“Voor het ogenblik bekijken we volop wat de impact is van die loopbaanverlenging op onze pensioenproducten. We hopen dan ook snel op enige duidelijkheid vanwege de federale regering”, verklaart Philippe Engelen, Marketing Manager Life bij Federale Verzekering. “Onze klanten hebben nood aan duidelijkheid over hun aanvullend pensioen en hun groepsverzekering, niet alleen op fiscaal vlak maar ook wat betreft het einde van hun contract. Bovendien moeten ze gedurende hun volledige professionele loopbaan van een bescherming kunnen genieten in geval van ziekte of hospitalisatie.”
Een aantal punten verdienen bijzondere aandacht volgens de specialisten van Federale Verzekeringen. Wat de groepsverzekeringen voor loontrekkende werknemers betreft, geldt momenteel de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar als einddatum voor de uitbetaling van het aanvullende pensioenkapitaal. Diezelfde pensioenleeftijd wordt overigens niet alleen gebruikt als referentiedatum voor de berekening van de bijdragen en verworven reserves, maar geldt ook als contractuele termijn voor de engagementen van de verzekeraar. Blijft deze kaap van 65 jaar behouden of schuift die op naar 67 jaar?
65 jaar is ook de leeftijd waarop een persoon met een aanvullende pensioenregeling zijn kapitaal uitbetaald kan krijgen aan de fiscaal meest gunstige voorwaarden, mits hij op die leeftijd nog steeds aan het werk is. Zal dit nu eveneens 67 jaar worden? Het ontbreekt hier dus nog aan heel wat duidelijkheid rond de praktische modaliteiten van de hervorming.
Voor de aanvullende verzekeringen voor zelfstandigen en bedrijfsleiders geldt 65 jaar momenteel als de gebruikelijke pensioenleeftijd die meestal wordt gehanteerd in de bepalingen voor het VAPZ (Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen) en de Individuele Pensioentoezegging, maar ook als einddatum voor de waarborg ‘arbeidsongeschiktheid’. “Het optrekken van de pensioenleeftijd tot 67 jaar zal op dat vlak een zekere kost met zich meebrengen. De kans op arbeidsongeschiktheid is veel groter bij iemand boven 65 jaar dan bij iemand van 60 jaar.”
“Op al deze punten is er dringend nood aan meer duidelijkheid teneinde een grotere rechtszekerheid te kunnen bieden aan alle betrokkenen. Het lijkt ons dan ook nodig dat de wetgeving zo vlug mogelijk wordt aangepast zowel wat betreft de wettelijke als de aanvullende pensioenreglementering”, aldus Philippe Engelen.