NL | FR | LU
Peoplesphere

Traag herstel van de werkgelegenheid en grotere ongelijkheid houden het risico in dat COVID-19 op lange termijn littekens nalaat

De crisis op de arbeidsmarkt als gevolg van de coronapandemie is nog lang niet voorbij, en de groei van de werkgelegenheid zal onvoldoende zijn om de geleden verliezen goed te maken, al zeker tot 2023, blijkt uiteen nieuwe studie van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO).

Het IAO-rapport World Employment and Social Outlook van de IAO: Trends 2021 voorspelt dat de ‘banenkloof’ vooroorzaakt door de crisis in 2021 75 miljoen zal bedragen en in 2022 tot 23 miljoen zal dalen. De daarmee samenhangende kloof in de arbeidstijd, die de banenkloof en de arbeidstijdverkorting omvat, komt neer op het equivalent van 100 miljoen voltijdse banen in 2021 en 26 miljoen voltijdbanen in 2022. Dit tekort aan werkgelegenheid en arbeidsuren komt bovenop de aanhoudend hoge werkloosheidsniveaus van vóór de crisis, de onderbenutting van de arbeid en de slechte arbeidsomstandigheden.

Bijgevolg zal de werkloosheid in 2022 naar verwachting 205 miljoen mensen treffen, veel meer dan het niveau van 187 miljoen in 2019. Dit komt overeen met een werkloosheidscijfer van 5,7 procent. Als we de coronacrisisperiode buiten beschouwing laten, werd dat percentage voor het laatst opgetekend in 2013.

De zwaarst getroffen regio’s in de eerste helft van 2021 waren Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, en Europa en Centraal-Azië. In beide regio’s bedroeg het geschatte verlies aan arbeidsuren meer dan 8 procent in het eerste kwartaal en 6 procent in het tweede kwartaal, vergeleken met een wereldwijd verlies aan arbeidsuren van respectievelijk 4,8 en 4,4 procent in het eerste en tweede kwartaal.

Na het uitbreken van de pandemie hebben Noord-, Zuid- en West-Europa regelingen getroffen voor het behoud van banen. Ondanks de maatregelen daalde de werkgelegenheid in de subregio met 3,8 miljoen in vergelijking met het scenario zonder pandemie, waarvan ongeveer 30% of 1,2 miljoen mensen werkloos werden en 70% de arbeidsmarkt verliet en inactief werd. Het aantal werkuren daalde in 2020 met 9,6% (of het equivalent van 15 miljoen voltijdse banen).

In Oost-Europa hebben de landen ook gebruik gemaakt van regelingen voor het behoud van banen, zij het in beperktere mate. In deze subregio was de vermindering van de arbeidstijd goed voor 73% van het totale verlies aan arbeidsuren. Van de 2,4 miljoen netto banen die in 2020 verloren zijn gegaan in vergelijking met het scenario zonder pandemie, zijn maar liefst 1,3 miljoen werknemers (of 56%) werkloos geworden, terwijl de resterende 44% de arbeidsmarkt verliet.

In de Europese Unie ondervonden werknemers met een tijdelijk of een deeltijds contract de grootste jobonzekerheid. Deze twee groepen kenden de sterkste daling van de werkgelegenheid bij het begin van de crisis in het eerste kwartaal van 2020. De andere twee groepen werknemers die een aanzienlijke daling van de werkgelegenheid kenden, zijn jonge en laaggeschoolde werknemers.

Het herstel van de werkgelegenheid wereldwijd zou in de tweede helft van 2021 moeten versnellen, op voorwaarde dat de algemene pandemische situatie niet verslechtert. Dit herstel zal echter ongelijk zijn, gezien de ongelijke toegang tot vaccins en het beperkte vermogen van de meeste ontwikkelings- en groeilanden om krachtige herstelmaatregelen te nemen. Bovendien zal de kwaliteit van de nieuw gecreëerde jobs in die landen waarschijnlijk verslechteren.

De daling van de werkgelegenheid en het aantal gewerkte uren heeft zich vertaald in een scherpe daling van het arbeidsinkomen en een stijging van de armoede. In vergelijking met 2019 worden nu wereldwijd 108 miljoen extra werknemers als arm of extreem arm beschouwd (dit betekent dat zij en hun gezinnen moeten rondkomen met 3,20 dollar of minder per persoon per dag). “Vijf jaar vooruitgang in het bestrijden van armoede onder werkenden is ongedaan gemaakt”, stelt het rapport.

De coronacrisis heeft ook al bestaande ongelijkheden verergerd door kwetsbare werknemers harder te treffen. Het wijdverbreide gebrek aan sociale bescherming – bijvoorbeeld onder de twee miljard werknemers in de informele sector – betekent dat verstoringen van het werk als gevolg van de pandemie catastrofale gevolgen hadden voor hun gezinsinkomen en bestaansmiddelen.

De crisis heeft ook vrouwen onevenredig zwaar getroffen. Hun werkgelegenheid is in 2020 met 5 procent gedaald, vergeleken met 3,9 procent voor mannen. Een groter aandeel van de vrouwen viel ook uit de arbeidsmarkt en werd inactief. Extra huishoudelijke taken als gevolg van de lockdowns hebben ook het risico van een “hertraditionalisering” van de genderrollen doen ontstaan.

Wereldwijd is de jeugdwerkgelegenheid in 2020 met 8,7 procent gedaald, vergeleken met 3,7 procent voor volwassenen, en de daling was het meest uitgesproken in middeninkomenslanden. De gevolgen van deze vertraging en verstoring van de vroege arbeidsmarktervaring van jongeren kunnen nog jaren doorwerken.

Het effect van de pandemie op de arbeidsmarktvooruitzichten voor jongeren worden beschreven in een IAO-rapport dat tegelijk met de WESO Trends is gepubliceerd. De Update on the youth labour market impact of the COVID-19 crisis stelt vast dat de genderkloof wat betreft jongeren op de arbeidsmarkt, groter is geworden.

“Het herstel van COVID-19 is niet alleen een gezondheidskwestie. Ook de ernstige schade voor de economie en de samenleving moet worden hersteld. Zonder een doelbewuste inspanning om sneller waardige jobs te creëren en de meest kwetsbaren en het herstel van de zwaarst getroffen economische sectoren te ondersteunen, kunnen de gevolgen van de pandemie ons nog jaren achtervolgen in de vorm van verlies van menselijk en economisch potentieel en grotere armoede en ongelijkheid,” zei Guy Ryder, directeur-generaal van de IAO. “We hebben een alomvattende en gecoördineerde strategie nodig, gebaseerd op een beleid waarin de mens centraal staat, ondersteund door actie en financiering. Er kan geen sprake zijn van een echt herstel zonder een herstel van waardige jobs.”

De WESO bestudeert het verlies aan arbeidsuren en directe werkgelegenheid en de gederfde banengroei, en schetst ook een herstelstrategie rond vier beginselen: bevordering van breed gedragen economische groei en het scheppen van productieve werkgelegenheid; ondersteuning van inkomens en de overgang op de arbeidsmarkt; versterking van de institutionele grondslagen die nodig zijn voor inclusieve, duurzame en veerkrachtige economische groei en ontwikkeling; en gebruik van de sociale dialoog om mensgerichte herstelstrategieën te ontwikkelen.

Bron: IAO

This website is brought to you by Quasargaming.com's online Fruitautomaten games such as Speelautomaten and Gokautomaten.