De keuze van een vervoerswijze wordt beïnvloed door tal van factoren. Om een milieuvriendelijker vervoersbeleid te kunnen voeren, ten gunste van het openbaar vervoer en actieve vervoerswijzen, is het belangrijk om de beweegredenen van het individu te kennen. Welke factoren bevorderen dan wel belemmeren het gebruik van een bepaalde vervoerswijze?
In december 2019 voerde het onderzoeksbureau iVOX een enquête uit op verzoek van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. Het doel was om informatie te verzamelen over verschillende factoren die van invloed zijn op het gebruik of niet-gebruik van de belangrijkste vervoerswijzen: de trein, MTB (metro/tram/bus), verplaatsingen per fiets of te voet, eigen wagen en carpooling. Voor deze enquête werd een panel van 2000 personen, representatief voor de Belgische bevolking, ondervraagd.
Openbaar vervoer niet efficiënt genoeg
Een groot percentage van de respondenten betreurt dat het openbaar vervoer onvoldoende doeltreffend is in vergelijking met andere vervoerswijzen of dat het de gewenste bestemmingen niet altijd goed bedient. Uit de enquête kan echter worden geconcludeerd dat een toename van het aantal rechtstreekse verbindingen en een betere aansluiting tussen de verschillende vormen van openbaar vervoer een positieve impact op het gebruik van het openbaar vervoer zouden hebben en de multimodaliteit zouden bevorderen. Ook blijkt dat mensen die regelmatig de trein nemen, positiever zijn over de voordelen ervan dan degenen die nooit de trein nemen.
Onvoldoende parkeergelegenheid
Uit de enquête blijkt eveneens dat het parkeervraagstuk een aanzienlijke invloed heeft op het gebruik van het openbaar vervoer. Enerzijds ontmoedigt het gebrek aan parkeerplaatsen in de stations potentiële treingebruikers. Anderzijds zet het feit dat men zich op de bestemming geen zorgen hoeft te maken over het parkeren van de wagen mensen ertoe aan om andere vormen van vervoer te nemen, zoals de trein, de tram of de bus.
Een gevoel van onveiligheid
Wat de actieve vervoerswijzen betreft, afgezien van de weersomstandigheden en het reliëf, uiten de respondenten een gevoel van onveiligheid op de openbare weg. Verplaatsingen per fiets of te voet kunnen worden gestimuleerd door de wegeninfrastructuur (fietspaden, wandelpaden, voetpaden, enz.) te verbeteren, zodat de gebruikers alleen de aangename, gezonde en milieuvriendelijke kant onthouden die ze zelf aan deze verplaatsingswijzen hebben toegeschreven.
Carpooling als oplossing?
De respondenten beschouwen carpooling als een goedkoper en milieuvriendelijker alternatief voor de wagen en als een middel om files te verminderen. Carpooling kan dan ook oplossingen bieden voor een aantal mobiliteitsproblemen in verband met de wagen en meer in het bijzonder met autosolisme. Tal van obstakels die carpooling ontmoedigen, moeten echter nog worden overwonnen: het gebrek aan flexibiliteit, de afhankelijkheid van collega’s, de druk en het tijdverlies bij het maken van onderlinge afspraken.
Natuurlijk heeft elke gebruikelijke vervoerswijze zowel voordelen als nadelen. Dit onderzoek heeft het mogelijk gemaakt om verbeteringspunten aan het licht te brengen om een duurzamer mobiliteitsbeleid te overwegen. Zoals het versterken van het aanbod van het openbaar vervoer of het verbeteren van de veiligheid van zwakke weggebruikers.
Bron: FOD Mobiliteit en Vervoer