Eind mei kwam de regering tot een akkoord over de vergroening van de bedrijfswagens. Het streefdoel is om vanaf 2026 emissievrij te rijden. De komende maanden en jaren zullen wagens met een klassieke verbrandingsmotor (diesel en benzine) stelselmatig fiscaal minder aantrekkelijk worden, zal er meer ruimte zijn voor investeringen in laadpaalinfrastructuur en komt er een flexibeler mobiliteitsbudget. Aangezien voor veel medewerkers de bedrijfswagen onderdeel uitmaakt van hun verloning, zal deze omslag zowel voor de werkgever als voor de medewerkers een grote (financiële) impact hebben. Onaangename verrassingen vermijden kan door nu al te anticiperen. Hierna een stand van zaken door Yves Labeeu, Taks & Legal Consultant bij Attentia.
Nieuwe wagens worden onderworpen aan emissie-, verbruiks- en CO2-tests. Tot op heden kon dat nog met de NEDC-test, maar vanaf 2022 mogen enkel nog waarden van de strengere WLTP-test in rekening gebracht worden. Ondanks dat het over dezelfde wagen gaat, betekent dat een hoger belastbaar voordeel van alle aard (VAA), een hogere patronale CO2-bijdrage (voor de RSZ) en hogere CO2-gerelateerde verworpen uitgaven in de vennootschapsbelasting.
Lagere fiscale aftrekbaarheid bedrijfswagens met fossiele brandstof
De fiscaliteit verandert ook. De fiscale aftrekregeling voor wagens met fossiele brandstof zal gefaseerd uitdoven tegen 2026. Voor bedrijfswagens aangekocht of geleased vóór 1 juli 2023 verandert de huidige regeling (50 tot 100% aftrekbaar) niet. Nadien gaat het degressief naar maximaal 75% aftrekbaarheid in 2025, 50% in 2026, 25% in 2027 en 0% in 2028. In diezelfde tijdsspanne zal de aan de RSZ verschuldigde patronale CO2-bijdrage op bedrijfswagens ook stijgen (x2,25 vanaf 1 juli 2023 tot X5,5 vanaf 2027).
Voor bedrijfswagens met CO2-uitstoot die vanaf 1 januari 2026 worden gekocht of geleased is de aftrekbaarheid direct 0%. Hierdoor kan de Total Cost of Ownership (TCO) van dieselwagens gemakkelijk 34% tot 42% hoger uitvallen, de TCO van benzinewagens 27 à 30% duurder en bij hybride modellen ongeveer 40%.
Ook minder steun op termijn voor emissievrije wagens
De regering heeft ook voorzien om de fiscale aftrek voor emissievrije bedrijfswagens – zowel elektrische als wagens op waterstof – vanaf 2026 af te bouwen. Emissievrije bedrijfswagens aangeschaft in 2026 genieten nog 100% aftrek. Nadien daalt het percentage jaarlijks met ongeveer 5% om in 2031 een aftrek van slechts 67,5% over te houden. Een versnelde transitie naar een emissievrij wagenpark kan dus nu meer lonen dan binnen een paar jaar.
Meer steun voor laadinfrastructuur
Meer inzetten op emissievrije wagens betekent ook dat de laadcapaciteit en -infrastructuur groter moet. Daarom voorziet de overheid fiscale stimuli voor zowel wie thuis een laadpaal installeert als voor bedrijven die in laadinfrastructuur investeren op hun parking. Er zijn dan wel bepaalde voorwaarden aan verbonden – zoals het openstellen voor derden – en ook hier krijgen de early adopters het meeste voordeel: wie vóór 31 december 2022 investeert in laadpalen krijgt een verhoogde kostenaftrek tot 200%. De periode nadien is dat slechts 150% meer.
Flexibeler mobiliteitsbudget
Interessant is de uitbreiding en aanpassing van het mobiliteitsbudget. Zo zou dit vereenvoudigd en toegankelijk worden zonder wachtperiode voor alle medewerkers met een bedrijfswagen of die ervoor in aanmerking komen. De uitbreiding zou vooral zichtbaar zijn in de zachte mobiliteit (onder meer elektrische steps, fietsleningen, stallingskosten) en de uitbreiding van de radius tot 10km om in aanmerking te komen voor huisvestingskosten.
2026 lijkt nog ver weg, maar op dezelfde manier als in het verleden blijven omgaan met bedrijfswagens, kan werkgevers én medewerkers voor onverwachte en onaangename hogere kosten doen staan. Verloopt een leasingcontract van een wagen binnenkort? Dan is het goed om te anticiperen en nu al over te schakelen op een emissievrij voertuig en als onderneming te investeren in laadpaalinfrastructuur. Door de uitbreidingen wordt de piste van het mobiliteitsbudget eveneens een volwaardig alternatief om in overweging te nemen. Zo houdt de werkgever het budget onder controle en blijven medewerkers tevreden met de aangeboden mobiliteitsoplossingen. Anticiperen en mogelijke alternatieven, zoals het mobiliteitsbudget, nu al onderzoeken is de boodschap!
Yves Labeeu, Taks & Legal Consultant – Attentia.