NL | FR | LU
Peoplesphere

De ontsporing van de kosten is momenteel veruit het grootste probleem voor ondernemingen.

Elke zes maanden bevraagt het Verbond van Belgische Ondernemingen zijn leden-sectorfederaties om de economische temperatuur te meten. Op basis van dat onderzoek wordt een balans opgemaakt van de Belgische situatie en van de vooruitzichten voor het komende halfjaar. De inflatie zit in België aan een niveau van meer dan 9%, wat er via de automatische loonindexering voor zorgt dat de loonkosten in ons land in 2022-2023 met ongeveer 11% zullen stijgen, 5 procentpunt sneller dan in onze buurlanden.

De economische groei in ons land zal in 2023 dan ook nagenoeg tot stilstand komen (0,5%) door een daling van de bedrijfsinvesteringen en een steeds negatievere bijdrage van de netto-uitvoer.
Als de loon-prijsspiraal blijft aanhouden en de inflatie doorstijgt tot boven 10%, wordt een recessie in 2023 nog moeilijk te vermijden.

In onze vorige enquête deden de resultaten al vermoeden dat de eerste jaarhelft van 2022 minder goed zou worden dan 2021. De ondernemingen zagen al donkere wolken aan de horizon en waren sceptisch over een snelle oplossing voor hun problemen aan de aanbodzijde. De Russische invasie in Oekraïne wakkerde het pessimisme uiteraard nog verder aan, aangezien die de problemen aan de aanbodzijde (schaarste, prijsstijgingen) nog deed toenemen in omvang en scherpte.

Het conflict gooide immers olie op het vuur wat de grondstoffen- en energieprijzen betreft en zorgde zo voor ontsporende bedrijfskosten en een ongemeen krachtige toename van de inflatie (de OESO gaat voor Belgiëuit van een inflatie van 9% in 2022, en 4,8% in 2023). Door ons systeem van automatische loonindexering heeft dat uiteraard grote gevolgen voor de ontwikkeling van de loonkosten. De vorige loononderhandelingen rekenden op een indexering van 2,85% voor de periode 2021-2022. Maar volgens de laatste prognoses van de gezondheidsindex van het Federaal Planbureau (juni 2022), zal dat eerder 7,6% zijn. Het jaar nadien zou de indexering ook nog altijd 5,1% bedragen.

Dus bovenop de stijgende kosten voor energie, grond- en hulpstoffen en transport, krijgen de ondernemingen ook nog eens te kampen met een veel sterkere stijging van hun loonkosten dan bij de belangrijkste concurrenten in de nabije buurlanden. Al die kostenstijgingen samen doen de bedrijfskosten gemiddeld met 20 à 30% stijgen t.o.v. vorig jaar. Dat is ongezien.

Als bedrijven die kostenstijgingen doorrekenen in hun binnenlandse verkoopprijzen zal dat de loon-prijsspiraal verder aanzwengelen. Die loon-prijsspiraal is overigens al volop aan het draaien, met een onderliggende inflatie die nu al boven 5% ligt.

Als bedrijven de kostenstijging doorrekenen aan hun buitenlandse klanten, zal dat dan weer wegen op hun marktaandelen en dus op de exportgroei.

Waar bedrijven de kostenstijging niet (kunnen) doorrekenen, komt hun rendabiliteit in het gedrang, waardoor de manoeuvreerruimte voor investeringen verkleint.

De bedrijfsinvesteringen en de netto-uitvoer zullen zich in de komende 6 tot 18 maanden dan ook ongunstig ontwikkelen, wat de economische groei zal vertragen tot nog 0,5% in 2023.

Als de loon-prijsspiraal bovendien blijft draaien en de inflatie doorstijgt tot 10 à 15%, wordt een recessie in 2023 nog moeilijk te vermijden.

Om dat ongunstige scenario af te wenden, zijn de volgende maatregelen nu dringend nodig:

  • In de eerste plaats moet er dringend tripartiet overleg worden opgestart om na te gaan hoe de competitiviteitscrisis kan worden aangepakt en hoe het welvaartsverlies als gevolg van de oorlog billijk kan worden verdeeld over bedrijven, consumenten en overheid. Zo kan er worden overwogen om de impact van de automatische indexering van de lonen tijdelijk in te perken tot er meer zekerheid is over de loonstijgingen in de buurlanden. De maatregelen die in Luxemburg (het enige andere continentaal-Europese land met een systeem van automatische loonindexering) zijn genomen, strekken daarbij tot aanbeveling. Daar zijn werkgevers, werknemers en de overheid tot een tripartiet akkoord gekomen waarbij een schijf van 2,5% indexering wordt uitgesteld naar volgend jaar of het jaar daarna. Om tegelijk de koopkracht voor de laagste inkomens te ondersteunen, wordt de personenbelasting verlaagd voor de laagste vier inkomensdecielen.
  • Andere maatregelen die eventueel kunnen worden overwogen zijn: de lonen enkel in procenten indexeren tot een bepaald loonniveau (bv. 2% tot een loon van 3.500 euro bruto), en boven dat loonniveau een forfaitaire indexering toepassen (bv. van 70 euro). Daarnaast kan in het kader van het sectoraal sociaal overleg worden nagedacht over het beter valoriseren van de index, bv. door de geplande verhogingen van de brutolonen eerder te gebruiken voor de harmonisering van de tweede pensioenpijler tussen arbeiders en bedienden.
  • In elk geval zal voor de volgende IPA-periode 2023-2024 de loonnormwet correct moeten worden toegepast om een geleidelijk herstel van ons concurrentievermogen op gang te brengen.
  • Om de energiekosten voor de bedrijven beheersbaarder te maken, zouden de bijzondere accijnzen op elektriciteit voor de bedrijven (minstens tijdelijk) op nul kunnen worden gezet. En voor de grotere, meer energie-intensieve bedrijven kunnen de transportkosten van Elia best met 90% worden teruggeschroefd, het maximum dat Europa toelaat en ook al van toepassing is in Duitsland, Nederland en Frankrijk.
  • Tegelijk is het belangrijk om de nodige maatregelen te nemen om onze arbeidsmarkt dynamischer te maken en het arbeidsaanbod te vergroten. Het is in de huidige context van arbeidsmarktkrapte, stijgende lonen en inflatoire druk, niet langer houdbaar dat we als land met een van de laagste werkgelegenheidsgraden in Europa tegelijk ook de hoogste vacaturegraad hebben. Daartoe is een aangescherpt activeringsbeleid door de gewestelijke bemiddelingsdiensten meer dan urgent.


Bron : VBO – Focus Conjunctuur

This website is brought to you by Quasargaming.com's online Fruitautomaten games such as Speelautomaten and Gokautomaten.