Belgische techbedrijven worden geconfronteerd met de gevolgen van de auteursrechtenhervorming, die hen verbiedt om hun werknemers auteursrechten uit te keren. Dit dwingt bedrijven om over te schakelen op andere – vaak duurdere – compensatiesystemen, wat voelbare gevolgen heeft voor de werknemers. Tegelijkertijd ziet de sector een opmerkelijke stijging in de adoptie van mobiliteitsbudgetten en het gebruik van milieuvriendelijke voertuigen.

Ondertussen blijft de loonkloof een probleem bij een kwart van de techbedrijven. Dat blijkt uit de 25e Hudson Tech Reward Survey die jaarlijks wordt uitgevoerd door HR-consultancybedrijf Hudson, onderdeel van Randstad Group, waarbij 38.843 salarispakketten van Belgische bedienden in de techsector afkomstig uit 131 organisaties bestudeerd werden.

Verlies auteursrechten wordt slechts gedeeltelijk gecompenseerd.

Uit de Hudson Tech Reward Survey van vorig jaar bleek dat 23% van de techbedrijven auteursrechten toekende aan personeel, met een mediaanbedrag van 640 EUR/maand. In de meeste gevallen ging het om een vijfde van het totale basissalaris. Dit gebeurde voornamelijk voor software development jobs zoals developer, analist developer, software engineer, functioneel analist,…

Uit de analyse van dit jaar blijkt dat, na de uitsluiting van softwareontwikkelaars uit het fiscaal gunstregime voor auteursrechten, slechts 3% van de techbedrijven nog auteursrechten uitbetaalt. Dit heeft een enorme impact op het basissalaris. Zo ziet een software engineer zijn basissalaris gemiddeld met 6% dalen. Bij functies zoals functional analyst (17%) of developer (20%) loopt dat zelfs op tot een vijfde van het loon.

“Werkgevers proberen dit gedeeltelijk op te vangen door andere vergoedingen, zoals forfaitaire onkostenvergoedingen en maaltijdcheques, maar deze maatregelen blijken vaak ontoereikend om het totale verlies te dekken. Ook wanneer er wordt gekeken naar het totale salarispakket exclusief mobiliteit, is het verlies in basissalaris niet volledig gecompenseerd”, vertelt Wouter Beuckels, senior manager bij Hudson. “Gemiddeld is er dan nog steeds een daling van 9%. Dat verschil proberen bedrijven weg te werken aan de hand van de bedrijfswagen of het mobiliteitsbudget.”

Bijkomend gevolg van al deze compensaties is dat de bedrijven veel minder marge hadden voor loonsverhogingen. Het aantal werknemers dat geen loonsverhoging boven op de indexatie ontving, steeg van 40% naar 54%.

Elektrificatie van de vloot zet zich door.

Als alternatief zetten bedrijven oa. in op het mobiliteitspakket. Zo wint het wettelijk mobiliteitsbudget duidelijk terrein in de technologische sector. Maar liefst 35% van de organisaties heeft dit budget geïmplementeerd. Een aanzienlijk hoger percentage dan in de bredere Belgische markt, waar slechts 10% van de bedrijven een mobiliteitsbudget aanbiedt. Bovendien biedt 75% van de techbedrijven de mogelijkheid om te kiezen voor milieuvriendelijke voertuigen.

“Van alle auto’s in de techsector is 44% nu elektrisch of hybride, een enorme stijging ten opzichte van vorig jaar. Toen was slechts 17% van de voertuigen elektrisch of hybride aangedreven. De sector zet duidelijk stappen richting een duurzamer mobiliteitsbeleid, wat een positieve ontwikkeling is in het kader van klimaatbewustzijn”, klinkt het bij Wouter Beuckels.

Algemene loonkloof gedicht maar nog steeds grote uitdagingen.

De techsector in België wordt voor 70% gedomineerd door mannen en voor 30% door vrouwen. Hoewel de gecorrigeerde loonkloof slechts 0,31% bedraagt, blijft het probleem zichtbaar vooral in de hogere functies. Naarmate het functieniveau stijgt, neemt het salarisvoordeel voor mannen toe en zijn er minder vrouwen vertegenwoordigd in leidinggevende posities. Uit de analyse blijkt dat 25% van de organisaties een loonkloof van meer dan 5% heeft, waarvan in 17% van de gevallen in het voordeel van de mannen. Het zijn vooral kleine organisaties die slecht scoren.

“De techsector mag zich niet blindstaren op de algemene loonkloof. Hoewel vooruitgang wordt geboekt op verschillende fronten, blijven er aanzienlijke uitdagingen bestaan, vooral op het gebied van gendergelijkheid in hogere functies. Naarmate het functieniveau stijgt, zien we nog steeds een salarisvoordeel voor mannen en een ondervertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende posities. De sector heeft al belangrijke stappen gezet, maar er is nog veel werk te doen om echte gelijkheid te bereiken”, besluit Wouter Beuckels.