Voor het eerst ziet de top van de jaarlijkse lijst van de meest innovatieve bedrijven van BCG er anders uit. In het wereldwijde overzicht van meer dan 2.500 grote innovation leaders staat Apple dit jaar op de derde plaats; Google (of het moederbedrijf Alphabet) en Amazon stijgen respectievelijk naar de eerste en tweede plaats. Microsoft en Samsung maken de top vijf compleet.
Hoewel technologiebedrijven negen plaatsen in de top tien bekleden, bestaat de top 50 voor meer dan de helft uit traditionele bedrijven. Adidas (#10), Boeing (#11), BASF (#12), Johnson & Johnson (#14) en DowDuPont (#15) staan in de top 15. T-Mobile (#13), DowDuPont, Vale (#19), Stryker (#35) en Rio Tinto (#49) staan voor het eerst in de lijst.
Het toenemende belang van digitale technologie blijft een globale megatrend voor innoverende ondernemers. In haar nieuwste rapport, The Most Innovative Companies 2019: The Rise of AI, Platforms en Ecosystems, stelt BCG vooral vast dat innovatoren steeds vaker AI omarmen als een manier om nieuwe producten en diensten te ontwikkelen en interne innovatie te verbeteren. Daarnaast zetten innovatoren vooral in op technologieplatformen en de daarmee verwante ecosystemen, om bronnen van externe innovatie en differentiatie aan te boren.
“Vandaag draait alles rond digitale technologie en externe innovatie”, zegt Ramón Baeza, senior partner van BCG en co-auteur van het rapport. “Alle bedrijven uit de top tien – en veel bedrijven uit de top 50 – maken gebruik van AI, platformen en ecosystemen om zelf nieuwe producten, diensten en manieren van werken te ontwikkelen en ook anderen die kans te bieden. ”
AI krijgt voet aan de grond
Van de ondervraagden gaf 90% aan dat hun bedrijf investeert in AI. Meer dan 30% verwacht dat AI in de komende drie tot vijf jaar een van de innovatiedomeinen met de grootste impact op hun bedrijf zal zijn. Bijna 30% focust zijn innovatieprogramma’s actief op AI.
Er is duidelijk sprake van een competentiekloof als het gaat om het gebruik van AI. Meer dan 65% van de personen die zichzelf omschrijven als sterke innovatoren vinden dat ze een meer dan gemiddelde kennis van AI hebben, tegenover slechts 2% van de zwakkere innovatoren. Iets minder dan 20% van alle respondenten ziet hun organisatie als een sterke innovator die tegelijk bovengemiddeld sterk is in AI (deze groep wordt in het rapport de AI-leiders genoemd). Van alle AI-leiders vindt 94% AI belangrijk voor de toekomstige groei van hun organisatie, en dat tegenover 56% van de AI-achterblijvers (respondenten die de AI-mogelijkheden van hun organisatie onder het gemiddelde inschatten).
“AI zal een significante impact hebben op bedrijfsprocessen, maar het grootste potentieel ligt in het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten die na verloop van tijd belangrijke inkomstenstromen kunnen genereren”, zegt Michael Ringel, senior partner van BCG en co-auteur van het rapport. “AI-leiders zijn nu al de lijnen aan het uitzetten voor de toekomst,” stelt hij, en hij wijst erop dat AI-leiders veel hogere verkoopspercentages rapporteerden van producten en diensten die de afgelopen drie jaar gelanceerd werden en die gebruikmaken van AI.
Van de AI-leiders zegt 46% dat producten en diensten die gebruikmaken van AI 16% of meer van de omzet uitmaken, tegenover 10% voor de achterblijvers. Bovendien zien zowel AI-leiders als achterblijvers AI in de toekomst een grotere rol spelen, waarbij 54% van de leiders en 22% van de achterblijvers verwachten dat in de komende vijf jaar meer dan 16% van de verkoop afkomstig zal zijn van producten en diensten die gebruikmaken van AI.
Sterke innovatoren doen een beroep op externe bronnen
Het toenemend gebruik van AI is een van de factoren die de groeiende belangstelling voor platformen en ecosystemen verklaren. AI-leiders zeggen dat ze meer geneigd zijn om externe leveranciers te gebruiken voor AI-projecten, waarbij 36% volledig afhankelijk is van externe leveranciers en nog eens 48% vooral gebruik maakt van externe diensten of een mix van interne en externe capaciteit. Die aanpak kan leiders helpen om snel bij te leren over AI, want er is nog steeds een gebrek aan expertise.
Het rapport van dit jaar laat zien dat organisaties steeds meer op zoek gaan naar nieuwe ideeën buiten de grenzen van hun eigen bedrijf. Partnerschapsmodellen zijn in opmars: van 2015 tot 2018 maken meer sterke innovatoren gebruik van incubators (stijging van 59% naar 75%), academische partnerschappen (stijging van 60% naar 81%) en partnerschappen met bedrijven (stijging van 65% naar 83%).
“Dankzij digitale technologieën ontstaan er samenwerkingsplatformen en daarmee kunnen dan weer ecosystemen worden ontwikkeld waarbinnen een groep organisaties nieuwe capaciteiten, een nieuw product of dienstengamma kan uitbouwen. Zo’n ecosysteem kan ook gebruikt worden voor de ontwikkeling van een nieuwe tak binnen de wetenschap of technologie,” zegt Florian Grassl, partner van BCG en co-auteur van het rapport. “Toch zien niet alle ecosystemen er hetzelfde uit. Het bindmiddel tussen de verschillende deelnemers kan geld zijn, maar kennis, data, competenties en community kunnen even belangrijk zijn.”
Sommige ecosystemen zijn een uitbreiding van de traditionele manieren van organiseren en zakendoen. In dat geval zijn ze meestal opgebouwd rond een centrale orkestrator waarmee alle andere deelnemers interageren, en bestaan ze uit gevestigde hiërarchieën en structuren. Andere ecosystemen, waaronder veel van de ecosystemen die betrokken zijn bij de vroege onderzoeksfase van R&D, zijn doorgaans dynamischer. Ze zijn minder afhankelijk van een centrale orkestrator en meer gebaseerd op de veelvuldige interacties tussen deelnemers.
Bron : BCG