Promotie gaat vaak gepaard met een verandering van functietitel en meer verantwoordelijkheden, maar vanwege toenemende inflatie en andere omstandigheden zijn bedrijven niet altijd in staat om een salarisverhoging door te voeren en wordt het soms vervangen door andere voordelen. Een van de belangrijkste extralegale voordelen is een bedrijfswagen, maar een aanzienlijk deel van de Belgische werknemers lijkt er niet door aangetrokken te worden in plaats van een salarisverhoging bij een promotie. Volgens een onderzoek van rekruteringsspecialist Robert Half geeft 20% van de werknemers aan dat ze geen bedrijfswagen zouden accepteren in plaats van een salarisverhoging bij een promotie.

De War for Talent woedt nog steeds in België en bedrijven wedijveren om inventief te zijn om werknemers aan te trekken en te behouden. Een van de manieren die ze hiervoor gebruiken, is het bieden van carrièremogelijkheden, die vaak gepaard gaan met een promotie. In de meeste gevallen resulteert dit in een functiewissel met meer verantwoordelijkheden en een financiële stap vooruit. Desondanks kan het voorkomen dat een promotie niet gepaard kan gaan met een salarisverhoging. Werkgevers zoeken daarom naar andere oplossingen om dit tekort te compenseren. Een bedrijfswagen staat hoog op de lijst van voordelen die door werkgevers worden aangeboden.

Echter, 1 op de 5 (20%) werknemers geeft aan dat ze geen bedrijfswagen zouden accepteren als hun werkgever deze aanbiedt ter vervanging van een salarisverhoging bij promotie. Het is ook opvallend dat de interesse voor dit voordeel afneemt naarmate werknemers ouder worden. Zo zou 14% van de ondervraagden tussen 18 en 34 jaar dit weigeren, 18% voor de 35-54-jarigen en 29% van de werknemers ouder dan 55 jaar.

“Dit is een nogal verrassend resultaat, want de bedrijfswagen, of het equivalente budget ervoor, is een van de belangrijkste voordelen die kandidaten aantrekt bij het solliciteren. Er zijn verschillende redenen die de correlatie tussen deze weigering en leeftijd zouden verklaren. Zo hebben sommige oudere werknemers al een auto om familieredenen of, gezien ze dichter tegen hun pensioenleeftijd zitten, willen ze liever een hoger salaris. Ongeacht de leeftijd moet natuurlijk ook het telewerken in rekening gebracht worden, wat de verplaatsingen beperkt, of de voorkeur van werknemers voor een mobiliteitsbudget”, zegt Jeroen Diels, Regional Managing Director bij Robert Half.

De experts van Robert Half merken ook op dat werknemers meer belang hechten aan hun ecologische voetafdruk. Ze zijn daarom dus wellicht ook eerder geneigd te kiezen voor een milieuvriendelijker alternatief, zoals openbaar vervoer of fietsleasing, vooral als ze in grote steden wonen.

Here to stay

Ondanks de groeiende voorkeur van werknemers voor flexibele mobiliteitsoplossingen en het toenemende aantal alternatieven, merken de experts van Robert Half op dat de bedrijfswagen (of een vergelijkbaar budget) nog steeds een van de belangrijkste extralegale voordelen blijft om in salarispakketten aan te bieden. Uit dezelfde studie bleek dat 45% van de werkgevers bereid is om een bedrijfswagen aan te bieden als een salarisverhoging niet haalbaar is. Dit percentage stijgt zelfs tot 75% wanneer we werkgevers meetellen die overwegen om dit aan te bieden.

“De bedrijfswagen blijft een overtuigend argument voor werkgevers, en veel werknemers zullen erdoor blijven worden aangetrokken. In het kader van een promotie is de werkgever zich er ook van bewust dat elke werknemer een op maat gemaakte promotie zal verkiezen die aan zijn huidige behoeften voldoet. Flexibiliteit is bijvoorbeeld een zeer gewild extralegaal voordeel voor werknemers en flexibele mobiliteit is daarop geen uitzondering. Dat is ook de reden waarom het mobiliteitsbudget aan belang wint, omdat het iedereen de keuze geeft voor de oplossing die het beste bij hem past”, besluit Jeroen Diels.

Bron: Robert Half heeft een studie uitgevoerd van juni tot juli 2023 onder 1500 respondenten met behulp van een online gegevensverzamelingsmethode. De respondenten vertegenwoordigen werkgevers (n=500) en werknemers (n=1000) in de financiële, human resources, operationele/administratieve en technische sectoren (n=375 in elk domein). De respondenten komen uit een steekproef van KMO’s (n=750) en grote bedrijven (n=750). Ze zijn afkomstig uit de publieke en private sector, evenals beursgenoteerde bedrijven in de drie regio’s van België (Brussel, Vlaanderen, Wallonië).