NL | FR | LU
Peoplesphere

Maandelijkse cijfers over de arbeidsmarkt: 34,5% van de werkenden werkt van thuis uit.

De voorlopige cijfers van september wijzen opnieuw op een herstel. Het aantal werkenden bevindt zich ongeveer op hetzelfde niveau als van september van vorig jaar. Met deze reeks snelle, indicatieve cijfers brengt Statbel de impact van de Covid-19-crisis op de arbeidsmarkt mee in kaart. De toename van het aantal werkenden tussen augustus en september dit jaar komt vrijwel volledig op naam van de mannen. We zien vooral een sterke toename van het aantal loontrekkenden, een groep die in augustus fors gedaald was.

De werkgelegenheidsgraad van 20-64-jarigen wordt voor september geschat op 70% in vergelijking met 68,5% in augustus van dit jaar en 70,1% in september vorig jaar. De werkgelegenheidsgraad stijgt tussen augustus en september van dit jaar in de 3 gewesten, en het sterkst in Vlaanderen. De werkgelegenheidsgraad van 20-64-jarigen wordt voor september geschat op 61,8% in Brussel, 74,5% in Vlaanderen en 64,9% in Wallonië.

IAB-werkloosheidsgraad bedraagt 6,3% in september

Terwijl de IAB-werkloosheidsgraad[1] van 15-64-jarigen in de maanden maart en april nog een dalende trend vertoonde, begon deze vanaf de maand mei in stijgende lijn te evolueren. In juli nam de IAB-werkloosheidsgraad plots sterk toe, van 5,4% naar 6,7%. In augustus liep het cijfer nog ietsje verder op, naar 6,8%, maar in september daalt het opnieuw tot 6,3%. Toch blijft het daarmee nog een stuk boven het niveau van vorig jaar in september. Toen was 5,6% van de beroepsbevolking werkloos. De werkloosheidsgraad van 15-64-jarigen bedraagt 15,1% in Brussel, 4,0% in Vlaanderen en 7,5% in Wallonië.

Sterke afname van het aantal inactieven

In augustus namen we nog een sterke toename van het aantal inactieven waar. Een maand later neemt het aantal inactieven opnieuw af. In september zijn 4.309.000 personen inactief ten opzichte van 4.396.000 in de maand augustus. Vergelijken we met september vorig jaar, dan zien we dat het totaal aantal inactieven weinig verschilt maar er zijn nu minder inactieve mannen en meer inactieve vrouwen dan een jaar geleden. In vergelijking met vorig jaar zien we ook een opvallende toename van het aantal inactieven bij de groep middengeschoolden (diploma hoger secundair).

13,4% van de werkenden werkte niet of minder dan gewoonlijk

Nog meer dan in maart, waar we ons slechts in twee van de vier referentieweken in lockdown bevonden, had de crisis een grote impact op de arbeidsduur in de maanden april en mei. In april 2020 had meer dan 44% van de werkenden tijdens de referentieweek waarover ze bevraagd werden minder dan gewoonlijk gewerkt of helemaal niet gewerkt. Het ging daarbij om 2,1 miljoen werkenden. In de maand mei zagen we al een eerste positief effect van de doorgevoerde versoepelingen en daalde het aantal tot zo’n 1,6 miljoen. In de maand juni daalde dat aantal nog verder tot 1,1 miljoen werkenden. In juli en augustus stijgt het aantal werkenden dat aangeeft niet of minder dan gewoonlijk gewerkt te hebben opnieuw naar respectievelijk 1,6 en 1,5 miljoen werkenden maar daar speelt de vakantieperiode uiteraard een belangrijke rol in.
In september zakt het aantal werkenden dat niet of minder dan gewoonlijk gewerkt heeft naar 645.000 personen of 13,4% van het aantal werkenden. Dit percentage ligt nog lichtjes boven het percentage van september vorig jaar (12,6%).

Van degene die niet gewerkt hebben tijdens de referentieweek (404.000 personen), is vakantie de belangrijkste reden om niet te werken (146.000 personen), gevolgd door ziekte (134.000 personen). Ongeveer 25.000 personen hebben niet gewerkt omwille van tijdelijke werkloosheid. In augustus ging het nog om 58.000 personen.

Ook bij de groep werkenden die aangeeft minder te hebben gewerkt tijdens de referentieweek (241.000 personen) is vakantie de belangrijkste reden (66.000 personen). Op de tweede plaats komt tijdelijke werkloosheid met ongeveer 47.000 personen, wat een lichte daling betekent ten opzichte van augustus.

Gemiddelde effectieve arbeidsduur per week verschilt weinig van september vorig jaar

In september presteerden werkenden gemiddeld 32,8 uur per week in hun hoofdjob. In september vorig jaar ging het om gemiddeld 33,1 uur per week.

34,5% van de werkenden werkt van thuis uit, dit is bijna 10 procentpunt meer dan vorig jaar

Voor het eerst publiceert Statbel maandelijkse cijfers over thuiswerk. Sinds het begin van de crisis ligt het percentage werkenden dat soms of gewoonlijk van thuis uit werkt een stuk boven de 30%. In september gaat het om 34,5%. Een jaar eerder werkte 24,7% van de werkenden soms of gewoonlijk van thuis uit. Het percentage vrouwen dat thuiswerk verricht (37,4%) ligt in september dit jaar duidelijk hoger dan het percentage van hun mannelijke collega’s (31,9%). Thuiswerk komt het vaakst voor bij werkenden die hun job in Brussel uitoefenen (51,3%) en dit percentage ligt veel hoger dan bij personen van wie de werkplaats zich in Vlaanderen (33,2%) of Wallonië (27,1%) situeert. Zelfstandigen werken vaker van thuis uit dan loontrekkenden. 60,2% van de zelfstandigen werkt soms of gewoonlijk thuis tegenover 44,1% van de loontrekkenden in de publieke sector en 24,9% van de loontrekkenden in de privé sector.
In september gaf 32,3% van de thuiswerkers aan dat ze tijdens de Covid-crisis voor het eerst aan thuiswerk deden. Dit percentage ligt hoger bij vrouwen dan bij mannen. 41,3% van de thuiswerkers deed vroeger al aan thuiswerk maar doet dat tijdens de Covid-crisis meer en bij 26,4% had de Covid-crisis geen invloed op de mate van thuiswerk.

Bron : Statbel

This website is brought to you by Quasargaming.com's online Fruitautomaten games such as Speelautomaten and Gokautomaten.