Elk jaar worden er in België heel wat nieuwe ondernemingen opgericht, maar slechts weinige daarvan groeien uit tot grote werkgevers. Jonge, snelgroeiende ondernemingen, de zogenaamde ‘gazellen’, maken maar een fractie van de werkgelegenheid uit. In vergelijking met de buurlanden groeien start-ups in België trager. Wat betekent dat hoewel het ondernemerschap gezond is, het zich niet vertaalt in een aanzienlijke jobcreatie. De relevante vraag is dan ook niet hoeveel ondernemingen worden opgericht, maar wel hoeveel erin slagen om door te groeien.
Te zeldzame talenten
Bedrijfsdynamiek, of het feit dat ondernemingen voortdurend ontstaan, groeien, krimpen, maar ook verdwijnen, is essentieel voor een goed functionerende, ondernemende economie. Bovendien zorgt het ervoor dat werknemers, kapitaal en ideeën steeds worden ingezet voor de productiefste doeleinden. Uit internationale gegevens blijkt dat een kleine minderheid van snelgroeiende ondernemingen verantwoordelijk is voor een groot aandeel van de werkgelegenheidscreatie en productiviteitswinst. Als er minder scale-ups in de pijplijn zitten, zoals het geval is in België, remt dat de economische langetermijngroei af en zet het druk op de levensstandaard.
Een langdurige terugval gevolg door een voorzichtige heropleving
Indicatoren van de Belgische bedrijfsdynamiek lieten een gestage daling optekenen van ongeveer 2000 tot het midden van de jaren 2010. Sinds 2020 is deze dalende trend echter omgekeerd, wat wijst op een voorzichtig herstel. Deze opleving is evenwel gebaseerd op een lage basis en wordt vooral gedragen door de dienstensector in plaats van de verwerkende nijverheid, die zwak blijft. Belangrijk is dat de heropleving grotendeels te danken is aan het feit dat oudere bedrijven dynamischer worden en niet aan een nieuwe golf van start-ups, waardoor de bedrijfsdynamiek in België niet als jeugdig kan worden omschreven.
Mondiale krachten en lokale spanningen
De situatie in België weerspiegelt zowel internationale als binnenlandse krachten. Digitale technologieën en mondialisering hebben de gevestigde ‘supersterbedrijven’ in de geavanceerde economieën versterkt, waardoor het voor nieuwe ondernemingen moeilijker is om voet aan de grond te krijgen. Deze wereldwijde trends interageren met lokale spanningen in België, zoals de strikt gereguleerde arbeidsmarkt en de hoge loonkosten, die de herverdeling van werknemers van krimpende naar groeiende ondernemingen vertragen. Bovendien drijft het hoge aantal vennootschappen zonder werknemers in België de toetredingsstatistieken op, maar deze ondernemingen voegen weinig toe aan de totale groei, tenzij ze kunnen opschalen.
Uit ervaring blijkt: kwaliteit boven kwantiteit
Beleid dat start-ups ondersteunt, leidt niet noodzakelijkerwijs tot scale-ups. De vrijstelling van sociale lasten voor eerste aanwervingen in België is populair, maar duur gebleken. Uit studies blijkt dat dit beleid vooral het aantal ondernemingen met één werknemer heeft gestimuleerd, maar niet resulteerde in een duurzame werkgelegenheidscreatie. Internationale gegevens wijzen er ook op dat grootte-afhankelijke drempels of subsidies de stimulansen kunnen verstoren en bedrijven ertoe kunnen aanzetten klein te blijven. Een betere aanpak zou zijn om de steun te richten op ondernemingen die echt groeien, door aanwervingsrisico’s te verminderen, de toegang tot groeifinanciering te verbeteren en te investeren in management- en uitvoervaardigheden.
Bron: NBB

Catégorie:
Tags: 

