Zowat de helft (50,5%) van de werknemers in de zorg- en welzijnssector heeft werk zonder werkbaarheidsknelpunten. Zij hebben werk waarvan je niet overspannen raakt, dat werkplezier verschaft, kansen biedt op bijblijven en voldoende ruimte laat voor gezin en privéleven. Ten opzichte van de eerste meting in 2004 zien we dat dit aandeel is teruggelopen. Toen had nog 56,4% van de werknemers werkbaar werk.
Wanneer we inzoomen op de vier werkbaarheidsindicatoren in de zorg- en welzijnssector, springt vooral het niveau van werkstressklachten in het oog. Maar liefst 39,9% van de ondervraagden heeft werkstressklachten. Dit aandeel is stabiel ten opzichte van 2019 maar wel substantieel toegenomen in vergelijking met de nulmeting in 2004 (30,9%). Het niveau ligt ook hoger dan het Vlaamse sectorgemiddelde.
16,0% rapporteert motivatieproblemen. Hier doen de medewerkers in de zorg- en welzijnssector het beter dan het Vlaamse sectorgemiddelde. Het aandeel van de twee resterende werkbaarheidsknelpunten verschilt niet significant met het Vlaamse sectorgemiddelde: 12,7% geeft aan onvoldoende leermogelijkheden te hebben en 11,2% heeft problemen met de werk-privébalans.
Een hoog aandeel ervaart het werk als emotioneel belastend
In het rapport vind je ook een analyse van de mate waarin werkdruk, emotionele belasting, taakvariatie, autonomie, fysieke belasting en ondersteuning door de direct leidinggevende een effect hebben op de vier werkbaarheidsknelpunten.
43,7% van de Vlaamse werknemers in de zorg- en welzijnssector heeft emotioneel belastend werk. Hiermee is dit het meest voorkomende risico in deze sector, die ook opvallend slechter scoort dan het Vlaamse sectorgemiddelde. Emotionele belasting is een risicofactor voor werkstressproblemen en werk-privébalans.
Ook hoge werkdruk komt vaak voor in de zorg- en welzijnssector. In 2023 heeft 38,2% van de werknemers een hoge werkdruk. Hoge werkdruk verhoogt de kans aanzienlijk op werkstressproblemen en problemen in de combinatie werk en privé.
En wat met de subsectoren?
Door de mate van detail van onze gegevens biedt het rapport ook inzicht in de situatie in drie subsectoren, namelijk de ziekenhuizen, de woonzorgcentra en de gehandicaptenzorg, jeugdbijstand en welzijnswerk.
In de ziekenhuizen is er een toename van het aandeel werknemers met werkstressklachten (van 32,7% in 2013 naar 41,6% in 2023) en met motivatieproblemen (van 10,9% naar 14,2%). Dit resulteert in een daling van werk zonder werkbaarheidsknelpunten in deze periode van 57,4% naar 48,6%.
In de gehandicaptenzorg, jeugdbijstand en welzijnswerk is er een stijging van het aandeel werknemers dat kampt met werkstressklachten (van 22,2% in 2013 naar 38,3% in 2023) en met motivatieproblemen (van 9,3% naar 14,1%). Hierdoor is er een daling van werk zonder werkbaarheidsknelpunten van 68,9% in 2013 naar 54,6% in 2023.
In de woonzorgcentra is er een toename van werknemers die geconfronteerd worden met werkstress (van 35,3% in 2013 naar 43,0% in 2023), met motivatieproblemen (van 13,6% naar 18,9%) en met problemen met de werk-privébalans (van 9,9% naar 14,6%). Ook dit resulteert in een daling van werk zonder werkbaarheidsknelpunten van 51,4% in 2013 naar 48,7% in 2023 maar deze daling is niet significant.
Bron: SERV – Sectorale analyse op de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004-2023