Jeugdwerkloosheid evolueert veel sterker (zowel in plus als in min) met de conjunctuur dan de totale werkloosheid omdat jongeren een structureel ander arbeidsmarktprofiel vertonen. Ze worden veel sterker aangeworven bij hoogconjunctuur, maar door het grote aandeel aan tijdelijke arbeid worden ze eveneens veel sneller afgedankt bij laagconjunctuur. De studiedienst VDAB Ontcijfert levert het nummer 38, met als thema “Jeugdwerkloosheid: een verhaal van ups en downs”, een verzameling van toegankelijke studies over een interessant item van de arbeidsmarkt.
Begin jaren 80 waren meer dan 100.000 jongeren werkloos. De uitzichtloosheid van de ‘no future’-generatie was groot. Het leidde in 1982 tot een jongerenmars voor Werk. De huidige 60-plussers werden toen o.a. aan het werk geholpen door stages. De Regering Martens V verplichtte bedrijven om stagiaires aan te nemen. Het aantal jonge werklozen daalde tot zo’n 30.000.
De conjunctuuromslag in 1990, versterkt door het uitbreken van de Golfoorlog, deed dat aantal terug stijgen tot 50.000. In 1993 lanceerde toenmalig Minister van Werkgelegenheid, Miet Smet, het Jongerenbanenplan. De loonkosten voor jongeren werden gedrukt door een degressieve vrijstelling van werkgeversbijdragen. Het financieel voordeel voor de werkgever en de eenvoudige procedure leidden vrij snel tot resultaten: in de periode augustus 1993 – juni 1994 vonden 40.846 jonge werklozen een baan.
De conjuncturele ommekeer in 2000, versterkt door de schrikreactie na de terreuraanslagen van 11 september 2001, dreef de jeugdwerkloosheid op tot 47.000. De regering Verhofstadt haalde het verplichte stagesysteem van onder het stof.
De alarmerende stijging tot bijna 50.000 jonge werkzoekenden in 2004 noopte tot actie. Vlaanderen startte met de ‘Sluitende Aanpak’. Iedere jongere die instroomde in de werkloosheid of al geruime tijd werkloos was, werd begeleid. In 2008 daalde het aantal jonge werkzoekenden tot het laagste punt in de metingen: 29.528.
Het optimisme en de dalende trend werd onderuit gehaald door de bankencrisis. Tegen juni 2013 waren er opnieuw 40.000 jongeren werkloos. Zowel op federaal als Vlaams niveau werd ingezet op stages. Federaal werden de instapstages gelanceerd, in de Vlaamse centrumsteden startte VDAB met Werkinlevingstrajecten voor jongeren zonder diploma.
In juni 2019 benadert de Vlaamse jeugdwerkloosheid dankzij de aantrekkende economie, de generatiewissel en de latere arbeidsmarktintrede van jongeren, terug het zeer lage niveau van 2008. In juni 2019 staat het cijfer op 30.432.
In welke richting zal de jeugdwerkloosheid evolueren? De belangrijke groep van ongekwalificeerde jongeren en ook de moeilijke integratie van jongeren met een migratieachtergrond blijft nog lang voor een stevige groep jonge werkzoekenden zorgen. Wel dient zich een demografische wissel aan: tegen 2020 staan er voor elke 100 55-64-jarigen slechts 79 15-25-jarigen klaar op de arbeidsmarkt. Stevenen we daardoor af op een structureel krappe arbeidsmarkt? Of doorkruist een volgende economische malaise, zoals zo vaak, dit scenario?
“VDAB Ontcijfert” biedt een interessante meerwaarde bovenop het uitgebreid aanbod aan arbeidsmarktinfo op vdab.be/trends.
Bron: VDAB