VBO-dashboard arbeidsmarkt: In het tweede kwartaal van dit jaar was 72,2% van de mensen tussen de 20 en 64 jaar aan het werk. Dat percentage ligt nog ver van de doelstelling van 80%. Bovendien staat onze arbeidsmarkt nog voor tal van uitdagingen. Vergeleken met vroeger betreden jongeren de arbeidsmarkt later. Dat komt onder andere omdat steeds meer van hen studeren.
Dat is natuurlijk positief, want het is belangrijk om goed voorbereid op de arbeidsmarkt aan te komen. Toch is er een aanzienlijk deel van de jongeren die helaas van de radar verdwijnen, de zogenaamde ‘NEET’s’ (not in employment, education or training), bijna 9,6% van de jongeren tussen 15 en 29 jaar. Als we de werkzaamheidsgraad willen opkrikken richting de 80%, moeten we die groep absoluut opnieuw begeleiden en integreren in het onderwijs en de arbeidsmarkt.
De (effectieve) loopbanen zijn te kort
Naarmate de bevolking ouder wordt, groeit de beroepsbevolking trager dan het aantal gepensioneerden. Er zijn dus steeds minder mensen om de pensioenen te financieren. Terwijl in de jaren 70 iets minder dan drie werkenden één gepensioneerde ondersteunden, zal die verhouding tegen 2070 terugvallen tot iets minder dan 1,7!
Hoewel de werkzaamheidsgraad van werknemers tussen 55 en 64 jaar de afgelopen jaren opmerkelijk is toegenomen (van 41,7% 10 jaar geleden naar 57,8% in 2023), blijft hij ver onder die van andere Europese landen (gemiddeld 63,9% in de Europese Unie (EU)).
Ons land is een van die landen waar werknemers de arbeidsmarkt zeer vroeg verlaten, op een gemiddelde leeftijd van 61,1 jaar (61,3 voor vrouwen), dat wil zeggen bijna 4 jaar vroeger dan de huidige wettelijke pensioenleeftijd2. Dat is veel eerder dan in andere Europese landen, zoals Portugal (ouder dan 65 jaar) en Nederland (65 jaar), en het EU-gemiddelde van 62,6 jaar.
In België is het actieve leven veel korter dan in andere landen, met een gemiddelde van 34,7 jaar, vergeleken met 36,9 jaar in de EU, 39,6 jaar in Duitsland, 41,3 jaar in Denemarken en 43,7 jaar in Nederland!
Een studie van het Planbureau spreekt van aanzienlijke gelijkgestelde periodes die 30% van de pensioenrechten voor mannen en 37% voor vrouwen in loondienst vertegenwoordigen.
Met een vergrijzende bevolking die de arbeidsmarkt later betreedt en een stijgende levensverwachting, is een effectieve verlenging van de loopbanen broodnodig om de werkzaamheidsgraad op te krikken richting de doelstelling van 80% en om de financiële houdbaarheid van ons socialezekerheidsstelsel te garanderen.
Bron: VBO – Competentiecentrum Werk & Sociale zekerheid