Voor bijna zes op de tien werknemers is het goed werken in de gezondheids- en welzijnssector. In vergelijking met de gemiddelde werknemer in Vlaanderen hebben ze meer motiverend werk, voldoende leerkansen en kunnen ze werk- en privéleven beter op elkaar afstemmen. Alleen de deelsector van de rusthuizen laat opvallend lagere cijfers optekenen, zo blijkt uit de Werkbaarheidsmonitor van de Stichting Innovatie & Arbeid.
Jo Libeer, voorzitter SERV: “De sociale partners engageerden zich samen met de Vlaamse Regering om tegen 2020 meer mensen aan de slag te krijgen, in meer werkbare jobs en gemiddeld langere loopbanen. Het streefdoel van 60% werkbare jobs is voor de gezondheids- en welzijnssector bijna bereikt. 58,8% van de werknemers zegt een motiverende job te hebben met voldoende leerkansen, goed te combineren met het privéleven en zonder al te veel last van werkstress. Drie deelsectoren binnen de gezondheids- en welzijnszorg halen zelfs meer dan 60%.”
Kwalitatieve jobs, maar grote verschillen per deelsector
Door een verdubbeling van de steekproef van de Werkbaarheidsmonitor, een grootschalige enquête die om de drie jaar bij Vlaamse werknemers en zelfstandige ondernemers wordt afgenomen, van 20.000 naar 40.000 werknemers kan men voor het eerst de werkbaarheid per deelsector in kaart te brengen. Dat geeft meteen opmerkelijke verschillen. Werknemers in de jeugdbijstand, gehandicaptenzorg en welzijn zijn het beste af. Zij laten de hoogste werkbaarheidsgraad optekenen (68,9%). Daarna volgen de kinderopvang en centra voor geestelijke gezondheidszorg (64,4%) en de gezins- en bejaardenhulp (62,9%). Hekkensluiters zijn de ziekenhuizen (57,4%) en de rusthuizen (51,4%).
Dat slechts de helft van de werknemers in de rusthuizen een werkbare job heeft, komt door het groot aandeel jobs met problematisch hoge werkstress (35,3%) en het gebrek aan leerkansen (21,2%). Dat laatste heeft hoofdzakelijk te maken met de vele werknemers die routinejobs hebben en minder zelf hun werk kunnen plannen en organiseren. De hoge werkstress is vooral toe te schrijven aan de hoge taakbelasting, zowel in emotioneel opzicht als in termen van te presteren opdrachten. Dat is eveneens het geval voor werknemers in ziekenhuizen waar we ook een hoog werkstresscijfer optekenen (32,7%). In de andere deelsectoren is het percentage werknemers met een stresserende job kleiner.
De meest recente werkbaarheidsenquête levert ons nog andere interessante gegevens over werken in de welzijns- en gezondheidssector afleiden:
- één op twee (49,6%) werknemers in de jeugdbijstand, gehandicaptenzorg en welzijn heeft een emotioneel belastende job. Voor gezins- en bejaardenhulp is dat (slechts) 22,3%.
- De fysiek meest belastende jobs zijn terug te vinden in de rusthuizen: voor 23,6% van de werknemers is dat het geval. Dat is bijna 10 procentpunt meer dan het gemiddelde voor de hele welzijns- en gezondheidssector (14,7%).
- In de gezondheids- en welzijnszorg denken zes op de tien (60,1%) werknemers in staat te zijn hun huidige job voort te zetten tot het pensioen. Dat is minder dan het Vlaams gemiddelde van 64,7%.
- Vooral werknemers uit de jeugdbijstand, gehandicaptenzorg en welzijn zijn het slachtoffer van fysiek geweld tijdens het uitvoeren van hun job. Bijna een kwart (24,1%) van de werknemers heeft er het voorbije jaar soms last van gehad, 3,6% regelmatig. Dat is meer dan het gemiddelde over de hele gezondheids- en welzijnssector. Daar is sprake van 12,3% die soms en 1,5% die regelmatig het slachtoffer zijn van lichamelijk geweld.