De aangekondigde stakingen bij het openbaar vervoer zorgen voor aanzienlijke hinder bij kmo’s, met vooral een zware impact op Brusselse kmo’s en hun werknemers. Uit kmo-onderzoek van SD Worx bij 661 werkgevers (maart 2025) blijkt dat bijna één op de drie Brusselse kmo-werknemers hinder ondervindt van de stakingen. De impact voor de kmo-werkgever zelf beperkt zich daarbij niet enkel tot de mobiliteitsproblemen zoals fileleed, maar vertaalt zich ook in verloren arbeidstijd, met verschillen per sector en regio.
In de industrie en bouw ervaren 36% van de kmo’s verloren arbeidstijd t.o.v. 24% in de dienstensector. Het fileleed treft dan weer de dienstensectoren en de kmo’s in regio Brussel, Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen het hardst.
Brussel het zwaarst getroffen: afhankelijk van openbaar vervoer speelt grote rol
De cijfers tonen aan dat vooral Brusselse kmo’s en hun werknemers getroffen worden: 29% van de Brusselse kmo-werknemers ondervindt hinder door de stakingen. In Vlaanderen is dat 14% en in Wallonië 10%. “Dat verschil valt te verklaren door de grotere afhankelijkheid van het openbaar vervoer in Brussel”, zegt Anneleen Verstraeten, juridisch expert kmo bij SD Worx. “Veel werknemers in en rond de hoofdstad pendelen met de trein, tram, metro of bus. In andere regio’s is de auto het voornaamste vervoermiddel”.
Opvallend is ook dat vooral kmo’s met een meerderheid aan bedienden sterker getroffen worden (18%) dan kmo’s met overwegend arbeiders (11%). “Bedienden wonen vaak verder van hun werkplek, wat hen afhankelijker maakt van transport. Hoewel telewerk intussen goed ingeburgerd is, blijft fysieke aanwezigheid in veel gevallen noodzakelijk”, aldus Verstraeten.
Niet alleen files: stakingen veroorzaken ook economische verliezen door verloren werktijd
Naast de mobiliteitsproblemen kampen veel kmo’s ook met verlies aan productiviteit. Gemiddeld ervaart meer dan één op vier (26%) sterke hinder door verloren arbeidstijd. Vooral in de industrie- en bouwsector is de impact het meest voelbaar: daar ondervindt 36% van de ondernemingen productiviteitsverlies. In de dienstensectoren ligt dat cijfer op 24%.
Regionale verschillen: hoe dichter bij Brussel, hoe zwaarder de verkeershinder
In het algemeen geldt: hoe dichter bij de hoofdstad, hoe meer fileleed. Kmo’s in Oost-Vlaanderen (49%) spannen samen met regio Brussel (46%) en Vlaams-Brabant (ook 46%) de kroon – bijna de helft van alle kmo’s ervaren sterke hinder.
Wat betreft verloren arbeidstijd zijn de regionale verschillen minder uitgesproken, al zijn de cijfers in Vlaams-Brabant (35%) en Oost-Vlaanderen (33%) het hoogst. Ook in Brussel, Antwerpen en West-Vlaanderen meldt meer dan een kwart van de kmo’s sterke hinder (28%).
De nationale staking van 25 juni onderstreept nogmaals hoe ingrijpend de impact is bij kmo’s en hun werknemers. Niet alleen vertraagt ze de mobiliteit van werknemers, ze dreigt ook de dagelijkse werking van ondernemingen te verstoren. Vooral in stedelijke regio’s, waar de afhankelijkheid van het openbaar vervoer groter is, voelen kmo’s de impact scherp. “Voor kmo’s betekent zo’n staking vaak een dubbele uitdaging. Enerzijds dreigen medewerkers vast te zitten in het verkeer of zelfs helemaal niet op het werk te raken. Anderzijds worden ondernemingen geconfronteerd met productiviteitsverlies en organisatorische onzekerheid Inzetten op duidelijke communicatie, flexibiliteit en indien mogelijk telewerk, blijft essentieel, maar dat is in de praktijk vaak makkelijker gezegd dan gedaan”, besluit Anneleen Verstraeten.
Bron: SD Worx