1 op 4 Belgen wil van job veranderen om dichter bij huis te werken. Dat blijkt uit een onderzoek bij 1.671 Belgische werknemers naar de tijd die ze dagelijks van en naar hun werk spenderen. De Belg besteedt gemiddeld en onafhankelijk van de afstand en het vervoersmiddel, 54 minuten per dag aan zijn woon-werkverkeer. Met het openbaar vervoer doet de werknemer er dagelijks méér dan anderhalf uur over. Vooral zij die werken in een stad en het openbaar vervoer nemen, ervaren hun woon-werktraject als het meest belastend.
Het gaat dan vooral om werknemers in Brussel (1 op 3). In Wallonië (1 op 4) en Vlaanderen (1 op 5) liggen deze cijfers lager. Ook werknemers met kinderen zijn geneigd om sneller van werk te veranderen om dicht bij huis te werken (31%), net als kaderleden en bedienden (1 op 4), hoger geschoolden (27%) en werknemers die met het openbaar vervoer naar het werk gaan (36%). Meer dan de helft (53%) van de werknemers die het woon-werkverkeer belastend vinden, wil van werk veranderen. Bij de werknemers zonder een belastend woon-werkverkeer is dit slechts 9%.
Openbaar vervoer is (nog) niet de heilige graal
Met de wagen ben je bijna een uur per dag onderweg. Al fietsend of te voet is dit slechts een half uur (29 minuten). En met het openbaar vervoer ben je met 96 minuten per dag het langst onderweg. Kaderleden en bedienden zijn respectievelijk 70 en 58 minuten onderweg (versus 43 minuten voor arbeiders). Hoger geschoolden spenderen ongeveer één uur aan hun woon-werktraject (versus 48 minuten bij lager geschoolden).
Werknemers in Brussel zijn het langst onderweg
Vooral werknemers in Brussel doen erg lang over hun woon-werktraject. Ze zijn dagelijks maar liefst 95 minuten onderweg (tegenover 49 minuten in Vlaanderen en 51 minuten in Wallonië). Ruim 60% van wie in Brussel werkt, is meer dan één uur onderweg, terwijl dit in Vlaanderen en Wallonië slechts voor 21% het geval is. In de ‘gemiddelde’ Belgische stad (inclusief Brussel) kost het een werknemer dan weer 61 minuten om zich van en naar het werk te verplaatsen, bijna een kwartier meer dan wanneer hij buiten de stad zou werken.
Grote kans op verloop indien méér dan een uur onderweg
43 % van diegenen die langer dan een uur onderweg zijn van en naar het werk wil zijn werkplek inruilen voor eentje dichter bij huis. Bij werknemers minder dan een uur onderweg is dit maar 17%. Dit zal ongetwijfeld in de toekomst een uitdaging vormen voor moeilijk bereikbare werkgevers. De gemiddelde reistijd bedraagt nu al 54 minuten en de verkeersdrukte zal de komende jaren nog toenemen. Hierdoor zal de snelheid van het wegverkeer afnemen, waardoor de reistijd verhoogt. Mogelijks zullen om die reden steeds meer mensen opteren voor een andere job die minder veeleisend is op vlak van reistijden en meer ruimte biedt voor flexibiliteit. Met een nieuwe ‘war for talent’ voor ogen (doordat de economie weer aantrekt én gezien een aantal knelpuntfuncties), geeft dit stof tot nadenken voor tal van organisaties die momenteel in de stad gevestigd zijn.
Het woon-werkverkeer is momenteel vooral lang én zwaar voor werknemers die in Brussel of in een stad werken, kaderleden, en zij die een hogere opleiding genoten hebben of met het openbaar vervoer komen. Het gaat hier dus om een belangrijke groep menselijk kapitaal. Het relatieve belang van trajecttijd in de intentie om van werkgever te veranderen (om dichter bij huis te werken) mag voor deze populatie niet worden onderschat.
Het ondersteunen en stimuleren van tijd- en plaatsonafhankelijk werken kan als onderdeel van een globaal mobiliteitsplan, de problematiek rond woon-werkverkeer gedeeltelijk oplossen. Momenteel kiest slechts 30% van de werknemers waar hij werkt en 31% wanneer hij werkt. Nauwelijks 17% kan zowel tijd én plaats zelf bepalen. 56% zegt geen van beide te kunnen kiezen.
bron: securex.be