Een van de taken van artistieke creatie is het anticiperen op en voorspellen van onze toekomst. Creatieve mensen zijn boodschappers en soms zelfs orakels. Door hun gevoeligheid voor de wereld om ons heen slagen kunstenaars er vaak in om de spijker op zijn kop te slaan en ons te vertellen wat ons te wachten staat.
Zo hebben we de afgelopen jaren in stilte, misschien zonder het ons te realiseren, de opkomst van een sociaal romantisme gezien in onder andere onze bioscopen en boekhandels. De moderne helden zijn arme arbeiders, die in gedeïndustrialiseerde regio’s wonen en strijden tegen achteruitgang en onrechtvaardigheid. De moderne helden zijn ‘bedelaars’… En ze zijn erg ontevreden, klaar om in ‘opstand’ te komen. Onze managers en leiders kunnen niet zeggen dat ze niet gewaarschuwd zijn.
De sociale herfst staat (alweer) voor de deur. Het is een terugkerend fenomeen, gekenmerkt door enkele beheerste sociale bewegingen die ondanks het belang van de inzet geen echte invloed hebben op de gang van zaken. Zal het dit jaar anders zijn, gezien de aangekondigde opstand van degenen die niet profiteren van de groei?
De afwijzing van verworven posities
Wat is een ‘bedelaar’? Hoe kunnen we deze status definiëren, die niet erg benijdenswaardig lijkt en toch betrekking heeft op een steeds groter aantal mensen, al dan niet actief, die moeite hebben om rond te komen? Statistieken volstaan niet om te weten of we er al dan niet toe behoren. Het drukt ook, en misschien zelfs vooral, een gevoel van overheersing en/of onderwerping uit dat zwaar wordt ervaren en vooral op economisch vlak merkbaar is. En dat gevoel wordt ondraaglijk.
De woede van de armen richt zich natuurlijk op degenen die het beter hebben en die we hier ironisch genoeg de meesters van de wereld zullen noemen. Zij belichamen op een bepaalde manier macht, rijkdom en ‘veiligheid’. Hoe ze in hun bevoorrechte positie zijn gekomen, doet er eigenlijk niet zoveel toe. Wat vandaag telt, is de manier waarop zij hun macht uitoefenen. En de ambities die zij voor morgen ontwikkelen en de vele kansen die daaruit voortvloeien.
We moeten dus begrijpen dat de armen niet zeggen dat het vroeger beter was. Zij leven niet in nostalgie en verwerpen verandering en innovatie niet. Zij eisen gewoon dat zij kunnen deelnemen aan de vooruitgang.
Minachting moet worden beschouwd als een ernstige fout op managementniveau.
Er zijn veel te veel mensen in onze bedrijven waarvan we ons niet eens meer bewust zijn dat ze er zijn. Ze passen duidelijk niet in de prioritaire plannen omdat we niet zien hoe ze een actieve rol kunnen spelen in de transformatie van het bedrijf, of omdat we denken dat ze niet in staat zijn om hun vaardigheden te ontwikkelen. Soms terecht, dat moet gezegd worden… Dit leidt echter tot een nare overtuiging: dat ze behoren tot de categorie van de vergeten mensen, wier aanwezigheid wordt getolereerd maar nooit doorslaggevend is. Wie kan daar nog tevreden mee zijn, zeker in een werkomgeving waar het vooral draait om betrokkenheid, motivatie en initiatief nemen?
Laten we dit nog eens benadrukken: elke managementfunctie brengt een morele verantwoordelijkheid met zich mee. Iedereen moet in aanmerking worden genomen, met zijn of haar sterke en zwakke punten. Minachting door managers moet worden beschouwd als een ernstige fout, en bovendien als een economische aberratie. Natuurlijk wordt in sommige gevallen ons vermogen tot geduld en verdraagzaamheid op de proef gesteld. Maar elke manager moet zich echt bewust zijn van de impact van zijn beslissingen en zijn gedrag op het leven van zijn medewerkers, vaak ver buiten de louter professionele sfeer.
Eenvoudige en duurzame principes om samen te zijn (don’t believe the hype)
Gezien deze morele plicht die managers hebben om de arbeidswereld aantrekkelijk te maken (sommigen, die wat redelijker zijn, zouden zeggen ‘draaglijk’ …), mogen we niet de verkeerde hefboom gebruiken. Laten we eerlijk zijn: onze collega’s geven niets om modieuze concepten als veerkracht, wendbaarheid of robuustheid. Ze zijn vaak zo verstandig om af te wachten tot deze concepten weer uit de mode raken, samen met de strategen en consultants die ze promoten. Ze worden ook niet gemotiveerd door prestaties en resultaten waar ze zelf weinig van profiteren.
Het gaat hier om eenvoudige principes, die vandaag net zo actueel zijn als gisteren en morgen. Waar hebben we het over? Over oprechte respect, collegialiteit en delen. En soms ook over overleven, voordat we kunnen nadenken over het welzijn in onze respectieve posities.
Een uitnodiging, nog een, om zowel nederigheid als verantwoordelijkheid te tonen ten aanzien van de uitdagingen. Een dringende noodzaak om te begrijpen en, wie weet, de opstand te voorkomen van de armen die steeds vastberadener zijn om de strijd aan te gaan…
Jean-Paul Erhard