Een kwart van de bedienden in ons land heeft dit jaar al een bonus gekregen. De meesten kregen een collectieve bonus van hun werkgever. Het gemiddeld bonusbedrag is dit jaar gestegen naar 6.000 euro, een absoluut record. Bij de arbeiders kreeg 1 op de 10 een bonus, voor een gemiddeld bedrag van zo’n 1.250 euro.
Steeds meer bedrijven keren hun werknemers een bonus uit als extra beloning voor de geleverde prestaties. Een kwart van de bedienden (24,6%) mocht dit jaar al zo’n bonus ontvangen op de rekening. Dat zijn er ongeveer evenveel als de voorbije jaren. Springt vooral in het oog: het gemiddelde bonusbedrag is dit jaar gestegen naar 6.000 euro. Dat is een absoluut record. De stijging in vergelijking met vorig jaar (+1,3%) ligt weliswaar lager dan de gestegen inflatie.
Karolien Van Herpe, legal experte verloning van Acerta Consult: “Variabel verlonen met een bonus blijft populair in ons land. Dat is te danken aan de flexibiliteit van het systeem. Bedrijven hebben er door de automatische loonindexering geen vat op wanneer de vaste salarissen van hun personeel stijgen, maar bij een bonus is dat anders. Werkgevers kunnen zelf beslissen of ze die wel of niet toekennen, collectief of individueel, en ze kunnen hun beslissing elk jaar herzien. Ook langs werknemerskant is de appreciatie verschillend: loon wordt aanzien als vast en verworven, bonussen zijn dat niet en precies daarom zorgen ze voor een extra motivatieboost elke keer dat ze worden toegekend.”
Collectieve niet-recurrente bonus populairst
De niet-recurrente CAO90-bonus is in 2023 – net als de voorbije jaren – de vaakst toegekende bonus. De CAO90-bonus is een resultaatsgebonden bonus voor het hele bedrijf of een bepaalde divisie. Op voorhand zijn de concrete doelen afgesproken die behaald moeten worden om de bonus toe te kennen. 12,9% van de bedienden kreeg zo’n bonus dit jaar al op de rekening gestort, een kleine daling (-1 procentpunt) in vergelijking met vorig jaar.
Karolien Van Herpe: “De transparantie van dit type bonus is een grote troef. Iedereen in de organisatie weet wat er moet gebeuren om de bonus te kunnen ontvangen en iedereen krijgt ook hetzelfde brutobedrag. De gunstige bruto-nettoverhouding helpt ook. Wie een CAO90-bonus krijgt, ontvangt het grootste deel netto op de rekening.”
Die andere collectieve bonus, de winstpremie, is veel minder populair. Slechts 1,9% van de bedienden ontving dit jaar al een winstpremie. Dat komt omdat de premie afhankelijk is van de jaarresultaten van een bedrijf en enkel bij winst kan worden toegekend.
Individuele bonussen: bruto premie minder populair
Naast een collectief extraatje kan een werkgever ook aan individuele medewerkers een bonus toekennen. Daarvan is de warrant de populairste en zijn populariteit blijkt toe te nemen: het percentage bedienden met warrants komt in 2023 op 7,2%, 1 procentpunt meer dan in 2022. Het gemiddelde bedrag ligt nu wel wat lager, dat ging van €13.065,5 in 2022 naar €11.547 in 2023.
Het tweede type individuele bonus, de bruto premie, was in 2022 nog nagenoeg even populair als warrants, maar dat is dit jaar niet meer het geval. 5,6% van de bedienden kreeg in 2023 een bruto premie, een daling van 1 procentpunt in vergelijking met 2022. Het gemiddeld bedrag dat dit jaar werd uitgekeerd als bruto premie lag weliswaar iets hoger dan vorig jaar: €5.115,5 tegenover €4.791,4 in 2022.
Karolien Van Herpe: “Waar warrants vroeger vooral in grote ondernemingen toegepast werden, bieden nu meer en meer kmo’s ze ook aan, waardoor de populariteit van dit type bonus snel groeit. Vroeger gold onbekend is onbemind, maar ondertussen zijn werkgevers beter geïnformeerd, wat zich vertaalt in de toegenomen populariteit van deze bonusvorm. Bovendien zijn warrants ook bonussen die een lage kost voor de werkgever met zich meebrengen.”
10% van de arbeiders kan rekenen op een bonus
Tot slot zijn het niet alleen bedienden die een bonus krijgen. In 2023 kreeg ook 1 op de 10 arbeiders (9,8%) van zijn werkgever al een bonus. Het gemiddeld bonusbedrag voor arbeiders ligt dit jaar op zo’n 1.250 euro.
Bron: Acerta – voor dit bericht werden de gegevens gebruikt van 505.000 werknemers – 314.000 bedienden en 191.000 arbeiders – in dienst bij meer dan 40.000 werkgevers uit de private sector, waartoe zowel kmo’s als grote ondernemingen behoren. Gelet op de mix van sectoren, regio’s, geslacht, leeftijd, enz en de grootte van de steekproef, kunnen we stellen dat de bestudeerde dataset representatief is voor de Belgische arbeidsmarkt. We vergelijken de eerste 10 maanden van het jaar: 1 januari tot en met 31 oktober.