Op dinsdag 24 januari 2023 hebben de sociale partners overeenstemming bereikt over een aanvullende cao die de voorwaarden regelt voor de toekenning van de fietsvergoeding voor woon-werkverplaatsingen. De overeenkomst voorziet in de betaling van een fietsvergoeding van 0,27 euro per gefietste kilometer.
De werknemer moet de fiets regelmatig voor zijn woon-werktraject gebruiken en moet ook de meest geschikte abonnementsformule voor zijn verplaatsingsgewoonten kiezen, zodat de werkgever niet twee keer dezelfde verplaatsing hoeft te betalen. Het bedrag van de vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd.
Het gaat om een aanvullende cao. Dat betekent dat in sectoren en bedrijven die cao’s hebben gesloten die voorzien in een specifieke vergoeding voor woon-werkverplaatsingen met de fiets, die cao’s van toepassing blijven, ook als het bedrag van de vergoeding lager is dan 0,27 euro.
De cao treedt in werking na de goedkeuring van de door de regering toegezegde compensatiemaatregelen en dat uiterlijk op 1 mei 2023. Die compenserende maatregelen (belastingkrediet) zijn onontbeerlijk. Anders zal de cao onwettig moeten worden verklaard, aangezien ze in strijd is met de wet op het concurrentievermogen en met de nulmarge.
“Het VBO is tevreden met het akkoord over de aanvullende cao waarin de modaliteiten van de fietsvergoeding worden geregeld. Met deze aanvullende cao houden de sociale partners en de sectoren het dossier in handen. Bovendien kan dankzij dit akkoord een algemene fietsvergoeding worden vermeden voor sectoren waar daarover al een sectoraal akkoord bestaat”, aldus Monica De Jonghe, bestuurder-directeur-generaal en Executive Manager van het competentiecentrum Werk & Sociale zekerheid van het VBO. “Hoewel we de moeilijke context waarin de onderhandelingen plaatsvonden betreuren, zijn we tevreden dat de sociale partners tot een akkoord zijn kunnen komen. Ze hebben daarmee aangetoond dat ze akkoorden kunnen sluiten in complexe economische situaties. We hopen nu dat de regering dit akkoord zal respecteren.”
Bron: VBO