Het ‘Board Monitor’ 2024-rapport van Heidrick & Struggles toont de huidige trends in de samenstelling en werking van raden van bestuur. Het bureau gespecialiseerd in Executive Search en Leadership Consulting publiceert de 8ste editie van zijn jaarlijkse ‘Board Monitor’ rapport, dat gegevens van 19 landen verzamelt, waaronder België. De studie, die specifiek de 33 nieuwe bestuurders van de BEL 20 onder de loep neemt, toont aan dat Belgische raden van bestuur minder betrokken zijn bij de activiteiten van bedrijven dan in andere landen. Daarnaast is er een grotere vertegenwoordiging van ‘actieve leden’ (leden die naast hun rol als bestuurder nog een operationele functie bekleden) en wordt er veel aandacht besteed aan duurzaamheid.
Belgische raden van bestuur hebben vertrouwen in hun uitvoerend comité
De betrokkenheid van raden van bestuur bij de bedrijfsactiviteiten verschilt aanzienlijk van land tot land, en België kenmerkt zich door een eigen aanpak. 63% van de nieuwe leden van de raden van bestuur van de BEL 20 stellen een toenemende betrokkenheid van de raad van bestuur bij de operationele taken van het bedrijf vast. Hoewel dit cijfer hoog lijkt, is het het laagste van alle onderzochte landen. Vergeleken met onze buurlanden, onderscheidt België zich duidelijk van Frankrijk (80%), Nederland (85%) en Duitsland (88%).
Volgens Marie-Hélène De Coster, Partner bij Heidrick & Struggles Belux, toont dit cijfer aan dat Belgische boards meer vertrouwen hebben in hun uitvoerend comité dan in andere landen: “Het is een uitstekende zaak dat de Belgische raden van bestuur zich niet te veel mengen in het beheer van de bedrijfsactiviteiten, want dat is simpelweg niet hun taak. Hun rol is om het uitvoerend comité uit te dagen en te begeleiden in hun beslissingen, niet om het te vervangen. Dit stelt hen in staat zich meer te focussen op de ontwikkeling van een langetermijnvisie voor het bedrijf, terwijl de uitvoerende comités de leiding hebben over de operationele taken. Het feit dat dit cijfer van betrokkenheid in andere landen hoger ligt, suggereert dat het vertrouwen in de uitvoerende comités daar niet zo groot is als in België.”
De Coster benadrukt daarnaast dat ook de rol van bedrijven sterk aan het veranderen is, met een steeds grotere focus op maatschappelijke, milieugerelateerde en soms (geo)politieke aspecten. De missie van de raad van bestuur wordt daardoor nog belangrijker, omdat het aan hen is om het bedrijf te begeleiden in deze transformatie door een gepaste strategische visie te hanteren. Sommige sterk gereguleerde sectoren – zoals banken – of sectoren in transitie – zoals de energiesector – vereisen door hun specifieke bestuursstructuur echter een grotere betrokkenheid van de raad van bestuur bij de operationele taken.
Steeds meer leden van Belgische raden van bestuur oefenen een operationele functie uit naast hun bestuursrol
De ‘Board Monitor’ toont verder dat 61% van de nieuwe leden van de raden van bestuur van de BEL 20 nog steeds een professionele activiteit uitoefent naast hun functie als bestuurder, een significante stijging ten opzichte van 2022 (45%). Deze ontwikkeling stelt bestuurders, die een uitvoerende functie combineren met hun rol als bestuurder, in staat om waardevolle inzichten te delen. Het verrijkt bovendien de gesprekken met de collega-leden van de raad van bestuur, het uitvoerend comité en in het bijzonder de CEO. Hierdoor bieden deze actieve bestuurders aan een uitvoerend comité voeling met de realiteit en de uitdagingen van een organisatie. Zweden blijft koploper op dit vlak met 85% van de nieuwe leden van de raad van bestuur die ook professioneel actief zijn.
