Liefst 41,7% van de werkgevers had afgelopen jaar een langdurig zieke collega in het team. Acht op de tien van hen hielden tijdens deze afwezigheid contact via berichtjes of telefoontjes. Dat blijkt uit een bevraging van hr-dienstengroep Liantis bij 1.050 bedrijfsleiders. “Wettelijk gezien zijn er niet echt bepalingen rond, maar contact houden en connectie met de werkvloer is cruciaal voor een succesvolle terugkeer naar de werkvloer”, aldus Lisa Jeuris, experte preventie en welzijn bij Liantis. Ondertussen vindt UNIZO dat er ook een verantwoordelijkheid bij de werknemer ligt.
Het aantal langdurig zieke werknemers neemt al een aantal jaren toe. Meer dan 4 op de 10 kmo-werkgevers kreeg er het afgelopen jaar dan ook mee te maken. In de bevraging van Liantis, uitgevoerd door het onafhankelijk onderzoeksbureau iVOX bij 1.050 bedrijfsleiders, blijkt dat 8 op de 10 werkgevers contact onderhouden met hun medewerkers. 39,4% stuurt geregeld een berichtje om te vragen hoe het gaat en hetzelfde percentage belt geregeld even om in te checken. 12,4% houdt contact via andere collega’s, via zijn of haar partner, of familie (5,8%) of via de arbeidsarts (5,1%).
Vertrouwen centraal
“Het is zeker aan te bevelen om een warm contact te bewaren met de medewerker – uiteraard wel afhankelijk van de (medische) situatie. De verbondenheid met de werkvloer blijft immers belangrijk”, aldus Lisa Jeuris. “Wettelijke regels rondom het contact zijn er niet. Maar we raden aan om het contact te beperken tot ongeveer maandelijks, tenzij er in onderling overleg iets anders afgesproken wordt. En een kaartje na bijvoorbeeld een maand afwezigheid om beterschap te wensen, is ook altijd een goed idee. Als een werknemer tijdelijk geen contact meer wenst, moet je hier als werkgever rekening mee houden. Je spreekt dan het best meteen af wie de eerste stap weer zet na verloop van tijd. Bespreek ook vooral wat de werknemer graag heeft: wil hij of zij nog nieuwsbrieven, algemene communicatie of attenties ontvangen die het aanwezige personeel ook krijgt? Bij Liantis gaan we op deze manier voluit voor een aanpak – zowel intern als voor onze klanten-werkgevers – die berust op vertrouwen. Door afwezigheden actief bespreekbaar te maken, kan je het herstel en de werkhervatting van medewerkers beter ondersteunen.”
“Belangrijk: weet ook dat het als werkgever sinds eind vorig jaar verplicht is om bij een afwezigheid van langer dan vier weken de externe dienst voor preventie en welzijn op het werk in te schakelen. Deze dienst neemt dan contact op met de medewerker om alle mogelijkheden te bespreken.”
Bespreek terugkeer naar de werkvloer
Ook de terugkeer naar de werkvloer na een lange afwezigheid, is vaak een evenwichtsoefening voor de werkgever. Want hoe pak je dit op een juiste manier aan? Zes op de tien werkgevers voorzien alvast een aangepast traject voor de heropstart. Zo biedt 36% de mogelijkheid om deeltijds te starten, 23% voorziet aangepast werk of werkschema en 18% geeft de optie om (tijdelijk) over te schakelen naar een andere functie intern.
“Na het recente nieuws rond de zogenaamde ontslagmachine bij re-integratietrajecten, is het fijn om te zien dat veel werkgevers alle mogelijkheden bekijken en onderzoeken om medewerkers op een goede manier te begeleiden bij de terugkeer naar de werkvloer”, aldus Lisa Jeuris. “Wij raden ook altijd aan om de terugkeer naar de werkvloer, indien mogelijk, op een informele manier te bespreken. Verschillende partijen kunnen hier allemaal hun rol in spelen: de werkgever, de leidinggevende, de personeelsverantwoordelijke, de arbeidsarts, de preventieadviseur psychosociale aspecten… Samen kunnen alle partijen dan op zoek naar de best mogelijke en best werkbare oplossing. Enkel in uiterste gevallen is een formele weg een laatste optie om de terugkeer naar het werk indien mogelijk te bewerkstelligen.”
UNIZO: ook verantwoordelijkheid bij werknemer
Deze cijfers bewijzen volgens UNIZO dat ondernemers wel degelijk begaan zijn met het welzijn én de re-integratie van langdurig zieke werknemers. Er is bij kmo-werkgevers veel goede wil om re-integratie te laten slagen, maar het vraagt ook engagement van de betrokken werknemer. Het is essentieel dat de werknemer de werkgever regelmatig op de hoogte houdt van de duur van zijn of haar afwezigheid.
UNIZO-topman Danny Van Assche: “Op dit ogenblik horen we van onze kmo-werkgevers te vaak klachten over werknemers die langdurig ziek zijn en geen contact opnemen, waardoor de werkgevers in het duister tasten over de situatie. UNIZO pleit er daarom voor om de eerder vrijblijvende contactmomenten te vervangen door verplichte informatiemomenten bij de arbeidsarts. Dit biedt de mogelijkheid om samen met de werknemer en werkgever de re-integratiemogelijkheden te bespreken.”
UNIZO benadrukt ook het belang van de informele procedure via de externe preventiedienst, die sneller verloopt en de voorkeur geniet van zowel werkgever als werknemer. “De informele procedure heeft het meeste kans op slagen, maar onze kmo-werkgevers kunnen ook niet toveren. In kmo’s is re-integreren, omwille van de beperkte omvang, nu eenmaal niet altijd mogelijk”, stelt Danny Van Assche. “Als er binnen een bepaalde werkcontext daarom geen opties zijn, wat bij kmo’s vlugger gebeurt, moet men onmiddellijk de mogelijkheden bij andere werkgevers verkennen. In dergelijke gevallen dringen we aan op een snelle doorverwijzing van de arbeidsarts naar de arbeidsmarktregisseur om de re-integratiemogelijkheden elders te verkennen. Hierbij is het aan de arts om de restcapaciteiten van de langdurig zieke te beoordelen, terwijl de arbeidsbemiddelaar beter gepositioneerd is om te bepalen waar en hoe deze capaciteiten kunnen worden ingezet en versterkt voor een succesvolle terugkeer naar werk, bij de bestaande werkgever of in een ander bedrijf. Re-integratie bij een andere werkgever is immers ook succesvolle re-integratie.”
Bron: Liantis