Meer en meer werknemers komen geregeld met de fiets naar het werk en ontvangen daarvoor een fietsvergoeding. In 2017 steeg hun percentage tot boven de 15 %. Zij ontvangen gemiddeld een vergoeding van 31 euro per maand bovenop hun loon omdat ze naar het werk fietsen. Wanneer het mobiliteitsbudget een feit zal zijn, naar alle waarschijnlijkheid op 1 oktober, is de verwachting dat sommige werknemers hun bedrijfsauto zullen inleveren om met de fiets of op een andere duurzame manier naar het werk gaan.
Bijna 1 op 4 werknemers – 24,21 % – nam vorig jaar regelmatig de fiets naar het werk. Het percentage werknemers dat van een fietsvergoeding geniet stijgt elk jaar. In 2017 was dit reeds gestegen tot boven de 15 %. Zij kregen toen gemiddeld een vergoeding van 31 euro per maand. Sarah Peeters, Directeur Acerta Consult legt uit: “Steeds meer bedrijfssectoren verplichten werkgevers om hun werknemers een fietsvergoeding te geven. Maar een heel aantal werkgever kiest er spontaan voor om deze toe te kennen als onderdeel van de vergroening van hun mobiliteitsbeleid. ”
Vergroening van het bedrijfswagenpark gaat slechts met kleine schreden vooruit
De bedrijfswagen blijft in België een door werkgevers en werknemers zeer geapprecieerd verloningselement, mede omwille van de zware (para)fiscaliteit. Deze bedrijfswagens rijden meestal op diesel, die aanzien wordt als een grote vervuiler door de uitstoot van fijn stof. We zien dat de omschakeling naar schonere brandstoffen ook in de bedrijfswereld ingezet is, maar het is natuurlijk een werk van lange adem alvorens de vloot van bedrijfswagens groen zal kleuren.
Naast de geleidelijke omschakeling van diesel naar benzine voor bedrijfswagens blijkt uit de cijfers van ACERTA’s mobiliteitsbarometer editie 2017 dat de fiets terrein wint en dat ook het openbaar vervoer steeds meer voorstanders krijgt.
“Vijf jaar geleden bestond de bedrijfswagen op elektriciteit nauwelijks en die op gas eenvoudigweg niet. Nu wel. In 2017 reed 8,3 % van de bedrijfswagens op benzine, dat is nog steeds een kleine minderheid maar wel een verdubbeling ten opzichte van 2012. De hervorming van de fiscaliteit voor bedrijven inzake bedrijfswagens die ingaat vanaf 2020 zal ongetwijfeld de omschakeling naar benzine, elektriciteit of gas versnellen ”, aldus Sarah Peeters.
Combimobiliteit stijgt met 9 % op jaarbasis
Veel werknemers beperken zich niet tot 1 vervoermiddel voor de verplaatsing tussen de woonplaats en de werkplaats. Zij gebruiken de ene dag misschien de auto, maar een andere dag komen ze met de fiets of met het openbaar vervoer naar het werk.
De meest gehanteerde combiformule is het afwisselend gebruik van de fiets en de auto. 8,74 % van de werknemers verplaatst zich zo naar het werk. Slechts 0,8 % van de werknemers maakt alternerend gebruik van fiets en openbaar vervoer en 0,5 % van privéwagen en openbaar vervoer, maar deze trends kennen wel een opgang dankzij het succes van cafetariaplannen.
Niet de auto bannen, wel mobiliteit slim plannen
Mobiliteit is vandaag een belangrijke factor in de arbeidsovereenkomst. “Het zijn die werkgevers die volwassen met het mobiliteitsvraagstuk omgaan die er voordeel zullen uithalen. Als je de moeilijke balans werk-privé beter in evenwicht kunt krijgen en tegelijk het fileleed kunt milderen, waarom zou je het niet doen? Het mobiliteitsbudget creëert daarvoor een interessant kader. Cash for car is een eerste stap in de goede richting. Het kan de opstap vormen naar een mobiliteitsbudget. Meer keuzemogelijkheden zorgen ervoor dat iedereen er wel zijn oplossing in kan vinden. En dat zonder aan de kosten voor de werkgever te morrelen. Het gaat er niet over de bedrijfsauto te bannen, wel over mobiliteit slim plannen.”
Over de cijfers – De data werden via de ACERTA mobiliteitsbarometer tussen 2017 en 2018 verzameld en geven een representatieve weergave van de situatie van de Belgische werknemerspopulatie uit de private sector, waartoe zowel kmo’s als grote ondernemingen behoren.