9 tot 15% van de bevolking behoort tot de sandwichgeneratie: zij nemen zorgtaken op voor zowel de (klein)kinderen als de (schoon)ouders en combineren dit met een job. Omwille van allerlei redenen (stereotype rolverdeling, lager loon, meer aangesproken door verschillende verlofstelsels,…) nemen vrouwen vaker de zorgtaken op zich. Nochtans zien we dat de mannelijke sandwich aan een inhaalbeweging bezig is: de tijd die vaders in Vlaanderen aan kinderzorg besteden nam tussen 1999 en 2013 met ruim één uur per week toe.
Dit halveert het verschil met de moeders. Toch is er nog heel wat werk aan de winkel voor de mannelijke sandwich want mannen zorgen nog steeds minder én anders.
Naar aanleiding van ‘Internationale Mannendag’ op maandag 19 november brengen ESF Vlaanderen en het Kenniscentrum Gezinswetenschappen van hogeschool Odisee deze opvallende trend onder de aandacht.
ESF Vlaanderen hecht veel belang aan gelijke kansen voor mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt en subsidieert daarom ook het transnationaal project ‘Broodje MIXLL’ van het Kenniscentrum Gezinswetenschappen. Zij kijken na hoe de sandwichgeneratie kan ondersteund worden en gaan op zoek naar goede voorbeelden in het buitenland.
De Sandwichgeneratie: wie? 
Personen, meestal tussen 45 en 65 jaar oud, die zowel zorgen voor een oudere als een jongere generatie, en dit combineren met een job. Ze kunnen zich dus ‘gesandwicht’ voelen tussen deze verschillende verantwoordelijkheden.
Wat met de mannelijke sandwich?
Hoewel vrouwen nog steeds meer zorg opnemen, zowel voor kinderen en ouderen als voor personen met een ziekte of be- perking, en er ook meer vrouwen zijn die (mantel)zorg opnemen dan mannen, toch zien we dat mannen bezig zijn met een inhaalbewe- ging. In Vlaanderen is de tijd die vaders aan kinderzorg besteden met ruim één uur per week toe- genomen tussen 1999 en 2013, wat het verschil met de moeders halveert (Vanderleyden & Callens, 2015).
De oorzaken van deze genderkloof in zorg zijn complex, maar een ervan is alvast dat mannen nog steeds door de band genomen meer werken en (onder meer daardoor) meer verdienen dan vrouwen.
Zo is in 2017 in het Vlaams Gewest 77,8% van de mannen van 50-64 jaar oud beroepsactief, tegenover 71,4% van de vrouwen (Statbel – EAK).
Met hoeveel zijn ze?
De Sandwichgeneratie is een beperkte groep. Zo’n 9 tot 15% van de bevolking draagt zorg voor een jongere en oudere generatie (DeRigne & Ferrante, 2012). En uit cijfers van 2014 blijkt dat 56% van de mantelzorgers ook beroepsactief is (Bronselaer, Vandezande, Vanden Boer, & Demeyer, 2016).
Door de verhoging van de levensverwachting enerzijds en de pensioenleeftijd anderzijds, en in het kader van de vermaatschappelijking van de zorg, wijst alles erop dat de Sandwichgeneratie zal toenemen.
Door de inkomenskloof gaan, als die nood zich stelt, vrouwen eerder minder werken en zorg opnemen, dan mannen. Ook financiële tegemoetkomingen van overheidswege, zoals thematische verloven en tijdskrediet, blijken vooral vrouwen aan te spreken.
Een andere mogelijke verklaring dat vrouwen vaker minder gaan werken en meer zorg opnemen is de typisch mannelijke copingstrategie ‘maintaining the status quo’. Mannelijke mantelzorgers vinden het belangrijk om niet te veel te worden opgeslorpt door hun zorgende taak en willen dat hobby’s, vrienden en werk een even belangrijke plaats blijven innemen in hun leven (Spendelow, Adam, & Fairhurst, 2017).
De genderkloof blijkt ook bij grootouders hardnekkig aanwezig. Werkende grootvaders nemen 35,76% op van de totale tijd die werkende grootouders besteden aan kleinkinderen (Leopold & Skopek, 2014). Toch doet België het in vergelijking met andere Europese landen niet slecht.
Zorgen mannen anders?
Wanneer mannen zorg opnemen, hanteren ze andere zorgstijlen. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat mannen meer administratieve, financiële en vervoerstaken op zich nemen, maar ook bijvoorbeeld meer spelen met de kinderen, en dat vrouwen vaker helpen in het huishouden, met de persoonlijke verzorging en instaan voor het relationele aspect van de zorg (de Boer, de Klerk, & Merens, 2015; Carroll & Campbell, 2008; Craig & Jenkins, 2016; Audenaert, 2018).
Dit kan verklaard worden door een copingstrategie die mannelijke mantelzorgers hanteren: ze zetten graag de eigen sterktes en competenties in bij de zorg, zoals administra- tieve of management skills. Op die manier zouden krijgen de zorgende taken meer “status” (Spendelow, Adam, & Fairhurst, 2017).
Bron : Kenniscentrum Gezinswetenschappen van de Odisee- hogeschool