Maar liefst 87 procent van de organisaties in de Benelux heeft de intentie om het komende jaar te investeren in Generatieve AI (GenAI). Maar slechts 6 procent van de bedrijven die GenAI gebruiken, heeft dit ook volledig geïntegreerd in zijn reguliere processen. Dat blijkt uit het GenAI marktonderzoek van SAS, dat eerder dit jaar is uitgevoerd door Coleman Parkes Research Ltd. Het onderzoek toont aan dat de Benelux ver achterophinkt tegenover de VS en China, wat betreft de implementatie en het gebruik van AI.
SAS liet een onderzoek uitvoeren naar het wereldwijd gebruik van GenAI. Voor dit onderzoek werden 1.600 besluitvormers van organisaties wereldwijd – waaronder de Benelux-regio – ondervraagd op het gebied van GenAI-strategie en data analytics. In het onderzoek geeft 18 procent van de respondenten uit de Benelux aan dagelijks gebruik te maken van GenAI. Toch blijkt dat slechts 6 procent van de bedrijven in de Benelux gebruikmaakt van GenAI, dit ook volledig heeft geïntegreerd in zijn reguliere processen. Organisaties in de Verenigde Staten lopen met 24 procent voorop als het gaat om maturiteit en volledige implementatie van GenAI-technologieën, vergeleken met 19 procent in China, 11 procent in het Verenigd Koninkrijk. De Benelux hinkt dus duidelijk achterop wat betreft de implementatie van GenAI.
Een derde (34%) van de Benelux-organisaties gebruikt GenAI, maar zit nog in de test- of experimenteerfase. Verder geeft 4 op de 10 respondenten aan dat ze van plan zijn om GenAI binnen één tot twee jaar te gaan gebruiken. In China werkt men momenteel het meest met GenAI. Besluitvormers in China melden dat 83 procent van hun organisaties de technologie gebruikt. In het Verenigd Koninkrijk werkt 70 procent met AI, in de VS 65 procent.
Voordelen gebruik GenAI
Uit het onderzoek blijkt dat 67 procent van de organisaties in de Benelux verwacht dat generatieve AI innovatie stimuleert en een voorsprong geeft op de concurrentie. Zo ondervinden organisaties die GenAI inzetten of ermee experimenteren al verschillende voordelen zoals:
- 100 procent merkt verbeteringen in klanttevredenheid en -retentie;
- 88 procent ziet verbeteringen in risicomanagement- en compliance maatregelen en een verbeterde werknemerservaring en -tevredenheid;
- 82 procent ervaart verbeteringen in de efficiëntie van de verwerking van grote datasets;
- 71 procent ziet een tijdsbesparing en lagere operationele kosten.
Governance en compliance
Een van de doelen van het onderzoek was om obstakels te identificeren waarmee organisaties worden geconfronteerd bij de implementatie van GenAI. Het grootste obstakel is het effectief gebruik van zowel publieke als bedrijfseigen datasets (62%). Gevolgd door problemen bij het ontwikkelen van generatieve AI van conceptfase naar praktisch gebruik (56%) en de integratie met bestaande systemen en processen (56%).
De grootste uitdaging bij het gebruik van GenAI is volgens 84 procent van de ondervraagden dataprivacy dat op de voet wordt gevolgd door databeveiliging (82%). Ook governance is een zorg volgens 66 procent van de respondenten.
Wanneer het over GenAI governance en compliance gaat, is er inderdaad nog werk aan de winkel. Slechts iets meer dan de helft (52%) van de Benelux-organisaties geeft aan een GenAI-beleid te hebben dat voorschrijft hoe medewerkers de technologie wel of niet mogen gebruiken voor het bedrijf. In de APAC-regio geeft 71 procent van de respondenten aan een GenAI-beleid te hebben geïmplementeerd, gevolgd door Noord-Amerika (63%), Zuidwest- en Oost-Europa (60%), Noord-Europa (58%) en LATAM (52%). Bijna de helft (44%) van de bedrijven is voorbereid op de huidige en aangekondigde regelgeving met betrekking tot generatieve AI. En slechts 9 procent heeft een beproefd en uitgebreid governance framework klaarliggen rondom GenAI.
Benelux-organisaties hebben bij de implementatie van een effectieve governance en monitoring van GenAI te maken met: technologische beperkingen (31%), gebrek aan duidelijke richtlijnen of normen (22%) en gebrek aan transparantie en aansprakelijkheid (18%).
Van de respondenten die van plan zijn om het komende boekjaar in GenAI te investeren, geeft 94 procent van de APAC-respondenten aan dat zij daar een specifiek budget voor hebben. In Noord-, Zuidwest- en Oost-Europa gaat het om 91 procent, in Noord-Amerika om 89 procent en in de LATAM-regio om 84 procent. Waar de Benelux achterblijft in de implementatie en beleid, is dat niet het geval voor het voorzien van een specifiek budget. Maar liefst 92 procent van de Benelux-respondenten die plant om in GenAI te investeren, heeft hiervoor ook budget voorzien.
Wereldwijde regio’s boeken vooruitgang met GenAI
De wereldwijde onderzoeksresultaten laten zien dat de verschillende regio’s van start gaan met de invoering van GenAI, maar in een verschillend tempo. Daarbij loopt de Benelux-regio ver achter op de grootmachten.
Véronique Van Vlasselaer, Analytics en AI lead bij SAS: “De Benelux moet met een groot inhaalmanoeuvre grootmachten zoals China en de VS bijbenen op vlak van GenAI. Gelukkig zien we dat Benelux-organisaties de voordelen inzien van GenAI en van plan zijn om hier binnen één tot twee jaar in te investeren. De Benelux hanteert een voorzichtigere aanpak, waarbij governance en compliance van het begin wordt meegenomen in de implementatie en processen. Dat geeft ons zonder twijfel voordelen op lange termijn, maar we mogen zeker niet te lang aarzelen om GenAI te omarmen. Deze technologische vooruitgang zal ongekende productiviteitswinsten en competitieve voordelen geven op wereldschaal. Hoe sneller we schakelen, hoe groter het voordeel. Het ontwikkelen van een vooruitstrevende en doordachte strategie en investeren in technologie die integratie, governance en uitlegbaarheid van grote taalmodellen mogelijk maakt, zijn cruciale stappen die wereldwijd onmisbaar zullen zijn in de toekomst.”
Bron: SAS – Coleman Parkes ondervroeg 1.600 besluitvormers in belangrijke wereldwijde markten. De respondenten zijn werkzaam in verschillende sectoren, waaronder het bank- en verzekeringswezen, de publieke sector, biowetenschappen, gezondheidszorg, telecommunicatie, productie, detailhandel, energie- en nutsbedrijven en professionele diensten. De kleinste onderzochte organisaties hadden 500 tot 999 mensen in dienst en de grootste meer dan 10.000.