Sinds mei 2015 zijn de asielaanvragen sterk gestegen. VDAB verwacht naar schatting 10 000 extra nieuwkomers vanaf het voorjaar 2016, een verdrievoudigde instroom. Om de kwaliteit van de dienstverlening op hetzelfde peil te kunnen houden, versterkt en versnelt VDAB zijn huidige werking. Rode draad doorheen het actieplan is het principe “integration through work”, want werk is een belangrijk middel tot integratie.
Uit voorlopige gegevens van de Dienst Migratie-Integratie, het Agentschap Integratie en Inburgering en Commissariaat voor Vluchtelingen en Staatlozen blijkt dat de nieuwe groep vluchtelingen vooral uit Irak, Syrië, Afghanistan en Somalië komen. 1 op 4 volwassen asielzoekers is tussen 18 en 25 jaar oud.
Vlaams minister van Werk Philippe Muyters: “Vandaag voelt de VDAB nog geen effect van de asielcrisis, maar dat moment komt snel dichtbij. Het is moeilijk om te zeggen of we al die mensen snel gaan kunnen inzetten, want we weten nog niet in detail welke profielen we allemaal hebben. Een degelijke screening wordt de eerste belangrijke opdracht van de VDAB. We kunnen pas mensen naar een job begeleiden als we weten welke talenten en competenties aanwezig zijn. Net zo min als dé werkgever zou bestaan, bestaat er iets als dé vluchteling. We gaan op individueel niveau moeten nagaan welk traject iemand best kan volgen. We hebben er niet voor gekozen om een apart circuit op te zetten voor deze mensen, ze zullen van net dezelfde dienstverlening als elke andere werkzoekende gebruik kunnen maken.”
Gedelegeerd bestuurder VDAB Fons Leroy: “Om nog beter maatwerk te kunnen bieden wil VDAB ook kunnen afstappen van de lineaire inburgeringstrajecten zoals deze vandaag bestaan. In samenwerking met het Agentschap Integratie en Inburgering worden bijsturingen uitgewerkt. Zo zullen er sneller en vroeger in het inburgeringstraject arbeidsmarktgerichte acties ondernomen kunnen worden. Het is zinloos dat vluchtelingen waarvan wordt ingeschat dat ze snel kunnen worden ingeschakeld op de arbeidsmarkt, moeten wachten op andere integratie-initiatieven. Werk is immers ook een belangrijk middel tot integratie. Uiteraard is taal belangrijk en blijft het de bedoeling om Nederlands te leren. ‘Integration through work’ wordt het principe. Veel werkgevers hebben ons het signaal gegeven hun steentje te willen bijdragen aan de vluchtelingencrisis. VDAB zal dan ook maximaal inzetten op ondersteuning en samenwerkingen met bedrijven zodat vluchtelingen sneller naar een job begeleid kunnen worden.”
Versterking van de huidige werking
De Vlaamse Regering heeft 7.5 miljoen voorzien om de werking van VDAB te versterken. Hierdoor heeft VDAB 35 extra bemiddelaars aangeworven die tegen april 2016 inzetbaar zijn, wanneer de verhoogde instroom voelbaar is. Samen met de huidige inwerkingsconsulenten en NT2-instructeurs gaan ze de nieuwkomers administratief opvangen en na een eerste inschatting verder begeleiden naar loopbaanoriëntatie, taal- en werkervaringstrajecten en specifieke projecten.
Daarnaast worden de middelen gebruikt om in te zetten op specifieke, lokale acties die het voorziene Vlaamse aanbod aanvullen. Dat kan bijvoorbeeld een vaktechnische opleiding zijn, technische screening, intensieve bemiddeling, Nederlands op de werkvloer, jobcoaching, nazorg en plaatsing, etc.
Ten slotte worden er nog twee projecten gefinancierd door het Europees Sociaal Fonds die zich richten op het bieden van ondersteuning aan vluchtelingen die zelfstandige willen worden en innovatieve projecten in Antwerpen en Gent.
Ondersteuning op de werkvloer
De dienst werkplekleren tijdens de opleiding van vluchtelingen wordt uitgebreid. Uit ervaring blijkt dat de mix van individuele opdrachten en groepswerk, virtueel oefenen en persoonlijke coaching ervoor zorgt dat de overstap naar de werkvloer soepeler verloopt.
Werkgevers die bereid zijn om nieuwkomers met een geringe kennis van het Nederlands in dienst te nemen, kunnen rekenen op ondersteuning zoals taalcoaching (Nederlands op de werkvloer), werkplekleren, jobcoaching en nazorg.
Samen sterk voor werk
VDAB zet voor dit actieplan zijn eigen werking in, maar de hechte samenwerking met diverse partners blijft belangrijk: werkgevers voor werkplekleren en gewenningsstages, lokale besturen en OCMW’s voor de welzijnskant en het afstemmen van de acties en gespecialiseerde actoren voor specifieke acties.
Zo zijn de intensieve taalcursussen in de scholen van de Onderwijspartners van essentieel belang. Waar mogelijk loopt de loopbaanoriëntatie van VDAB samen met de lessen van de partners.
Ook de samenwerking met lokale besturen is voor deze groep cruciaal. Want naast werk zijn ook huisvesting, welzijn en onderwijs belangrijke aspecten van integratie. VDAB maakt dan ook deel uit van de lokale taskforces die nu overal worden opgezet.