In april 2022 telt het Brussels gewest 84.459 werkzoekenden. Dat zijn er 5,4% minder dan in april 2021. De jongerenwerkloosheid daalt op haar beurt met 8,5%. Actiris ontving rechtstreeks 6.895 werkaanbiedingen, 72,5% meer dan in april vorig jaar. De cijfers bevestigen dat de Brusselse arbeidsmarkt zich in een opwaartse trend bevindt.
Eind april telt het Brussels Gewest 84.459 werkzoekenden en heeft het een werkloosheidsgraad van 14,7%. Dat betekent een daling op jaarbasis (-4.860 personen, -5,4%). Op maandbasis noteren we een daling van 1.419 personen (-1,7%). De jongerenwerkloosheidsgraad bedraagt op zijn beurt 21,2%. Brussel telt 8.197 jonge werkzoekenden in april 2022, 762 personen minder dan een jaar geleden (-8,5%).
Dat de instroom in de klassieke werkloosheid voorlopig niet sterk stijgt wordt verklaard door het feit dat het effect van de Covid-19-crisis momenteel voornamelijk wordt geregistreerd in termen van tijdelijke werkloosheid en overbruggingsrechten. Vele werkgevers doen een beroep op tijdelijke werkloosheid, omdat hun activiteiten stilgevallen zijn na de dringende maatregelen die werden genomen om de verspreiding van het coronavirus in te dijken. Op het hoogtepunt van de gezondheidscrisis, oftewel in april 2020, waren er ongeveer 1.135.000 tijdelijk werklozen in België, waaronder ongeveer 92.000 Brusselaars (ongeveer 27% van de Brusselse werknemers). Wat het overbruggingsrecht betreft, hebben in april ook ongeveer 388.000 zelfstandigen een overbruggingsrecht ontvangen, waaronder 49.000 Brusselaars (oftewel 57% van de zelfstandigen in Brussel).
In 2021 bleven veel werknemers en zelfstandigen gebruik maken van de tijdelijke werkloosheid en van het overbruggingsrecht. In de eerste zes maanden van 2021 hebben ongeveer 37.500 werknemers en 13.500 zelfstandigen in Brussel van deze maatregelen gebruik gemaakt. Hoewel hun aantal in 2021 geleidelijk is gedaald, werden tijdens de laatste 6 maanden van 2021 nog tussen de 15.000 en 22.000 Brusselse werknemers als tijdelijk werkloze geteld en maakten tussen de 1.500 en 5.000 Brusselse zelfstandigen gebruik van het overbruggingsrecht.
Dit heeft als gevolg dat de klassieke werkloosheidscijfers voorlopig minder sterk variëren. Door middel van tijdelijke werkloosheid kunnen ondernemingen immers massale ontslagen vermijden. Om recht te hebben op een tijdelijke werkloosheidsuitkering hoeven werkzoekenden niet ingeschreven te zijn bij de openbare tewerkstellingsdiensten.
De werkloosheidsgraad
Eind april 2022 bedraagt de werkloosheidsgraad in het Brussels Gewest 14,7% (14,2% voor de mannen en 15,3% voor de vrouwen). In april 2021 bedroeg de werkloosheidsgraad 15,7%.
De werkloosheidsgraad is gemeten op basis van de meest recente beschikbare gegevens van de beroepsbevolking. Deze wordt berekend aan de hand van de gegevens van de Nationale Bank en van de Enquête naar de arbeidskrachten van de FOD Economie. Op basis van een kruising van deze gegevens stellen we een stijging vast van de werkende beroepsbevolking in 2020 van 0,9% ten opzichte van het jaar daarvoor.
Kenmerken en evolutie van de niet-werkende werkzoekenden
Eind april 2022 telt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 84.459 niet-werkende werkzoekenden (NWWZ). Dit komt neer op een daling op jaarbasis (-4.860 personen, -5,4%).
De instroom in de werkloosheid bedraagt voor de maand april 7.674 personen (6.011 herinschrijvingen en 1.663 nieuwe inschrijvingen). Daartegenover staat een uitstroom van 9.093 personen. Op maandbasis komt dit neer op een daling van het aantal NWWZ met -1.419 personen (-1,7%).
Het Brussels Gewest telt 52.811 werkzoekenden die een uitkering hebben aangevraagd (WZUA), 4.834 jongeren in beroepsinschakelingstijd en 26.814 andere NWWZ die verplicht of vrij zijn ingeschreven.
In deze laatste categorie (“andere NWWZ”) vinden we personen terug die nog geen inschakelingsuitkering hebben ontvangen (die een aanvraag hebben ingediend bij de RVA), personen die uitgesloten werden van werkloosheidsuitkeringen en die zich opnieuw zijn komen inschrijven bij Actiris, personen met een leefloon en personen zonder vervangingsinkomen. We vermelden dat een belangrijk deel van deze werkzoekenden afhankelijk zijn van de OCMW’s of nog geen enkel vervangingsinkomen hebben.
Actiris kan, via een rechtstreekse gegevensstroom afkomstig van de POD Maatschappelijke Integratie, de werkzoekenden identificeren die op dit moment of in een recent verleden recht hebben op een leefloon of equivalent. Van de 84.459 ingeschreven NWWZ in april 2022 waren er 12.353 werkzoekenden gebruikers van het OCMW (hetzij 14,6% van het totaal van de NWWZ). Dit aandeel is hoger bij de jongeren: onder de 8.197 jonge NWWZ, zijn er 2.212 gebruikers van het OCMW, hetzij 27,0%.
We stellen een daling vast op jaarbasis van de uitkeringsgerechtigde werkzoekenden (WZUA) met 10,2%. We stellen ook een daling vast van het aantal jongeren in beroepsinschakelingstijd op jaarbasis (-733 personen, -13,2%). Het aantal andere NWWZ steeg op jaarbasis met 7,5%.
Stijging van het aantal rechtstreeks ontvangen werkaanbiedingen
Actiris ontving in april 2022, 6.895 werkaanbiedingen (WA) rechtstreeks. Dit is een stijging is van 72,5% vergeleken met april 2021 en is zelfs een viervoud van het aantal van april 2020. Ook zonder rekening te houden met de werkaanbiedingen van het type “Interim” blijft het duidelijk een hoger aantal dan in april 2021 (+62,0%) en in vergelijking met april 2020 (+199,0%).
Hoewel de gezondheidscrisis het aantal ontvangen werkaanbiedingen aanzienlijk heeft doen dalen, met name in bepaalde sectoren zoals de horeca en de handel, wordt sinds enige tijd opnieuw een aanzienlijke toename van het aantal werkaanbiedingen geconstateerd.
Sinds meerdere maanden is het volume van rechtstreeks door Actiris ontvangen werkaanbiedingen immers aanzienlijk gestegen. De belangrijkste verklaring hiervoor heeft te maken met een verbeterde registratie van het aantal interim-werkaanbiedingen. In april registreerde Actiris 2.222 ontvangen interim-werkaanbiedingen, terwijl dit er vorig jaar nog 1.112 waren en 114 in april 2020.
De toename van het aantal ontvangen werkaanbiedingen kan echter ook worden verklaard door een geleidelijk en steeds duidelijker herstel van de economische activiteit, bijvoorbeeld in de sectoren horeca, handel, transport en bouw.
Bron: Actiris