Na de maanden april en mei waarin de werkgelegenheid daalde, noteerden we in juni en juli een toename van het aantal werkenden. Ondertussen lijkt een ommekeer ingezet want voorlopige resultaten uit de Enquête naar de Arbeidskrachten voor de maand augustus van dit jaar, tonen opnieuw een daling van het aantal werkenden in de maand augustus. We zien daarbij vooral een sterke afname van het aantal loontrekkenden, het aantal zelfstandigen blijft vrij stabiel.
De werkgelegenheidsgraad van 20-64-jarigen wordt voor augustus geschat op 68,8%, het laagste niveau sinds het begin van de gezondheidscrisis. Bij de 55-plussers neemt het percentage werkenden nog toe maar in de andere leeftijdsgroepen neemt de werkgelegenheidsgraad sterk af in vergelijking met het niveau van de maanden ervoor. Het is vooral in Vlaanderen dat de werkgelegenheidsgraad daalt. In Wallonië blijft de daling van het percentage werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar beperkt en in Brussel nemen we in augustus zelfs een lichte stijging waar ten opzichte van de voorgaande maand. De werkgelegenheidsgraad van 20-64-jarigen wordt voor augustus geschat op 61,6% in Brussel, 72,3% in Vlaanderen en 65,0% in Wallonië.
IAB-werkloosheidsgraad stabiliseert op 6,7% in augustus
Terwijl de IAB-werkloosheidsgraad van 15-64-jarigen in de maanden maart en april nog een dalende trend vertoonde, begon deze vanaf de maand mei in stijgende lijn te evolueren. In juli nam de IAB-werkloosheidsgraad plots sterk toe, van 5,4% naar 6,7%. In augustus stabiliseert het cijfer op 6,7%. In Brussel noteren we na een sterke stijging in juli opnieuw een daling van de werkloosheidsgraad, terwijl we in Vlaanderen en Wallonië dan weer een lichte toename van de werkloosheidsgraad waarnemen. De werkloosheidsgraad van 15-64-jarigen bedraagt 13,4% in Brussel, 5,0% in Vlaanderen en 7,8% in Wallonië.
Sterke toename van het aantal inactieven
De sterke afname van de werkgelegenheid, gecombineerd met een stabilisatie van de werkloosheid in de maand augustus gaat gepaard met een omvangrijke toename van het aantal inactieven. In augustus zijn 4.382.000 personen inactief ten opzichte van 4.237.000 in de maand juli.
Toch blijft dit nog een stuk onder het niveau van april en mei dit jaar, toen het aantal inactieven nog hoger lag. Maar in die periode lag het aantal IAB-werklozen een stuk lager dan we in augustus. Dit had te maken met het feit dat in het begin van de Covid-19-crisis veel personen zonder job niet actief op zoek gingen naar een job, of niet binnen de twee weken beschikbaar waren om te beginnen werken, omdat ze bijvoorbeeld voor de kinderen moesten zorgen. Deze groep werd volgens de IAB-definities bij de inactieven gerekend. Sinds de zomer lijkt het er echter op dat een deel van die groep zowel opnieuw actief op zoek gaat naar werk als ook terug beschikbaar is om binnen twee weken te beginnen werken. Wanneer aan deze beide voorwaarden voldaan is worden ze niet meer bij de inactieven gerekend, maar wel bij de IAB-werklozen.
Als we vergelijken met augustus vorig jaar, dan zien we nu meer inactiviteit bij zowel mannen als vrouwen. Vooral in Vlaanderen en bij de groep van middengeschoolden (diploma hoger secundair) is de toename het grootst in vergelijking met vorig jaar. Ook blijft de groep inactieven die beschikbaar is, maar niet actief zoekt vrij groot en ligt het niveau ook beduidend hoger dan in de maand augustus van vorig jaar.
Vakantie belangrijkste reden van afwezigheid
Nog meer dan in maart, waar we ons slechts in twee van de vier referentieweken in lockdown bevonden, had de crisis een grote impact op de arbeidsduur in de maanden april en mei. In april 2020 had meer dan 44% van de werkenden tijdens de referentieweek waarover ze bevraagd werden minder dan gewoonlijk gewerkt of helemaal niet gewerkt. Het ging daarmee om 2,1 miljoen werkenden. In de maand mei zagen we al een eerste positief effect van de doorgevoerde versoepelingen en daalde het aantal tot zo’n 1,6 miljoen. In de maand juni daalde dat aantal nog verder tot 1,1 miljoen werkenden. In de maanden juli en augustus stijgt het aantal werkenden dat aangeeft niet of minder dan gewoonlijk gewerkt te hebben opnieuw naar respectievelijk 1,6 en 1,5 miljoen werkenden maar daar speelt de vakantieperiode uiteraard een belangrijke rol in.
Enerzijds is er de groep van personen die aangeeft helemaal niet te hebben gewerkt tijdens de referentieweek. In augustus 2020 gaat het om 1,1 miljoen personen, wat ongeveer hetzelfde aantal is als in augustus vorig jaar. De belangrijkste reden van afwezigheid is vakantie. Dit is het geval voor 813.000 personen met een job. Dit aantal ligt 115.000 eenheden onder het aantal van augustus vorig jaar. De tweede belangrijkste reden om helemaal niet gewerkt te hebben tijdens de referentieweek is ziekte, ongeval of tijdelijke arbeidsongeschiktheid. Deze groep bestaat in augustus uit 165.000 personen. Bij 59.000 personen is tijdelijke werkloosheid de belangrijkste reden van afwezigheid tijdens de ganse referentieweek, dit aantal ligt een kleine 9.000 eenheden lager dan in juli.
Anderzijds is er de groep personen die aangeeft minder te hebben gewerkt tijdens de referentieweek. Deze groep bestaat in augustus 2020 uit 355.000 personen, of bijna 100.000 personen minder dan in augustus 2019. Op het hoogtepunt van de crisis in april 2020 bestond deze groep uit 760.000 personen. Vakantie is voor 172.000 personen de belangrijkste reden om minder te werken dan gewoonlijk. Dit aantal ligt ongeveer de helft lager dan in augustus vorig jaar. Daarna volgt tijdelijke werkloosheid, met 51.000 personen. Dit aantal ligt 19.000 eenheden lager dan in juli maar toch nog beduidend hoger dan voor de crisis.
Gemiddelde effectieve arbeidsduur per week ongeveer gelijk als in augustus vorig jaar
Omwille van vakantie ligt de gemiddelde effectieve arbeidsduur per week in de vakantiemaanden gewoonlijk onder die van de andere maanden. In juli 2020 presteerden werkenden gemiddeld 26 uur per week in hun hoofdjob. In augustus bedraagt deze gemiddelde arbeidsduur 26,7 uur, hetgeen zelfs iets hoger ligt dan de gemiddelde arbeidsduur in augustus vorig jaar die 26,4 uur bedroeg.
Bron : Statbel – Datalab