In zijn nieuwe analyse besluit PwC Legal dat gig workers nog steeds kampen met juridische onzekerheid over hun sociaal statuut en voorwaarden. Nochtans zijn zowel het aantal gig workers als de platforms tijdens de pandemie exponentieel gegroeid. Volgens het onderzoek kan het huidige juridische kader van zowel België als andere in West-Europa onderzochte landen gewoon niet de combinatie van flexibiliteit en sociale bescherming bieden.
In hun pogingen om deze nieuwe werkelijkheid in verouderde juridische structuren in te passen, worden gig workers en platforms geconfronteerd met juridische onduidelijkheid. “Nu de wereld klaar lijkt te zijn voor nieuwe manieren van werken, moeten we de leemten opvullen”, zegt Pascale Moreau, Partner, Employment Law bij PwC Legal.
Een voorbijgestreefd juridisch kader
Op basis van een analyse van de respectieve nationale wetgeving en jurisprudentie in acht Europese landen en het Verenigd Koninkrijk, besluit het rapport van PwC Legal dat regeringen en gerechtelijke instanties in vrijwel alle geanalyseerde landen oordelen dat gig workers moeten worden beschouwd als werknemers. Het werknemersstatuut gaat vaak gepaard met beschermende maatregelen die niet de vrijheid bieden die gig workers en platforms, of wat dat betreft de eindconsument, zo graag willen. Tegelijkertijd worden gig workers nog steeds vaak ingezet als zelfstandigen. Hoewel dat zelfstandigenstatuut voldoet aan hun behoeften van vrijheid en flexibiliteit, biedt het niet de bescherming die werknemers genieten. Als platforms hun zelfstandige medewerkers wel bijkomende voordelen bieden, lopen ze vaak het risico dat hun medewerkers automatisch worden beschouwd als werknemers.
Slechts een paar landen gaan op zoek naar een hybride oplossing. Zowel in Frankrijk als in Italië heeft de regering een zelfstandigenstatuut voor gig workers ingevoerd, in een poging om ze extra sociale bescherming te bieden. In België volstaat het huidige juridisch kader niet voor alle behoeften van het nieuwe fenomeen van de gig economy. De overheid overweegt echter om de wetgeving te actualiseren.
Een andere opmerkelijke conclusie van het rapport is dat de meeste geanalyseerde landen het aan de bevoegde rechtbanken overlaten om te beslissen over het sociale statuut van gig workers. Het is dan ook geen verrassing dat het werknemersstatuut keer op keer weer als oplossing uit de bus komt. Landen blijven vasthouden aan hun vaste tweedeling tussen werknemersstatuut enerzijds en zelfstandigenstatuut anderzijds, waarbij ze de arbeidsvoorwaarden voor beide statuten op een gelijk niveau trachten te brengen. Die van werknemers gelden dan als de norm. Aangezien het gerechtelijk systeem alleen gebruik kan maken van het juridisch kader dat in een land reeds bestaat, lijkt er vooralsnog geen innovatieve en baanbrekende jurisprudentie aan te komen, aangezien de rechtbanken oordelen op basis van verouderde wetgeving.
Pascale Moreau, Partner, Employment Law bij PwC Legal: “Onze samenleving verandert continu, en dat wordt niet alleen weerspiegeld in de manier waarop we zaken doen, maar ook in de manier waarop mensen denken en in de manier waarop we werken. De coronapandemie is de ultieme katalysator, die de verborgen behoeften van onze samenleving aan de oppervlakte heeft gebracht. Nadat thuiswerk op massale schaal werd ingevoerd, geven werknemers nu ook duidelijk aan dat ze op zoek zijn naar een zekere mate van flexibiliteit die het huidige juridische kader niet biedt. Daardoor komt het concept van het traditionele werknemersstatuut steeds meer onder druk te staan. Het is meer dan ooit duidelijk dat we evolueren naar nieuwe manieren van werken, zoals de gig economy.”
Hoe moet het nu verder? Meer innovatie dankzij de gig economy
We hebben het afgelopen jaar geen revolutionaire vooruitgang geboekt, en de vraag die zich opdringt is hoe we het potentieel van de gig economy goed kunnen benutten.
Pascale Moreau: “Naar onze mening is het antwoord niet extra jurisprudentie, maar moeten we veeleer het arbeidsrecht omdenken. We hebben een juridisch kader nodig dat openstaat voor flexibiliteit en tegelijkertijd voldoende bescherming biedt. De vraag is dan ook of de klassieke tweedeling tussen werknemer en zelfstandige nog steeds relevant is in de arbeidsmarkt van vandaag, en vooral in die van morgen. Als een bedrijf zijn gig workers sociale bescherming wil bieden, kunnen die alleen maar kiezen voor een werknemersstatuut. Het is dan ook essentieel dat we de huidige wetgeving aanpassen en meegaan met de tijd.”
Het rapport besluit dat het gezien de opkomst van nieuwe manieren van werken cruciaal is om diegenen die bereid zijn om de sprong te wagen en bij te dragen te stimuleren. We moeten onszelf de vraag stellen hoe we innovatieve bedrijfsideeën in onze Europese arbeidsmarkt een gezonde voedingsbodem kunnen geven. “Alle betrokken partijen moeten hun mouwen opstropen en eens goed nadenken over onze arbeidsmarkt. Wij hebben de sleutel in handen om duurzame arbeidsoplossingen te ontwikkelen die welvaart creëren en innovatie bevorderen”, besluit Pascale Moreau.