Volgens een nieuw wereldwijd rapport van Heidrick & Struggles, INSEAD en BCG samen is meer dan twee derde van de bestuurders (68%) van mening dat duurzaamheid vandaag de dag weinig invloed heeft op financiële prestaties. Slechts 10% gelooft dat duurzaamheid op middellange tot lange termijn een negatieve impact zal hebben op de financiële resultaten.
Hoewel er in de bestuurskamers steeds meer begrip en acceptatie is voor de duurzaamheidsagenda1, brengen een uitgesproken gebrek aan capaciteit en voldoende expertise een kloof aan het licht tussen de intenties en de prioritisering van de agenda op het gebied van milieu, maatschappij en goed bestuur (of ‘environmental, social and corporate governance’ of ‘ESG’). Dat blijkt uit een recent wereldwijd onderzoek onder bestuurders dat werd uitgevoerd door Heidrick & Struggles, een vooraanstaande partij in wereldwijd leiderschapsadvies en on-demand talentoplossingen. Het onderzoek kwam tot stand in samenwerking met Boston Consulting Group (BCG), een van ’s werelds toonaangevende managementadviesbureaus, en het INSEAD Corporate Governance Centre, dat wereldwijd wordt erkend als expertisecentrum voor onderzoek, innovatie en impact op het gebied van corporate governance.
Op basis van een steekproef uit 45 landen (inclusief 14 Europese landen2, waaronder België) concludeert het rapport dat, ondanks verhoogde maatschappelijke verwachtingen omtrent ESG, de meerderheid van de raden van bestuur geen financiële noodzaak ziet om actie te ondernemen op het gebied van duurzaamheid. 68% van de respondenten geeft aan dat duurzaamheidsoverwegingen momenteel “geen impact” of slechts een “minimale impact” hebben op de financiële prestaties. 52% zegt wel te handelen op het gebied van duurzaamheid omdat dat nu éénmaal “het juiste is om te doen”. Een vergelijkbaar aantal (51%) geeft de wettelijke verplichtingen aan als reden.
De rol van de raad van bestuur in het duurzaamheidstijdperk 2023 is een wereldwijd onderzoek dat de percepties van raden van bestuur omtrent het volledige ESG-spectrum, en de manier waarop duurzaamheidsambities de inspanningen van raden van bestuur beïnvloeden en herorganiseren, analyseert. De bevindingen laten zien hoe raden van bestuur hun eigen samenstelling, bestuur en processen met wisselend succes aanpassen om beter tegemoet te komen aan de ambities van hun organisaties en de verwachtingen van stakeholders op het gebied van duurzaamheid.
Volgens het rapport is de spanning tussen het belang van duurzaamheid enerzijds en de tijd en inspanning die vereist zijn om dit de noodzakelijke aandacht en prioriteit te geven, anderzijds, een aanhoudend thema. Ondanks het feit dat een aanzienlijke meerderheid (79%) van de ondervraagde bestuurders zegt dat de raad waarin zij zetelen de strategische kansen en risico’s die duurzaamheid met zich meebrengt zeer goed begrijpt, is slechts 29% volledig overtuigd van hun eigen kennis om het management effectief uit te dagen over duurzaamheidsambities en -plannen en om toezicht te houden op de uitvoering ervan.
Het onderzoek benadrukt dat deze uitdagingen een wereldwijd fenomeen zijn, met weinig variatie tussen regio’s en sectoren, ondanks zeer verschillende tradities van corporate governance en verantwoordelijkheden.
Stakeholders zetten aan tot actie
De toegenomen verwachtingen van kapitaalverstrekkers, waaronder investeerders, en het belang van duurzaamheid bij het aantrekken en behouden van talent worden door bestuurders aangehaald als cruciale drijfveren voor actie. Een kleiner percentage – ongeveer een kwart – ziet een financieel risico op de langere termijn als duurzaamheid niet zou worden geïntegreerd in de bedrijfsvoering: 10% verwacht een negatieve impact op de financiële resultaten op middellange tot lange termijn, terwijl 13% een bedreiging ziet voor het voortbestaan op middellange tot lange termijn.
Vandaag zijn organisaties, inclusief hun raden van bestuur, volop gefocust op de aankomende wetgevings- en rapportagevereisten. Actie op het gebied van duurzaamheid wordt vooral gedreven door de druk van stakeholders. Dit zet aan tot risicomijdend en defensief gedrag, waardoor organisaties uiteindelijk het absolute minimum doen. Hoewel de nieuwe regels en voorschriften een duidelijk doel dienen, vormt de naleving ervan geen garantie op succes voor het bedrijf op de lange termijn. Raden van bestuur hebben moeite om dat in te zien, met een aanzienlijk deel dat gelooft dat naleving voldoende is. Slechts 34% van de respondenten zegt duidelijk te begrijpen hoe langetermijntrends een invloed zullen hebben op de toekomstige waarde van het bedrijf. Raden van bestuur hebben een belangrijke rol om van duurzaamheid een integraal onderdeel te maken van de langetermijnstrategie en te erkennen als een bron van concurrentievoordeel.
