Nog 30 dagen vóór de deadline van de informatie over het opleidingsrecht van elke werknemer in organisaties met meer dan 10 werknemers. Eén op drie Belgische werknemers (34%) zegt echter geen nood te hebben aan opleiding. We zijn daarmee geen uitzondering in Europa. Bijna één op drie (29%) heeft nood aan 3-5 opleidingsdagen per jaar. Een kwart (27%) wil graag meer dan zes dagen per jaar. De meerderheid (64%) zegt te leren ‘on the job’.
Uit de meest recente SD Worx-bevraging bij 481 Belgische kmo’s blijkt dat 71% van de kmo’s met meer dan 20 werknemers een opleidingsplan heeft. Meer dan de helft (55%) van de kmo’s zal tegen 30 september klaar zijn om info te geven over het individueel opleidingsrecht.
Opleidingsrecht is geen verplichting voor de werknemer
Sinds de wet van 22 oktober 2022 is het opleidingsrecht niet meer collectief maar wel een individueel recht dat geldt voor elke werknemer. Per voltijdse werknemer gaat het over vijf opleidingsdagen vanaf 2024 en vier in 2023, in ondernemingen met minstens 20 werknemers. Soms geldt er een andere afspraak in de sector. Telt de onderneming tussen de 10 en de 20 werknemers, dan is er een recht van 1 dag per voltijdse werknemer en per jaar. De werknemer is niet verplicht hierop in te gaan.
Een op drie heeft geen nood
Uit de jaarlijkse bevraging van SD Worx van werknemers in 10 Europese landen blijkt dat niet alle werknemers vragende partij zijn. Eén op drie werkende Belgen (34%) zegt geen nood te hebben. We zijn daarmee geen uitzondering: met dit cijfer zitten we op dezelfde hoogte als de Duitsers (32%), Fransen (32%), Italianen (35%) en de Noren (31%). De Denen (43%), Engelsen (42%) en Nederlanders (40%) zijn hierin nog meer uitgesproken.
38% van de werkende Belgen zegt er geen tijd voor te hebben. 29% heeft wel tijd. Vorig jaar volgde 54% van de werkende Belgen een opleiding. De meerderheid (64%) zegt te leren ‘on the job’.
Grootste groep (29%) verkiest 3 tot 5 opleidingsdagen per jaar
Bijna één op drie (29%) heeft wel nood aan 3-5 dagen per jaar. Een kwart (27%) wil graag meer dan zes dagen per jaar: één op tien werknemers staat zelfs open voor meer dan 10 dagen opleiding per jaar.
72% van de kmo’s heeft opleidingsplan
De meest recente bevraging van SD Worx bij 481 kmo-bedrijfsleiders dateert van juni 2023 geeft inzicht in de uitdagingen van kmo-werkgevers. Voor 1 april moesten bedrijven met meer dan 20 werknemers een opleidingsplan meedelen aan hun werknemers. De meesten (72%) zijn daar al mee klaar. We vroegen ook hoever kmo’s staan met de nieuwe verplichting met betrekking tot het nieuwe (individuele) ‘opleidingsrecht’, met deadline op 30 september:
Annelies Rottiers kmo-adviseur van SD Worx: “De meerderheid (55%) van de kmo’s zal tegen 30 september klaar zijn om info te geven over het individueel opleidingsrecht. Voor kmo’s met meer dan 20 werknemers is dat een verplichting. Niet elke werknemer zal al deze opleidingsdagen opnemen, maar het is wel een opsteker. Opleiding kan verschillende vormen aannemen, aangepast aan de behoefte: het hoeft niet per se in een klaslokaal; ook sessies met een collega of manager ‘on the job’ of online opleidingen behoren tot de mogelijkheden.”
De expert verduidelijkt: “Deze nieuwe verplichting betekent wel wat administratief werk. Maar het kan meer zijn. Bijna de helft (44%) zal het individueel opleidingsrecht actief inzetten voor bijscholing. Dat is goed nieuws want werkgevers zijn op zoek naar talent, in een schaarse markt. Organisaties die intern ook talent zien én kansen geven, zijn beter klaar voor de toekomst. Het geeft medewerkers ook perspectief.”
Bron: Jaarlijkse internationale werknemer studie – SD Worx zet zich in om de perfecte match te creëren tussen de noden van de business, HR en de medewerkers. Door uitgebreide enquêtes van zowel werkgevers als werknemers krijgt ze inzicht in percepties, meningen en overtuigingen over werk en de arbeidsmarkt. Dit jaar richt het onderzoek zich op drie overkoepelende thema’s: digitalisering, talent en flexibiliteit. In februari 2023 heeft SD Worx gegevens verzameld uit 16 Europese landen, waaronder Oostenrijk, België, Kroatië, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Italië, Noorwegen, Polen, Spanje, Zweden, Zwitserland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. In totaal werden 16.011 werknemers ondervraagd en werden de resultaten gewogen om een betrouwbare representatie van de arbeidsmarkt van elk land te garanderen. In België gaat het over 1000 werknemers.