Vakantie voor de één, levert vaak extra werk op voor de ander. Voor bijna de helft van de Vlamingen (46%) leidt de vakantie van collega’s tot een te hoge werkdruk. Dit blijkt uit een onderzoek van Protime bij meer dan 1.000 werkende Vlamingen. “Goede afspraken met collega’s en het inzichtelijk maken van de taken, kan de thuisblijvers veel stress besparen”, aldus Protime.
Hoewel de zomerperiode voor veel werknemers als rustiger wordt ervaren, kan de vakantie van collega’s voor extra werkdruk en frustratie zorgen voor wie op de werkvloer achterblijft. Zo ergert 42% van de respondenten zich aan een slechte of – erger nog – ontbrekende takenoverdracht door collega’s. Ruim een derde (37%) weet zelfs niet wanneer zijn of haar collega’s op vakantie gaan.
Top 7 van de grootste frustraties van de collega’s van vakantiegangers:
– Collega’s gaan tegelijkertijd op vakantie waardoor de werkdruk te hoog wordt (46%)
– Er is geen (goede) takenoverdracht wanneer een collega op vakantie gaat (42%)
– Ik weet niet wanneer mijn collega’s op vakantie gaan (37%)
– Ik krijg taken overgedragen die niet tot mijn takenpakket behoren (35%)
– Ik kan contactpersonen van collega’s niet goed te woord staan (33%)
– Ik krijg verantwoordelijkheden waar ik me niet prettig bij voel (32%)
– Ik krijg verantwoordelijkheden waar ik niet geschikt voor ben (25%)
“Veel van deze ergernissen kunnen makkelijk voorkomen worden. Goede afspraken met collega’s zijn hiervoor een must. Ook softwaretools kunnen hierbij helpen; zo weet je meteen wanneer je collega’s verlof gepland hebben. Bovendien geven deze tools inzicht in de status van de taken en alle informatie werd er gecentraliseerd waardoor collega’s makkelijker taken kunnen overnemen. Enkel zo kan de werkdruk voor de achterblijvers onder controle blijven,” besluit Peter s’Jongers, CEO van Protime.
Bron & Methodologie : dit online onderzoek werd uitgevoerd door het onderzoeksbureau MarktEffect in opdracht van Protime. 1.020 Vlaamse werknemers werden tussen 5 en 19 september 2018 bevraagd. Zij zijn een representatieve steekproef voor de totale beroepsbevolking in Vlaanderen. Alle deelnemers zijn tussen de 18 en 65 jaar oud en evenredig verdeeld over alle sectoren. De maximale foutenmarge bedraagt 3,1%.