Stafbel publiceert de belangrijkste resultaten van de Enquête naar de Arbeidskrachten voor het derde kwartaal van 2019. Na een heel sterk tweede kwartaal waarin de werkgelegenheidsgraad van 20-64-jarigen een recordhoogte haalde, zien we in het derde kwartaal van 2019 een lichte daling van deze werkgelegenheidsgraad, van 71% in het tweede kwartaal van 2019 naar 70,7% in het derde kwartaal. De werkgelegenheidsgraad groeit wel nog bij de jongste en oudste leeftijdsgroepen. Het percentage werkende 55-64-jarigen komt op 52,9% te liggen, het hoogste niveau ooit. De werkgelegenheidsgraad van 20-64 jarigen stijgt heel licht in Brussel (61,8%), stabiliseert in Vlaanderen (76%) en daalt in Wallonië (64,2%) ten opzichte van het vorig kwartaal.
De werkloosheidsgraad van mannen daalt tussen het tweede en derde kwartaal van 2019 met 0,2 procentpunt en die van vrouwen neemt met hetzelfde cijfer toe. De werkloosheidsgraad van mannen (5,5%) ligt in het derde kwartaal van 2019 nog 0,3 procentpunt hoger dan die van vrouwen (5,2%). Ondanks het feit dat veel schoolverlaters zich op de arbeidsmarkt begeven in het derde kwartaal, daalt de jeugdwerkloosheidsgraad tussen het tweede en derde kwartaal van 2019, van 13,6% naar 13,2%. Tussen het tweede en derde kwartaal van 2019 is er nauwelijks evolutie in de werkloosheidsgraad van de drie regio’s (-0,2 procentpunt in Brussel +0,1 procentpunt in Vlaanderen en Wallonië). De werkloosheidgraad in Brussel, Vlaanderen en Wallonië bedraagt respectievelijk 12,6%, 3,4% en 7%.
Vergelijken we met het derde kwartaal van 2018, dan zien we voornamelijk positieve evoluties op de arbeidsmarkt. De werkgelegenheidsgraad van 20-64-jarigen stijgt met 0,6 procentpunt en de werkloosheidsgraad van 15-64-jarigen daalt met 0,5 procentpunt. De werkgelegenheids- en werkloosheidsgraad evolueren gunstiger bij mannen dan bij vrouwen. In Brussel stijgt de werkgelegenheidsgraad tussen het derde kwartaal van 2018 en het derde kwartaal van 2019 het sterkst terwijl de werkloosheidsgraad in diezelfde periode het sterkst daalt in Wallonië, op de voet gevolgd door Brussel. In Vlaanderen stabiliseert de reeds heel lage werkloosheidsgraad.
Werkgelegenheidsgraad van 20- tot en met 64-jarigen
In het derde kwartaal van 2019 is 70,7% van de 20- tot en met 64-jarigen aan het werk. Dit cijfer lag iets lager dan vorig kwartaal (-0,3 procentpunten). Ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar stijgt het cijfer met 0,6 procentpunt. Het doel in het kader van de EU2020-strategie is om tegen 2020 73,2% van de 20- tot en met 64-jarigen aan het werk te krijgen.
Werkgelegenheidsgraad daalt bij zowel mannen als vrouwen met 0,3 procentpunt
De werkgelegenheidsgraad neemt zowel bij vrouwen als bij mannen met 0,3 procentpunt af tussen het tweede en derde kwartaal van 2019. Ten opzichte van het derde kwartaal van 2018 noteren we een toename van de werkgelegenheidsgraad die sterker is bij mannen (+1 procentpunt) dan bij vrouwen (+0,3 procentpunt). In het derde kwartaal van 2019 is 74,8% van de mannen en 66,6% van de vrouwen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk.
52,9% van de 55-plussers is aan het werk
De werkgelegenheidsgraad neemt bij de 20- tot en met 54-jarigen af met 0,5 procentpunt bij vergelijking met het vorige kwartaal, maar neemt licht toe (+0,2 procentpunt) ten opzichte van het derde kwartaal van 2018. Bij de groep van 55-64-jarigen zien we nog steeds een groei van de werkgelegenheidsgraad zowel ten opzichte van het tweede kwartaal van 2019 (+0,6 procentpunt) als ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar (+2,5 procentpunt). Momenteel is 75,9% van de 20- tot en met 54-jarigen aan het werk en 52,9% van de 55- tot en met 64-jarigen.
Sterke toename van de werkgelegenheidsgraad bij de jongeren
De EU2020-strategie evalueert de werkgelegenheidsgraad van 20-64-jarigen, waarbij de groep van 15- tot en met 19-jarigen dus buiten beschouwing gelaten wordt. Nemen we die groep wel in rekening, dan noteren we een lichte toename (+0,2 procentpunt) van de werkgelegenheidsgraad van 15-64-jarigen tussen het tweede kwartaal en het derde kwartaal van 2019, dankzij een sterke stijging van de werkgelegenheidsgraad van jongeren. Dit heeft te maken met de toename van studentenarbeid in de vakantieperiode. In het tweede kwartaal van 2019 had 8% van de 15-19-jarigen een job. In het derde kwartaal van T3 2019 gaat het om 13,9%. Breiden we de groep van jongeren uit naar de 15- tot en met 24-jarigen zien we dat hun werkgelegenheidsgraad tussen het tweede en derde kwartaal van 2019 toeneemt van 25,7% naar 29,2%. Ook ten opzichte van het derde kwartaal van vorig jaar neemt het aantal werkende jongeren toe, namelijk met 1,8 procentpunt.
