Met één blik op de evolutie van de cijfers over verlofsystemen kunnen we besluiten dat ons land heel wat uiteenlopende verlofstelsels telt. In dit artikel buigen we ons over het tijdskrediet (privésector), de loopbaanonderbreking (publieke sector) en de thematische verloven. Thematische verloven omvatten ouderschapsverlof, palliatieve zorg, medische bijstand en verlof voor mantelzorgers.

Als we alle verlofstelsels samennemen, dan stellen we in 2023 een lichte stijging (+2,4%) vast vergeleken met 2022. Over een langere periode zien we sinds 2015 een neerwaartse trend, voornamelijk als gevolg van de verschillende hervormingen van de afgelopen jaren. Terwijl de tijdskredieten de laatste tijd eerder stabiliseren, zien we een sterkere stijging bij de thematische verloven, in het bijzonder bij het ouderschapsverlof.

De uitsplitsing naar geslacht laat zien dat vrouwen over het algemeen vaker gebruik maken van verlofstelsels: 61,1% van de begunstigden (alle stelsels samen) is vrouw. Er zijn echter verschillen tussen de stelsels. Iets minder dan 2/3 van de mensen die thematische verloven opnemen is vrouw. Bij de tijdskredieten zien we een positieve evolutie, daar is de man-vrouwverdeling bijna gelijk (53,4% vrouwen). De evoluties doorheen de tijd tonen over het algemeen een positieve trend in de genderverdeling van verschillende verlofstelsels, ook al gaat het om een relatief langzame trend.

Het VBO acht het meer dan noodzakelijk om werk te maken van een globale hervorming van de verlofstelsels. Die moet gestoeld zijn op vijf basisprincipes: eenvoud en transparantie, gendergelijke opname van de verloven, budgettaire neutraliteit, kwalitatieve, betaalbare en toegankelijke kinderopvang en efficiënte arbeidsorganisatie.

Bron: VBO – Competentiecentrum Werk & Sociale Zekerheid