NL | FR | LU
Peoplesphere

Analyse RSVZ-cijfers : 13% van zelfstandigen in ons land is niet-Belg – in Brussel zelfs 42%.

Bijna 1 op de 8 zelfstandigen en helpers in ons land heeft niet de Belgische nationaliteit. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaat het zelfs om meer dan 4 op de 10. Dat blijkt uit een analyse van de meest recente cijfers van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) door het sociaal verzekeringsfonds Acerta. Opvallend: ruim de helft van de buitenlandse zelfstandigen is jongeren dan 45 jaar, terwijl 1 op de 3 Belgische zelfstandigen een 55-plusser is.

In ons land zijn 1.299.825 zelfstandigen actief, hoofd- en bijberoep samen (2024, RSVZ). 165.826 van hen hebben niet de Belgische nationaliteit. In absolute cijfers steeg het aantal niet-Belgen de voorbije jaren: +10% ten opzichte van 2020. Op de totale populatie van zelfstandigen blijft het aandeel niet-Belgen stabiel rond de 13% (ook het aantal Belgen-zelfstandigen is de laatste vier jaar met een kleine 10% toegenomen). Het aandeel niet-Belgische zelfstandigen is wel zeer ongelijk verdeeld over ons land: in het Vlaams en Waals Gewest gaat het over 9% niet-Belgen, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn de niet-Belgen goed voor 41,9% van de zelfstandigen.

Els Schellens, Director Service Delivery bij Acerta: “Het gaat hier om zelfstandigen en helpers die een andere nationaliteit hebben dan de Belgische. Personen die de Belgische nationaliteit hebben verworven, worden als Belgische zelfstandigen beschouwd en zijn niet opgenomen in de cijfers over niet-Belgen. De toename van het aantal niet-Belgische zelfstandigen sinds 2020 weerspiegelt een duidelijke trend: België wordt steeds aantrekkelijker voor ondernemers met een migratieachtergrond. Door een combinatie van demografische evoluties, opportuniteiten in bepaalde sectoren en de groeiende flexibiliteit van het zelfstandigenstatuut vinden steeds meer mensen van buitenlandse origine hun weg naar het ondernemerschap. Het is niet verrassend dat de meeste zelfstandigen met een migratieachtergrond in Brussel actief zijn. De stad telt veel inwoners zonder Belgische nationaliteit en zelfstandigheid is vaak een haalbare optie wanneer werken in loondienst moeilijker blijkt.”

Zelfstandige niet-Belgen jonger dan Belgen

Ruim de helft – 56% – van de niet-Belgische zelfstandigen en helpers is jonger dan 45 jaar. Bij de Belgen is de jongere leeftijdsgroep goed voor slechts 44%. 1 op de 3 Belgische zelfstandigen is ouder dan 55. Bij de niet-Belgen is slechts 1 op de 5 een 55-plusser.

Els Schellens: “Dat niet-Belgische zelfstandigen gemiddeld jonger zijn, is logisch. Ze maken vaak deel uit van recente migratiestromen, zijn doorgaans jonger bij aankomst en kiezen sneller voor ondernemerschap als toegang tot de arbeidsmarkt. In sommige gemeenschappen is zelfstandig ondernemen bovendien een gekende of gewaardeerde stap naar sociale vooruitgang.”

Niet-Belgen vooral actief in de nijverheid

De top 3 van sectoren waarin zelfstandigen actief zijn, loopt voor Belgen en niet-Belgen vrijwel gelijk. Er is alleen een verschillende nummer 1. Onder de Belgen is de sector van de intellectuele beroepen de grootste: ruim 1 op de 3 zelfstandigen (35,8%) is daarin actief; niet-Belgen zijn dan weer veruit het vaakst actief in de nijverheid (42,4% of 4 op de 10). Voor zowel de Belgen (26,3%) als de niet-Belgen (23,2%) komt de handel op de tweede plaats. De intellectuele beroepen komen op de derde plaats bij de niet-Belgen met 22,5%. Bij de Belgen komt de nijverheid op de derde plaats met 21,1%.

Els Schellens: “De handel springt eruit als gemeenschappelijke tweede sector voor zowel Belgische als niet-Belgische zelfstandigen. Dat bevestigt het brede en toegankelijke karakter van deze sector. De verschillen zitten vooral in de eerste plaats: Belgen zijn vaker actief in intellectuele beroepen, terwijl niet-Belgen hun weg vinden in de nijverheid, waar praktische vaardigheden primeren.”

Inkomen uit zelfstandige activiteit vaak lager bij Belgen dan bij niet-Belgen

Tot slot valt het op dat 1 op de 3 Belgische zelfstandigen en helpers een inkomen heeft dat lager ligt dan 5.000 euro. Bij de niet-Belgische zelfstandigen gaat het om ​ 1 op de 5. De verklaring voor dat lagere inkomen en het verschil tussen Belgen en niet-Belgen ligt in het aandeel zelfstandigen in bijberoep: van alle zelfstandigen met de Belgische nationaliteit is 28% zelfstandig in bijberoep, bij de niet-Belgen gaat het over 13% bijberoepers.

 

Bron: Acerta kan zich voor haar analyse beroepen op de meest recente cijfers van het RSVZ (beschikbaar sinds 19/05/2025). De analyse bevat aangesloten zelfstandigen en helpers. Data ‘Belgen’ werden afgeleid van de data ‘aangeslotenen’ min ‘niet-Belgen’.

This website is brought to you by Quasargaming.com's online Fruitautomaten games such as Speelautomaten and Gokautomaten.