Belgische raden van bestuur blijven diversifiëren
Het rapport toont ook een trend naar meer generatiediversiteit binnen de raden van bestuur. Ondanks dat de gemiddelde leeftijd van nieuwe bestuursleden is gestegen (van 53 jaar in 2022 naar 56 jaar), is de leeftijd van het jongste nieuwe lid van een raad van bestuur opnieuw gedaald naar 36 jaar, vergeleken met 37 jaar vorig jaar.
Op het gebied van genderdiversiteit toont de studie van Heidrick & Struggles een daling van het aantal nieuwe vrouwelijke bestuurders in de Belgische raden van bestuur. Dit jaar bestond 39% van de nieuwe benoemingen in de Belgische raden van bestuur uit vrouwen, vergeleken met 60% vorig jaar. Hoewel dit als een negatieve ontwikkeling voor gendergelijkheid kan worden gezien, is het eerder een terugkeer naar een stabiel evenwicht, na enkele jaren van toenemende feminisering van de raden van bestuur.
“In België is het idee van gendergelijkheid voldoende gerijpt en zou het niet langer als een onderwerp van discussie moeten worden beschouwd. Hoewel er nog vooruitgang moet worden geboekt op het gebied van gendergelijkheid, is het principe voldoende ingeburgerd en geïntegreerd, waarschijnlijk meer binnen de Belgische raden van bestuur dan binnen de uitvoerende comités. België is dus goed op weg om te voldoen aan de richtlijn van de Europese Unie, die een minimumgrens van 40% oplegt voor het minst vertegenwoordigde geslacht”, zegt Marie-Hélène De Coster.
Wat nationaliteit betreft, vermeldt het rapport dat er ongeveer evenveel nieuwe bestuurders van Belgische origine (48%) zijn als van buitenlandse origine (52%).
Marie-Hélène De Coster benadrukt: “Multiculturalisme is een van de grote troeven van België. We beschikken niet alleen over de capaciteit om ons talent internationaal in te zetten, maar ook om diverse profielen naar België te halen. Deze culturele diversiteit is een absolute meerwaarde voor de raden van bestuur van bedrijven, die zo hun horizon verbreden.”
Het is opmerkelijk dat 39% van de Belgische respondenten aangaf nog nooit in een raad van bestuur te hebben gezeteld, en dat 24% van hen ook geen eerdere ervaring had op C-level. Dit toont aan dat bedrijven ervoor openstaan om hun raad van bestuur met nieuwe profielen te verrijken. Het is bovendien een van de hoogste percentages in vergelijking met de andere bestudeerde landen. Alleen Zwitserland heeft meer nieuwe leden zonder C-suite ervaring dan België op Europees niveau (33%).
Duurzaamheid boven cyberveiligheid bij Belgische bestuurders
9% van de nieuw benoemde bestuurders heeft ervaring met duurzame ontwikkeling, wat een van de drie grote thema’s is waar raden van bestuur meer tijd aan willen besteden, naast nieuwe technologieën en geopolitieke kwesties. Het valt op dat geen van de respondenten ervaring heeft met cyberveiligheid, ondanks dat dit ook hoog op de lijst van prioriteiten staat. Deze trend is ook zichtbaar in veel andere Europese landen, met uitzondering van enkele landen zoals Polen en Noorwegen, die vooroplopen met respectievelijk 9% en 8%.
“Het aandeel profielen dat gespecialiseerd is in duurzame ontwikkeling is goed in balans, gelet op het feit dat raden van bestuur bepaalde ontwikkelingen, zoals de opkomst van nieuwe technologieën zoals artificiële intelligentie, niet kunnen negeren. Wat cyberveiligheid betreft, is het niet verrassend dat dit minder vaak voorkomt als expertise binnen raden van bestuur (afhankelijk van de sector). Dit is een nichegebied dat vooral relevant is voor het uitvoerend comité, dat verantwoordelijk is voor de rapportage aan de raad van bestuur. De raad van bestuur moet bestaan uit complementaire en evenwichtige profielen om een holistische kijk te bieden op het bedrijf, zijn ecosysteem en uitdagingen in een fluctuerende geopolitieke context”, concludeert Marie-Hélène De Coster.
Bron : Heidrick & Struggles