NL | FR | LU
Peoplesphere

22% minder gepresteerde werkuren tijdens lockdown: tijdelijke werkloosheid en vakantie zijn geen communicerende vaten.

Iets meer dan zes op de tien arbeidsuren (61,3 %) werden in april 2020 – in volle corona-lockdown – effectief gepresteerd. Dat is 22 % minder dan in april vorig jaar. De daling komt er vooral door het grote gebruik van het systeem van tijdelijke werkloosheid. Anderzijds werd er wel veel minder vakantie genomen. Deze vakantiedagen worden dus doorgeschoven naar later dit jaar, waardoor het de facto nu al vaststaat dat we de gemiddelde prestatiegraad van gewerkte uren (73 %) op het eind van het jaar niet zullen halen.

Dat concludeert hr-dienstengroep ACERTA op basis van de gegevens van 32.000 werkgevers. Ter vergelijking: in april vorig jaar werd er nog bijna acht op de tien werkuren (78,3 %) effectief gewerkt. De lockdown dit jaar zorgde dus voor een daling van maar liefst 22 %.

In een gemiddeld jaar wordt ongeveer 73 % van het theoretisch aantal arbeidsuren effectief gepresteerd. De oorzaken voor die niet-gewerkte uren zijn steevast erg divers. Belangrijk zijn vakantie, feestdagen, ziekte, tijdskrediet/ouderschapsverlof en tijdelijke werkloosheid. April kent traditioneel een daling in prestaties omwille van de paasvakantie, wanneer heel wat ouders met schoolgaande kinderen vrijaf nemen. Dit jaar werd er in april echter nauwelijks verlof genomen, dat is ongetwijfeld het gevolg van de lockdown. Daarentegen piekte de tijdelijke werkloosheid sterk, waardoor alsnog veel meer werknemers dan anders thuiszaten en het aantal effectief gewerkte uren sterk terugviel.

Dat er veel minder vakantie werd opgenomen tijdens de paasvakantie, baart Acerta enigszins zorgen. Al deze vakantie zal later nog moeten worden opgenomen, waardoor het totaal aantal gewerkte uren aan het eind van het jaar onder het gemiddelde zal uitkomen. Sarah De Groof, Senior Consultant Acerta: “Tijdelijke werkloosheid en vakantie zijn geen communicerende vaten. De niet-prestatie van werkuren wegens vakantie staat onze bedrijven dus nog te wachten. Daaruit kunnen we nu al concluderen dat we het gemiddelde jaarlijkse prestatiepercentage van 73 % dit jaar niet zullen halen, dat zal enkele procentpunten lager uitvallen.”

Tijdelijke werkloosheid gestegen, algemene werkloosheid daalt

De daling in de prestatiegraad voor april 2020 is zeker niet verrassend, aangezien april het dieptepunt van de corona-pandemie in ons land en zo het hoogtepunt in het gebruik van tijdelijke werkloosheid betekende. Maar daarmee is niet alles gezegd: het aantal werknemers dat beroepsactief is in 2020 is beduidend hoger dan enkele jaren geleden. De daling van het effectief aantal gepresteerde arbeidsuren zal dan ook – gezien meer mensen een job hebben – minder uitgesproken zijn ten opzichte van vorige jaren.

Sarah De Groof: “Het is zeker goed om er even aan te herinneren dat uit de cijfers van de RSZ van begin 2019 en begin 2020 blijkt dat ook in het voorbije jaar de tewerkstelling gestegen is met 1,5 %; de Vlaamse werkzaamheidsgraad is in die periode zelfs gestegen van 74,6 % naar 75,5 %. De piek van tijdelijke werkloosheid kadert dus wel in een context van een stijging van de arbeidsparticipatie, die realiteit mogen we zeker ook niet uit het oog verliezen.”

Kleinste bedrijven zien slechts helft van arbeidstijd gepresteerd

In de kleinste ondernemingen werden in april door corona meer werkuren niet gepresteerd dan in grote ondernemingen. Amper iets meer dan de helft van de arbeidstijd (51,6 %) werd in bedrijven met vier of minder werknemers effectief gewerkt in de voorbije maand april. Enkel in bedrijven met meer dan 50 werknemers werd meer dan zes op de tien arbeidsuren gepresteerd. In “normale” omstandigheden is het net andersom, en wordt er in kleinere bedrijven procentueel meer van de totale arbeidstijd gepresteerd dan in grote bedrijven. In grote ondernemingen is het namelijk meer courant om extra vakantie of tijdskrediet toe te staan en zijn werknemers meer afwezig ingevolge ziekte of ongeval.. Corona heeft dat beeld nu dus helemaal omgedraaid.

Sarah De Groof: “Mogelijks speelt hier ook het effect van telewerken. Ook in Europees perspectief zien we dat in de landen waar er veel werd getelewerkt tijdens de Corona-epidemie, minder arbeidsuren verloren gingen. Dat blijkt uit een studie van Eurofound. België is dan ook op vlak van telewerken tijdens de Corona-epidemie een duidelijke koploper geweest.”

Vooral handelssector en maakindustrie scoren de laagste effectieve arbeidstijd

Als we de verschillende sectoren bekijken stellen we vast dat de handel en de maakindustrie het sterkst getroffen waren in april qua arbeidstijd. Bij hen werd duidelijk minder dan 60 % van het mogelijke aantal arbeidsuren effectief gepresteerd. Maar ook de dienstensector kende een zware terugval van de prestaties. De social profit sector als geheel haalde samen met de financiële sector verhoudingsgewijze nog het hoogste aantal arbeidsuren.

“Dat de social profit ‘slechts’ 68,9 % gepresteerde werkuren heeft, kan vreemd overkomen. Immers, we denken allemaal aan de gezondheidswerkers die heel veel arbeidsuren moesten presteren. De daling ten opzichte van vorig jaar is wel kleiner dan in andere sectoren. Bovendien kent de social profit ook nog veel andere organisaties (denk bijvoorbeeld aan de maatwerkbedrijven, voorheen beschutte werkplaatsen) waar de activiteitsgraad wel terugviel. Tot slot nam de social profit bijna zoals in een normaal jaar vakantie in de paasvakantie en was het ziekteverzuim er ietsjes hoger dan normaal.”

 

Bron : de gegevens zijn afgeleid uit de werkelijke prestaties en afwezigheden van de werknemers van meer dan 32.000 werkgevers. Ziektes van meer dan een jaar zijn buiten beschouwing gelaten. Alle andere schorsingen gaan over bevallingsrust, compensatierust, ouderschapsverlof, tijdskrediet, vakantie, werkloosheid of ziekte (minder dan een jaar).

This website is brought to you by Quasargaming.com's online Fruitautomaten games such as Speelautomaten and Gokautomaten.