Op verzoek van de sociale partners heeft het Federaal Planbureau de bedrijfstakken geanalyseerd die de afgelopen jaren hun onderzoeks- en ontwikkelingsinspanningen hebben uitgebreid om te bepalen of deze ontwikkeling gepaard ging met de binnenlandse productie van nieuwe producten of met een verandering in de positie van België in mondiale waardeketens ten gunste van onderzoeksactiviteiten en ten koste van productieactiviteiten. Van de vier onderzochte bedrijfstakken zijn er voor Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten aanwijzingen van een relatieve specialisatie in Onderzoek en Ontwikkeling (O&O) die gedeeltelijk losgekoppeld is van eigen productie. Voor de andere bedrijfstakken zijn er meer aanwijzingen van een colocatie van O&O en productie in België.
De vier bedrijfstakken die zijn gekozen om hun belang in de Belgische O&O, zijn ook bedrijfstakken waarvan de productie dynamischer was dan die van de totale economie. Twee van die bedrijfstakken, Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten en Vervaardiging van informaticaproducten, elektronische en optische producten, behoren tot de verwerkende nijverheid en de twee andere bedrijfstakken, Informaticadiensten en Architecten en ingenieurs, behoren tot de diensten.
Hoewel het aandeel van de productie van geneesmiddelen in de totale productie van de farmaceutische sector gestegen is, lijkt het productieproces tijdens de periode 2009-2019 wijzigingen te hebben ondergaan. Het aandeel van het intermediair verbruik, vooral het ingevoerd intermediair verbruik, waaronder O&O, is sterk gestegen, het al hoge aandeel van het hooggekwalificeerd personeel is blijven toenemen (vooral het O&O-personeel), de kapitaalintensiteit is gedaald vanaf 2015 met een verschuiving van de kapitaalvoorraad ten voordele van immateriële vaste activa, vooral O&O, en ten nadele van materiële vaste activa.
Analyses op basis van bedrijfsgegevens geven een uiteenlopend beeld voor de vier beschouwde bedrijfstakken. Voor de bedrijfstak Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten zijn er aanwijzingen dat bedrijven zich specialiseren in kennisintensieve activiteiten, zoals O&O, waarbij immateriële vaste activa een belangrijkere rol zijn beginnen spelen en de aankopen van kapitaalgoederen, die nieuwe technologieën belichamen, aan belang inboeten. Dit lijkt te wijzen op een gedeeltelijke loskoppeling van O&O en productie. De concentratie van zowel O&O als toegevoegde waarde ligt in deze bedrijfstak veel hoger dan in de andere beschouwde bedrijfstakken. Bovendien behoren van de tien grootste bedrijven er negen tot een buitenlandse multinationale groep. De sterke toename van het intermediair verbruik is toe te schrijven aan een beperkt aantal van de grootste bedrijven.
De productie van Vervaardiging van informaticaproducten, elektronische en optische producten heeft zich gediversifieerd met een toenemende integratie van diensten (vooral: Reparatie en installatie en O&O). Het aandeel van het intermediair verbruik is vrij stabiel gebleven, ook al is het ingevoerde deel van dat verbruik gestegen. Terwijl het aandeel van het hoogopgeleid personeel is toegenomen, is het aandeel van het O&O-personeel de laatste jaren gedaald. Ook de kapitaalintensiteit daalde sterk tot 2016 en stabiliseerde zich daarna op een relatief laag niveau. Net als bij de Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten is de samenstelling van de kapitaalvoorraad verschoven ten gunste van immateriële vaste activa.
Van de geanalyseerde bedrijfstakken kende Architecten en ingenieurs de zwakste productiegroei, lichtjes hoger dan de totale economie over de periode 2009-2019. De samenstelling is echter nauwelijks veranderd: de productie van de bedrijfstak heeft vrijwel uitsluitend betrekking op product Architecten en ingenieurs; technische testen en toetsen. Het aandeel van het intermediair verbruik is ook stabiel gebleven over de beschouwde periode, maar alleen in deze bedrijfstak is het ingevoerde deel van dat verbruik gedaald. Het aandeel van het hoogopgeleid personeel, dat al zeer hoog was, is licht blijven toenemen met een stijging van het aandeel van het O&O-personeel.
Voor de bedrijfstakken Vervaardiging van informaticaproducten, elektronische en optische producten en Architecten en ingenieurs zijn er iets meer aanwijzingen voor een integratie van de verschillende activiteitensegmenten uit de waardeketen zoals de colocatie van O&O en productie. In deze twee bedrijfstakken zijn ‘slechts’ zes van de tien grootste bedrijven in buitenlandse handen.
De productie van de Informaticadiensten is duidelijk gestegen zonder dat de samenstelling ervan wijzigt. De bedrijfstak produceert bijna uitsluitend product Computerprogrammering, consultancy en aanverwante activiteiten; dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie. Het aandeel van het intermediair verbruik is stabiel gebleven, ook al is het ingevoerde deel van dat verbruik gestegen. Het aandeel van het hoogopgeleid personeel, dat al hoog is zoals in de bedrijfstak Architecten en ingenieurs, neemt licht toe. Die bedrijfstak kent ook een toename van het aandeel van het O&O-personeel. Het is de enige beschouwde bedrijfstak waarin de kapitaalintensiteit stijgt, met name dankzij de accumulatie van immateriële vaste activa en in het bijzonder van O&O.
Uit de bedrijfsgegevens blijken er in de bedrijfstak Informaticadiensten nog steeds aanzienlijke productieactiviteiten te zijn maar de bedrijven die hun productie verhoogden waren niet noodzakelijk de bedrijven met de hoogste O&O-uitgaven.
Wat de vier bedrijfstakken met elkaar gemeen hebben is dat de meerderheid van de grootste bedrijven tot een buitenlandse multinationale groep behoort waardoor het beslissingscentrum zich grotendeels in het buitenland bevindt. Ook blijkt in de meeste bedrijfstakken de creatie van toegevoegde waarde minder gepaard te gaan met jobcreatie en neemt het belang van immateriële activa toe.
Bron: Federaal Planbureau