Marie-Hélène De Coster, Partner-in-Charge bij Heidrick & Struggles Belux, benadrukt dat we onze manier van denken grondig moeten veranderen. “De wens van bedrijven om het ‘beter’ te doen op het gebied van duurzame ontwikkeling zou niet alleen afhankelijk mogen zijn van het rendement op investeringen of een mogelijk negatieve impact op de financiële resultaten. Dit besef zou niet alleen bestuursleden en bedrijfsleiders, maar iedereen in de economische sector moeten aansporen om na te denken over het dringende belang van inspanningen voor onze planeet. Het is hoog tijd dat analisten het hele systeem van financiële ratings heroverwegen, zodat deze niet langer uitsluitend gebaseerd zijn op financiële prestaties, maar ook ESG-criteria (Environmental, Social, Governance) integreren.”
Raden van bestuur leggen steeds meer nadruk op duurzaamheid, maar er blijven lacunes
Er is een onmiskenbare verschuiving in de verwachtingen omtrent de rol van bedrijven in de samenleving. Deze verhoogde verwachtingen worden toegevoegd aan de klassieke verantwoordelijkheden van een raad van bestuur, zoals het toezicht op de financiën, risicobeheer en de selectie van bedrijfsleiders, en brengen bijgevolg nieuwe uitdagingen en competentie-vereisten voor bestuursleden met zich mee. Dit alles in een tijdperk waarin raden van bestuur zich snel moeten bijscholen over de implicaties van AI, nieuwe geopolitieke risico’s en veranderende werkmodellen.
Meer dan twee derde van de respondenten (69%) benadrukt dat de toenemende verantwoordelijkheden meer tijd vergen van bestuurders. Dit percentage blijkt hoger te zijn in de energiesector (77%) en in de financiële en verzekeringssector (74%), twee sectoren waarin de balans tussen de wereldwijde vraag naar meer energie en de klimaatverandering aanzienlijke nieuwe risico’s en kansen oplevert.
Ligt het profiel van de bestuursleden aan de basis?
48% van de respondenten bevestigt dat kennis of ervaring op het vlak van duurzaamheid “helemaal niet” of slechts “een beetje” deel uitmaakt van de competentiematrix voor hun aanstelling als bestuurslid. Opmerkelijk: 24% van de bestuursleden geeft aan dat ervaring op het vlak van duurzaamheid “helemaal niet” wordt meegenomen in de beoordelingscriteria voor de aanstelling van een CEO.
“De cijfers bewijzen het: ervaring met duurzame ontwikkeling is geen doorslaggevende factor bij de selectie van een nieuwe bestuurder of CEO. Zelfs wanneer een raad van bestuur specifiek zoekt naar iemand met expertise in duurzaamheid, blijken zulke profielen nog steeds (te) zeldzaam te zijn. Er zijn voldoende gespecialiseerde cursussen beschikbaar die zich richten op duurzame ontwikkeling en de invloed ervan op het bedrijfsleven. We merken dat vooral de jongere generaties hier al enthousiast over zijn. Ik zou het toejuichen als meer bestuurders deze cursussen zouden volgen, zodat ze een beter inzicht krijgen in de gevolgen van hun beslissingen op het gebied van duurzaamheid”, zegt Marie-Hélène De Coster.
Duurzaamheid integreren in de bedrijfsvoering
Bestuurders zien ruimte voor verbetering als het gaat om de integratie van duurzaamheid in de besluitvorming binnen het bedrijf. 66% zegt dat duurzaamheidsoverwegingen volledig zouden moeten worden opgenomen in de bedrijfsstrategie. Slechts 38% geeft echter aan dat dit momenteel het geval is.
Bij de vraag wat hen belet om meer tijd te investeren in duurzaamheidsplanning, geeft meer dan 72% aan dat hun tijd wordt opgeëist door onderwerpen met hoge prioriteit die niet gerelateerd zijn aan duurzaamheid.
Het blijft een uitdaging om tijd en middelen te besteden aan duurzaamheid en dit te zien als een prioritair aandachtsgebied. Toch achten leiders de integratie van duurzaamheid in andere strategische overwegingen waardevol en essentieel voor het behalen van betere resultaten op het gebied van duurzaamheid.
Bron : het onderzoek van Heidrick & Struggles, BCG en INSEAD Corporate Governance Centre verzamelt inzichten van 879 respondenten uit meer dan 45 landen en 19 sectoren. In hetzelfde kader werd een reeks rondetafelgesprekken en discussies gevoerd met ongeveer 200 bestuurders in steden over de hele wereld.
De respondenten van het onderzoek, dat begin 2023 werd uitgevoerd, hebben uitgebreide bestuurservaring: twee derde van hen is bestuurslid met een ambtstermijn van ten minste zes jaar en een derde is al meer dan tien jaar in functie. Vergeleken met de resultaten van een soortgelijke enquête die werd gepubliceerd in 2022 heeft de huidige enquête meer dan drie keer zoveel respondenten opgeleverd – een indicatie van de toegenomen aandacht voor duurzaamheid onder bestuurders in het algemeen.