Met de opkomst van transportmiddelen zoals e-steps en elektrische fietsen is het aantal alternatieven voor de auto in een stroomversnelling gekomen. Deze ‘zachte mobiliteitsshift’ beïnvloedt ook de trends die we vaststellen in statistieken van woon-werkongevallen. Dat blijkt uit een analyse van de coöperatieve verzekeraar P&V Groep, die woon-werkongevallen van de afgelopen zeven jaar heeft onderzocht naar aanleiding van de Werelddag voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk aanstaande zondag 28 april.
Woon-werkongevallen en hun impact vereisen voornamelijk preventieve maatregelen waarbij rekening moet worden gehouden met de transportvoorkeuren van elke werknemer. Bovendien dient men passende maatregelen te treffen door rekening te houden met de specifieke kenmerken van elke regio.
Na een zekere stabiliteit in de periode voorafgaand aan Covid , lijkt het aantal woon-werkongevallen de laatste jaren weer toe te nemen”, stelt coöperatieve verzekeraar P&V Groep vast op basis van 11.000 ongevalsmeldingen. P&V Groep is de verzekeraar die op de Belgische markt vertegenwoordigd wordt door de merken P&V en Vivium. In 2022 en 2023 is het aantal woon-werkongevallen met 15% gestegen in vergelijking met de periode voor de lockdown. Bovendien maken ongevallen van en naar het werk een groter deel uit van het totale aantal meldingen dat door werkgevers wordt ingediend dan voorheen.
Naast de frequentie speelt ook de ernst van het ongeval een belangrijke rol. Volgens de cijfers van de P&V Groep leidt één op de drie ongevallen met werkonderbreking (dat wil zeggen een ongeval waarbij een werknemer minstens één dag niet kan werken) tot een arbeidsongeschiktheid van meer dan een maand. Eén op de tien slachtoffers van een ongeval met werkonderbreking moet meer dan drie maanden herstellen.
“Hoewel het aantal ongevallen ten opzichte van 2019 lijkt toe te nemen, blijft de ernst van de ongevallen stabiel, maar niettemin zorgwekkend. Om deze arbeidsongevallen – soms met een langdurige afwezigheid tot gevolg – tot een minimum te beperken, raden we werkgevers aan om de aard van de ongevallen van werknemers te identificeren. Op basis daarvan kunnen ze dan een passend preventieplan opstellen en telewerken of flexibele werktijden overwegen om op die manier het aantal ongevallen tijdens de spitsuren te verminderen en de werknemers beter bewust te maken van de gevaren” zegt Tom Dauwen, Adviseur Preventie en Risico’s bij de P&V Groep.
Vroege ochtend en winter, de verliezende combinatie
Volgens de analyse van de P&V Groep houdt de weg naar het werk meer gevaren in dan de terugweg. Er worden zelfs 50% meer ongevallen gerapporteerd in de ochtend dan aan het einde van de werkdag . Wat de seizoenen betreft, merkt de P&V Groep op dat er ook 50% meer woon-werkongevallen plaatsvinden in de herfst-winterperiode dan in de lente-zomerperiode. De combinatie van de ochtendspits en de winterperiode is dus het meest risicovol voor werknemers die onderweg zijn naar het werk. Mogelijke verklaringen voor deze resultaten zijn stress aan het begin van de dag, druk verkeer tijdens de ochtendspits, gebrek aan daglicht of zelfs wegen met weinig of geen zichtbaarheid in de winter.
De P&V Groep heeft ook vastgesteld dat er een correlatie is tussen het tijdstip van het ongeval en de ernst ervan. Een werknemer die vóór 7 uur ’s ochtends vertrekt, heeft 40% meer kans op een ongeval met arbeidsongeschiktheid van meer dan een maand, en 50% meer kans op een arbeidsongeschiktheid van meer dan 3 maanden.
Significante, regionale verschillen
België kent veel regionale verschillen, en het woon-werkverkeer vormt daarop geen uitzondering. In Wallonië gebruiken mensen doorgaans nog steeds het liefst hun auto, en dan voornamelijk in landelijke gebieden. In Vlaanderen daarentegen is de fiets populairder omwille van de betere fietsinfrastructuur. Deze verschillen komen uiteraard terug in de ongevallenstatistieken voor het woon-werkverkeer, te beginnen met het toenemende gebruik van tweewielers (fietsen, e-steps, scooters).
