6 op de 10 Belgische werknemers verplaatst zich met zijn privéwagen naar het werk en niet met een bedrijfswagen. Dat blijkt uit een onderzoek van Securex bij 1754 werknemers. Het zijn vooral werknemers met een job buiten de stad die beroep doen op een privéwagen om te gaan werken. In Wallonië gebruiken werknemers hun privéwagen (70%) nog meer dan in Vlaanderen (61%) en Brussel (25%).
Slechts 11% van de werknemers gaat met de bedrijfswagen naar het werk
71% van de Belgische werknemers maakt gebruik van een wagen om op het werk te geraken. 60% doet dit met een privéwagen, en slechts 11% met een bedrijfswagen. Enkel bedrijfswagens aanpakken is op zich dus niet dé oplossing om het fileprobleem op te lossen. 15% van de werknemers gaat te voet of met de fiets naar het werk en 14% neemt het openbaar vervoer.
“Het is logisch dat onze wegen dichtslibben”, klinkt het. “Als al deze mensen op hetzelfde uur op hun kantoor moeten zijn en ongeveer op hetzelfde uur weer stoppen, is dit onvermijdelijk. Deze verkeerssituatie kunnen we verbeteren door bijvoorbeeld snel werk te maken van een wettelijk kader voor glijdende uren. Ook het thuiswerk promoten waar het kan, biedt soelaas voor de toenemende congestie. Uit eerder onderzoek blijkt dat momenteel slechts 17% van de werknemers kan kiezen waar en wanneer hij werkt. 30% kiest waar hij werkt, en 31% wanneer. Nog heel wat verbeterpotentieel dus!”
Privéwagen voor buiten de stad
Het gebruik van de privéwagen om naar het werk te rijden verschilt van regio tot regio. Zo neemt in Wallonië 70% van de werknemers zijn privéwagen om te gaan werken terwijl dit in Vlaanderen 61% is. Van de werknemers in Brussel gebruikt slechts 1 op 4 zijn privéwagen om te gaan werken.
Of je binnen of buiten de stad woont, bepaalt eveneens het gebruik van de privéwagen. Van de werknemers die in de stad werken, komt 58% met de wagen, waarvan 48% met een privéwagen. Bij werknemers die buiten de stad werken, loopt dit al snel op tot 82%, waarvan 71% met een privéwagen.
Het openbaar vervoer als alternatief?
55% van de mensen die in Brussel werkt, beroept zich op het openbaar vervoer, tegenover slechts 14% in Wallonië en 9% in Vlaanderen. Bedienden en kaderleden (18%) maken meer dan dubbel zoveel gebruik van het openbaar vervoer om naar het werk te gaan dan arbeiders (7%). En ook meer vrouwen (17%) dan mannen gaan met het openbaar vervoer naar het werk (12%).
“Er is nog veel ruimte voor de overheid om in samenwerking met de sociale partners te werken aan een wettelijk kader dat creatieve oplossingen biedt voor zowel werktijd als werkplaats. En tevens dient ook het openbaar vervoer zijn steentje bij te dragen. Want met het openbaar vervoer ben je momenteel (gemiddeld genomen) nog altijd het langst onderweg, namelijk meer dan anderhalf uur. Dit verklaart ongetwijfeld waarom het openbaar vervoer als het meest belastende alternatief voor de wagen ervaren wordt”, klinkt het.
Verder: “Werknemers motiveren om hun woon-werktraject af te leggen aan de hand van een combinatie van wagen, openbaar vervoer en/of fiets is een goede oplossing om het mobiliteitsprobleem aan te pakken. De werkgever moet hiervoor natuurlijk openstaan en de nodige administratieve ondersteuning bieden.”