2020 gaat de geschiedenisboeken in als een buitengewoon jaar. Nooit eerder heeft de RVA, in zijn 86-jarige geschiedenis, zo veel werknemers en werkgevers ondersteund. De arbeidsmarkt werd uitzonderlijk zwaar getroffen door de coronacrisis. 2,3 miljoen mensen kregen uitkeringen van de RVA in 2020. Dat is 1 op 3 van de actieve bevolking. En het zijn er bijna 900.000 meer dan het jaar ervoor. 170.000 werkgevers kregen op de een of andere manier steun van de RVA. Dat zijn 2 werkgevers op 3 en dat is 70% meer dan in een normaal jaar.
Nooit eerder lag het aantal tijdelijk werklozen in België zo hoog als in 2020.
Tijdens de eerste lockdown in maart 2020 is het aantal tijdelijk werkloze werknemers van de ene dag op de andere exponentieel gestegen. In april werd de kaap van een miljoen tijdelijk werkloze werknemers overschreden! Ook aan het einde van 2020 bleef de tijdelijke werkloosheid hoger dan tijdens de piek van de crisis van 2009. Er waren maandelijks gemiddeld 504.657 werknemers tijdelijk werkloos.
In totaal kregen bijna 1,4 miljoen werknemers in de loop van 2020 minstens één uitkering tijdelijke werkloosheid. Dat komt overeen met een gemiddelde van 196.865 budgettaire eenheden (dus voltijds equivalenten) per maand in 2020. Dat is 10 keer meer dan in 2019 (19.186). En dat is niet alleen het hoogste cijfer sinds de Tweede Wereldoorlog. De omvang van tijdelijke werkloosheid is ook twee keer groter dan tijdens de vorig piek in 1981 (93.271 budgettaire eenheden) en drie keer groter dan tijdens de financiële en economische crisis van 2009 (60.196 budgettaire eenheden). In 2020 werden alle sectoren en alle werknemers getroffen, ook de bedienden. Dat was niet zo in 1981 en veel minder in 2009.

Minder uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (werkzoekenden en niet-werkzoekenden samen, met of zonder bedrijfstoeslag).
De vergoede volledige werkloosheid is globaal met 3,3% gedaald in 2020.
Het aantal werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen is voor het eerst sinds 2016 opnieuw gestegen (+3%). Die stijging is enkel te wijten aan de daling, als gevolg van de crisis, van het aantal personen die uit de werkloosheid zijn geraakt. Het aantal nieuwe werklozen blijft dalen. Dat komt vooral door het stelsel van tijdelijke werkloosheid en het moratorium op de faillissementen. Die twee maatregelen beschermen werknemers tegen ontslag. Maar er zijn ook minder mensen uit de werkloosheid geraakt, naar een job, arbeidsongeschiktheid, of naar een opleiding.
Die stijging met 3% werd wel gecompenseerd door een sterke daling van het aantal niet-werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (-37%).
Het gemiddelde aantal UVW ligt op 378.147 uitkeringsgerechtigden per maand. Dat zijn 339.266 werkzoekende UVW en 38.881 niet-werkzoekende UVW (vooral werklozen met bedrijfstoeslag of oudere werklozen die zijn vrijgesteld van de inschrijving als werkzoekende).
Stijging van het aantal aanvragen om onderbrekingsuitkeringen door corona-ouderschapsverlof
In 2020 ontvingen gemiddeld 252.045 werknemers per maand een onderbrekingsuitkering. Dat is een stijging met 1,1% op jaarbasis. Het gaat om de eerste stijging van het aantal onderbrekingsuitkeringen sinds 2015. Die evolutie wordt sterk beïnvloed door het corona-ouderschapsverlof. In totaal hebben 96.054 mensen een beroep gedaan op die mogelijkheid. Bij bijna de helft was dat ter vervanging van een andere vorm van onderbreking.
Tot slot lag het aantal aanvragen om onderbrekingsuitkeringen die bij de RVA werden ingediend nooit zo hoog (529.456, dat is een stijging met 51%). En dat hoewel het gemiddelde aantal personen dat in 2020 onderbrekingsuitkeringen heeft ontvangen slechts licht is gestegen (+1,1%).
De bijkomende uitgaven die dienen als sociale en economische investering
De totale financiële impact van de coronacrisis in 2020 op de RVA-uitkeringen bedraagt 4,7 miljard EUR. 4 miljard EUR daarvan is voor tijdelijke werkloosheid.
De crisis had dus een sterke impact op de uitgaven van de RVA. Die zijn met 75% gestegen ten opzichte van de vooruitzichten. Maar dankzij de verschillende maatregelen werden de werknemers beschermd tegen ziekte, werd het inkomsten en banenverlies beperkt, werd de levensvatbaarheid van ondernemingen in stand gehouden en werd de economie ondersteund. Zonder die maatregelen en uitgaven zouden de menselijke, sociale en economische kosten voor de maatschappij veel hoger liggen. De maatregelen zullen ook de relance vergemakkelijken zodra de situatie het toelaat.
Bron: RVA