Eind november 2019 telt Vlaanderen 177.856 niet-werkende werkzoekenden (NWWZ). Op jaarbasis daalt de Vlaamse werkloosheid met 8.609 eenheden of 4,6%. Het dalingsritme blijft daarmee rond het peil van de laatste maanden.
De werkzoekenden met een werkloosheidsuitkeringsaanvraag (WZUA) staan voor 64,6% van de Vlaamse geregistreerde arbeidsreserve, de jongeren in beroepsinschakelingstijd (BIT) voor 5,9%, de vrij ingeschreven werkzoekenden voor 14,9% en de groep ‘Andere’ voor 14,6%. ‘Andere’ omvat de deeltijds lerenden zonder baan1 maar ook de werkzoekenden met een leefloon. Erkende vluchtelingen met een leefloon die zich registreren als werkzoekende worden ook bij ‘Andere’ geteld.
De WZUA’s dalen met 6,6%, de daling bij de BIT jongeren bedraagt 17,4%. Ook de vrij ingeschreven werkzoekenden kennen een daling (-1,0%). Bij de groep ‘Andere’ daarentegen is er een toename van 8,2%.
De werkloosheid daalt nog steeds in alle provincies, al is het dalingsritme in West-Vlaanderen ondertussen wel beperkt tot 1,2%. De sterkste daling werd genoteerd in Limburg (6,2%) en Vlaams-Brabant (6,1%).
Kenmerken van de NWWZ
Vlaanderen telt meer mannelijke (97.614 of 54,9%) dan vrouwelijke werkzoekenden (80.242).
Het aantal werkzoekenden daalt in de drie onderscheiden leeftijdsgroepen. De jeugdwerkloosheid (-25 jaar) daalt met 2,8%, de middenleeftijdsgroep (25-50 jaar) krimpt met 6,3%, en het aantal werkzoekende 50-plussers neemt af met 3,0%. De tragere daling bij de oudste leeftijdsgroep heeft te maken met de langere beschikbaarheid van werkzoekenden op de arbeidsmarkt door wijzigingen in de regelgeving en omwille van de vergrijzing, waardoor het aantal werkzoekende 60-plussers toeneemt (+23,4%). De 50- tot 55-jarigen en de 55- tot 60-jarigen dalen daarentegen met respectievelijk 10,4% en 17,8%.
46,9% van de Vlaamse werkzoekenden is laaggeschoold, ten opzichte van slechts 19,6% hooggeschoolden. De werkloosheid daalt voor alle groepen, we noteren met name -2,4% bij de hooggeschoolden, -3,8% bij de laaggeschoolden en -6,9% bij de middengeschoolden.
De werkzoekendengraad bedraagt eind november 2019 5,7%, en is iets hoger voor mannen (5,9%) dan voor vrouwen (5,5%). Ter vergelijking: een jaar geleden, in november 2018, bedroeg de werkzoekendengraad 6,1%. VDAB definieert de werkzoekendengraad als het aantal NWWZ in de teller en de op dat moment meest recente beroepsbevolking (het aantal werkenden + het aantal NWWZ) in de noemer. Door het gebruik van administratieve gegevens over werkzoekenden wijkt de werkzoekendengraad onder andere af van de werkloosheidsgraad gebaseerd op de Enquête van de Arbeidskrachten (EAK) die zelfgerapporteerde informatie als basis neemt. De EAK hanteert ook een strengere definitie om als werkzoekende te worden geteld, zo moet men bijvoorbeeld binnen de twee weken met een nieuwe job kunnen starten. West-Vlaanderen kent met 4,6% de laagste werkzoekendengraad, de provincie Antwerpen de hoogste (7,2%).
Bron: VDAB