Het aandeel woon-werkongevallen waarbij een tweewieler betrokken is, is sinds 2017 met maar liefst 50% gestegen. In Vlaanderen is dit vervoermiddel dan ook bijzonder populair geworden; de tweewieler is er sinds 2020 het meest voorkomende vervoermiddel dat betrokken is bij woon-werkongevallen. In 2023 zal het verantwoordelijk zijn voor bijna 45% van de ongevallen. In Brussel waren tweewielers ook de voornaamste reden van ongevallen in 2023, met een aandeel van 20%. Hoewel het aandeel ongevallen met tweewielers in Wallonië tussen 2018 en 2023 is gestegen van 6% naar 19%, blijft de auto het meest betrokken vervoermiddel bij woon-werkongevallen, goed voor meer dan een derde van de ongevallen.
“Als we de ernst van een ongeval vergelijken met het aantal dagen afwezigheid zijn ongevallen met tweewielers niet ernstiger dan andere ongevallen. In feite komen ze op de derde plaats, na valpartijen van voetgangers van een hoogte (zoals een trap) of valpartijen door een gewone val. We raden werkgevers aan om rekening te houden met specifieke regionale geplogenheden. Maatregelen kunnen immers sterk verschillen in stedelijke en landelijke gebieden. Werkgevers in het noorden van het land zullen hun werknemers bewust moeten maken van de risico’s van fietsen alsook van de preventieve maatregelen die ze moeten treffen. Werkgevers in Wallonië zullen zich daarentegen moeten richten tot automobilisten” legt Tom Dauwen van de P&V Groep uit.
Verband tussen leeftijd en ernst van het ongeval
Terwijl het moeilijk is om te achterhalen of een bepaalde leeftijdsgroep vaker het slachtoffer is van woon-werkongevallen dan andere, lijkt er toch een nauw verband te zijn tussen de leeftijd en de ernst van de gevolgen. Naarmate iemand ouder wordt, kunnen de gevolgen ernstiger zijn, wat bijgevolg resulteert in een langere revalidatieperiode. Volgens de P&V Groep heeft een werknemer van 61 jaar 5,4 keer meer kans op ernstige complicaties ten gevolge van een woon-werkongeval dan een 20-jarig slachtoffer. Bovendien heeft die oudere werknemer ook meer kans op langdurige arbeidsongeschiktheid.
Wat het type vervoermiddel betreft, blijkt dat naarmate werknemers ouder worden, ze ook minder auto-ongevallen hebben. Ze worden wel vaker het slachtoffer van voetgangersongevallen (vallen, uitglijden, struikelen), en die zijn het ernstigst in termen van langdurige arbeidsongeschiktheid.
“Veiligheid op de weg van en naar het werk is een gedeelde verantwoordelijkheid. Preventie blijft aangewezen, zowel binnen het bedrijf – met experten die zich bezighouden met het opstellen van passende veiligheidsplannen – als daarbuiten waar men rekent op een verstandig gedrag van elke burger. Bedrijven kunnen bijvoorbeeld rij- en fietsopleidingen aanbieden in steden. Bovendien is het belangrijk dat werknemers zich nooit moeten haasten naar het werk, aangezien dat vaak leidt tot ongevallen. Uiteindelijk beschikken we allemaal – werkgevers, werknemers, overheden en verzekeraars – over de middelen en de kennis om een veiligere omgeving te creëren voor iedereen op de weg naar het werk of naar huis.” concludeert Tom Dauwen, Adviseur Preventie en Risico’s bij de P&V Groep.
Bron: deze analyse is gebaseerd op de portefeuille arbeidsongevallen van de P&V Groep, die meer dan 10.000 verzekerde werkgevers/ondernemingen omvat. De portefeuille van verzekerden vormt een representatief panel van de Belgische arbeidsmarkt. De P&V Groep analyseerde in totaal 11.000 meldingen van woon-werkongevallen.