar hoeft niet te kaderen in een cafetariaplan. Dat zo een ‘loonruilfiets’ daarmee een koopkrachtvoordeel oplevert voor de werknemer, verklaart mee het succes van de formule. Niemand lijkt nog te willen achterblijven: de federale overheid stelt het systeem sinds dit jaar ook open voor haar ambtenaren. Fietsleases worden meer en meer een ‘need to have’ voor werkgevers om zich gunstig op de arbeidsmarkt te positioneren.”

Bron: Acerta Consult kan zich voor haar analyse beroepen op de gegevens van een subset van 560.000 werknemers (arbeiders en bedienden), actief bij meer dan 34.000 werkgevers uit de private sector, waartoe zowel kmo’s als grote ondernemingen behoren. Gezien de mix van sectoren, regio’s, geslacht, leeftijd, enz. kunnen we stellen dat de bestudeerde dataset representatief is voor de Belgische arbeidsmarkt. ​