Werkgelegenheidsgraad stijgt heel licht in Brussel, stabiliseert in Vlaanderen en daalt in Wallonië
De werkgelegenheidsgraad van 20-64-jarigen verschilt in het derde kwartaal van 2019 nauwelijks van die van het tweede kwartaal van 2019 in Brussel (+0,1 procentpunt) en Vlaanderen (zelfde percentage als vorig kwartaal). In Wallonië noteren we een daling met 1 procentpunt. Bij vergelijking met het derde kwartaal van 2018 noteren we in de drie regio’s een toename van de werkgelegenheidsgraad. In Brussel neemt het percentage werkende 20-64-jarigen toe met 1,1 procentpunt en in zowel Vlaanderen als Wallonië met 0,6 procentpunt. In het derde kwartaal van 2019 bedraagt de werkgelegenheidsgraad in Vlaanderen 76%, in Wallonië 64,2% en in Brussel 61,8%.
Werkloosheidsgraad 15- tot en met 64-jarigen
De werkloosheidsgraad van 15- tot en met 64-jarigen, gemeten volgens de definities van het Internationaal Arbeidsbureau, stabiliseert op 5,4% in het derde kwartaal van 2019. Ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder daalt de werkloosheidsgraad met 0,5 procentpunt (grafiek 4). De Belgische IAB-werkloosheidsgraad van 15- tot en met 64-jarigen blijft met een percentage van 5,4% op zijn laagste niveau sinds de eerste metingen in de jaren 80.
Werkloosheidsgraad daalt bij mannen en stijgt bij vrouwen
Sinds het derde kwartaal van 2017 ligt de werkloosheidsgraad van vrouwen onder het niveau van de mannen. Sinds het tweede kwartaal van 2019 komen de twee weer dichter bij elkaar. Aangezien de werkloosheidsgraad van vrouwen in het derde kwartaal van 2019 stijgt met 0,2 procentpunt en de werkloosheidsgraad van mannen diezelfde periode daalt met 0,2 procentpunt, wordt de kloof tussen de werkloosheidsgraad van mannen en vrouwen nog wat kleiner. Het verschil tussen beide werkloosheidsgraden bedraagt in het derde kwartaal van 2019 0,3 procentpunt. In vergelijking met het derde kwartaal van 2018 daalt zowel de werkloosheidsgraad van mannen (-0,9 procentpunt) als die van vrouwen (-0,3 procentpunt) maar de sterkste daling noteren we bij de mannen.
Jeugdwerkloosheidsgraad daalt naar 13,2%
In het derde kwartaal van 2019 bedraagt de werkloosheidsgraad van 15-24-jarigen 13,2%, bij 25-49-jarigen 5,1% en bij 50-plussers 3,7%.
Ondanks het feit dat veel schoolverlaters zich op de arbeidsmarkt begeven, is er geen toename van de werkloosheidsgraad van jongeren. De jeugdwerkloosheidsgraad daalt tussen het tweede en derde kwartaal van 2019 van 13,6% naar 13,2%, dankzij een sterke daling bij de mannen. In het derde kwartaal van 2018 bedroeg de werkloosheidsgraad van 15- tot en met 24-jarigen nog 16,3%.
Bij de 25-49-jarigen stabiliseert de werkloosheidsgraad tussen het tweede en derde kwartaal van 2019. Ten opzichte van het derde kwartaal vorig jaar is er een daling met 0,4 procentpunt. Bij de 50-plussers noteren we een lichte daling van de werkloosheidsgraad zowel bij vergelijking van het derde kwartaal van 2019 met het vorige kwartaal (-0,1 procentpunt) als bij vergelijking met een jaar eerder (-0,2 procentpunt).
Sterke daling van de werkloosheidsgraad in Wallonië en Brussel bij vergelijking met vorig jaar
Tussen het tweede en derde kwartaal van 2019 is er weinig evolutie in de werkloosheidsgraad van de drie regio’s (-0,2 procentpunt in Brussel, +0,1 procentpunt in Vlaanderen en Wallonië). Ten opzichte van vorig jaar daalt de werkloosheidsgraad sterk in Wallonië (-1,4 procentpunt) en Brussel (-1,3 procentpunt) en noteren we een stabilisatie van de reeds heel lage werkloosheidsgraad in Vlaanderen. In Vlaanderen is 3,4% van de beroepsbevolking werkloos. In Wallonië gaat het om 7% en in Brussel bedraagt het percentage 12,6%.
Bron : Statbel – Methodologische noot: de gerapporteerde cijfers vormen schattingen op basis van een steekproefenquête. Ze is gebaseerd op een effectieve steekproef van meer dan 31.500 personen (respondenten) op actieve leeftijd (15 jaar en ouder) in het derde kwartaal van 2019. Het gaat om ongeveer 15.500 respondenten in Vlaanderen, 12.000 in Wallonië en 4000 in Brussel.
Ondanks de grote steekproef waarop de cijfers gebaseerd zijn, moet men (zoals bij alle resultaten op basis van een steekproef) rekening houden met een bepaalde onzekerheidsmarge rondom de geschatte cijfers. Om de leesbaarheid te verhogen wordt niet steeds verwezen naar het al dan niet significant zijn van bepaalde evoluties. Toch dient men er rekening mee te houden dat kleine evoluties van kwartaal op kwartaal meestal niet significant zijn. Daarom bevelen we aan de trends eerder te evalueren over meerdere kwartalen heen, vanuit de redenering dat bepaalde toevallige steekproeffluctuaties op die manier minder zichtbaar zijn.